ReportageDe Container Cup
‘De BV’s doen mee op eigen risico. We checken dus niet of er iemand zou kunnen doodvallen’: achter de schermen van ‘De Container Cup’
‘De Container Cup’. gooit ook in het tweede seizoen hoge ogen. Daar zit de dynamiek tussen commentatoren Pedro Elias en Wesley Sonck voor veel tussen, maar uiteindelijk draait alles toch om de topsporters (en BV’s) die het beste van zichzelf geven in de zeven proeven. Een blik achter de schermen. ‘Het is niet de bedoeling mensen te laten afgaan op de buis. Daar waken we wel over.’
Laten we even terugspoelen naar het eerste seizoen van ‘De Container Cup’, een schot in de roos van jewelste. We schrijven voorjaar 2020 en het hele land is in lockdown. De grenzen gaan dicht en enkel noodzakelijke verplaatsingen worden nog toegestaan. Eén van de vele gevolgen is dat zowat elk sportevenement wordt uitgesteld of zelfs afgelast. De atleten zitten — net zoals het gros van de bevolking — thuis. In dat klimaat komt Woestijnvis met een nieuw format: De Container Cup. Het idee is even geniaal als eenvoudig: laat topsporters in competitie gaan via een vast inspanningsparcours — lopen, monkey bars, golf, roeien, schieten, gewichtheffen en fietsen — in een omgebouwde scheepscontainer. Kruid dat vervolgens af met duels tussen BV’s. En bingo: de mayonaise pakt.
Laurel & Hardy
In een mum van tijd groeit het programma uit tot een kleine hype. Topnamen als Remco Evenepoel, Mathieu van der Poel, Elise Mertens, Kevin en Jonathan Borlée, Thibau Nys en Simon Mignolet passeren de revue. Aan BV-zijde gaan onder anderen Erik Van Looy, Philippe Geubels, Jani Kazaltzis, Élodie Ouédraogo en Saartje Vandendriessche de strijd aan. Het resultaat? Veel zweet, geen tranen en heel soms wat bloed. Maar vooral: heerlijk eenvoudige televisie die tegelijk geen seconde verveelt. Met, jawel, een glansrol voor commentatoren Pedro Elias en Wesley Sonck, die met hun observaties als een soort Laurel en Hardy voor menige komische noot zorgen.
Fast forward naar seizoen twee dan, dat nu loopt op Play4 en waarin topatleten en bekende gezichten opnieuw indrukwekkend in het rood gaan. En kijk: andermaal bingo. Kijkend Vlaanderen smult van al dat fraais en de records vliegen in een recordtempo aan diggelen. Fascinerend, toch.
“De reden waarom ‘De Container Cup’ een succes is, ligt aan de combinatie van sport en humor. En dat het programma maar een halfuurtje duurt”, zegt redacteur Carl Dircksens. Hij is ook de man die de sporters interviewt na hun martelgang in de container en hen verblijdt met hun score.
“Of het format ook in het buitenland zou werken? Geen idee. Omdat Vlaanderen zo klein is, kunnen we hier dingen doen die elders minder evident zijn. Wij rijden met een container door Vlaanderen. Als je datzelfde moet doen in de Verenigde Staten, ben je al snel een week onderweg, zonder dat je nog maar iets hebt kunnen filmen. Toch hebben we de rechten van ‘De Container Cup’ daar kunnen slijten. Of er ook iets mee gebeurt, is een andere vraag. Dat zal nog moeten blijken.”
Twee formules
Wat dat rondrijden betreft: de productie koos dit jaar voor vier vaste stekjes. “Daarin verschilt deze editie van de vorige”, aldus eindredacteur Jelle Gordyn. “Vorig seizoen reden we elke dag naar een andere locatie, omdat er toen in de lockdown ook een beperking was op verplaatsingen. Productioneel was dat wel erg zwaar. We moesten elke dag elders opbouwen en afbreken. In dit tweede seizoen zijn we voor iconische sportlocaties gegaan: het Koning Boudewijnstadion, de muur van Geraardsbergen, het circuit van Zolder en de Grote Markt in Antwerpen — omdat de Ronde van Vlaanderen daar gestart is.”
“Het Kuipke in Gent was ook nog een optie, maar daar konden we niet binnen met de container”, vult Carl aan. “De hippodroom van Oostende stond op onze verlanglijst, maar daar werd het WK Veldrijden gereden op het moment dat wij moesten filmen. ’t Is opvallend hoe weinig iconische sportlocaties we hebben in dit land. En dan bedoel ik plekken die je in één oogopslag herkent.”
Je zou overigens denken dat er een ingenieus systeem zit achter de samenstelling van de duo’s, maar niets is minder waar. “We hebben twee formules: de topsporters die in competitie gaan — we nemen dat deel op in volgorde van uitzending, omdat je de tijdscores moet kunnen meegeven — én de BV’s die we met elkaar in duel laten gaan. Dit seizoen zijn dat onder anderen Helmut Lotti versus Natalia en Francesco Planckaert tegen Victor Verhulst. De bekende gezichten nemen het tegen elkaar op. De topsporters leveren strijd voor de beste plek in het algemene klassement.”
Sneuvelende records
Er zijn geen voorafgaandelijke proeven om te bekijken of iemand gezond of fit genoeg is om mee te doen aan ‘De Container Cup’. “Bij de topsporters is dat redelijk vanzelfsprekend”, aldus Carl Dircksens. “De BV’s doen mee op eigen risico. We kijken dus niet na of er iemand potentieel zou kunnen doodvallen.” (lacht)
“Wat we wel doen, is peilen naar bepaalde prestaties, bijvoorbeeld op de fiets of de loopband”, pikt Jelle Gordyn in. “Dat helpt een beetje om in te schatten of het iets kan worden op televisie. We hebben de Belgisch kampioene hamerslingeren gecontacteerd, maar die zei meteen zelf: ‘Er is niet één discipline waarin ik sterke prestaties kan neerzetten of waarin ik uitblink’. Ze moet nooit lopen of fietsen en besefte dat ze gedoemd was om een slechte tijd neer te zetten. Het is niet de bedoeling mensen te laten afgaan op de buis. Daar waken we wel over.”
“Het wordt een straf seizoen qua prestaties”, belooft Jelle Gordyn. “Er worden records verpletterd dat het een lieve lust is. In het eerste seizoen was Mathieu van der Poel indrukwekkend. Maar wat hij deed, verbleekt bijna bij wat je dit seizoen nog te zien krijgt. Dat zegt toch wel iets. Mathieu is niet de minste, hé.”
‘De Container Cup’, maandag tot donderdag om 19.50u op Play4
Quasi live
Pedro Elias en Wesley Sonck geven hun commentaar live on tape. De productie zet dus een aflevering klaar waarop de twee dan freewheelen. Ze worden op voorhand niet gebrieft en krijgen geen details. Vlak voor de opname krijgt Wesley wel de namen van de sporters, zodat hij zich toch een beetje kan voorbereiden. Meestal put hij uit zijn parate kennis over de betrokken sporters.
Camera’s
In de container staan 23 camera’s opgesteld, 3 die vanuit de regie bestuurd worden en 20 Gopro’s. In de regie zit een cameraman, een regisseur, redacteur Jasper Van der Avert voor de speltechniek en nog een geluidsman, die zich ook ontfermt over het licht.
EHBO
De assistent die de toestellen ontsmet tussen elke sportsessie in, heeft een EHBO-opleiding genoten. “Die kan eventueel altijd iemand reanimeren”, lacht Carl Dircksens. “Maar er is dus geen dokter in de zaal. Eigenlijk hebben we in die twee seizoenen nooit iets ergs meegemaakt. Er was één keer een incident: één van de broertjes Borlée verloor een stukje huid van zijn hand aan de ‘monkey bars’.”
Uitgeput
Van de 30 deelnemers dit seizoen waren er na afloop van hun passage in de container maar liefst 22 die zo uitgeput waren dat ze niet eens het dopje van de stift kregen om hun score te noteren.
Beloften
Nieuw in seizoen 2 is de beloftencategorie. Concreet mogen de twintig grootste sporttalenten van ons land het tegen elkaar opnemen in een apart klassement. De uitzendingen van de beloften zijn meteen na de aflevering op Play4 te zien op het gratis Telenet-kanaal Play Sports Open.
En de makers zélf?
Redacteur en ‘chef speltechniek’ Jasper Van der Avert deed zelf als enige van het productieteam het hele parcours van ‘De Container Cup’: “Dat gebeurde in aanloop naar het eerste seizoen, maar toen stonden de toestellen opgesteld in de foyer bij Woestijnvis. Op de monkey bars na, want die waren al aangebracht in de container op de binnenkoer van Woestijnvis. Ik moest dus heen en weer lopen van de foyer naar de container. En eerlijk is eerlijk: ik legde ook andere afstanden af op bijvoorbeeld de loopband. Mijn persoonlijke tijd valt daardoor niet te vergelijken met de tijden die de topsporters neergezet hebben.” In het eerste seizoen zetten ook Pedro en Wesley hun tanden in het parcours. Die laatste met aanzienlijk meer succes dan de eerste.