CinemaHit the Road
‘De autoriteiten proberen kunstenaars paranoïde te maken’: Panah Panahi, zoon van gestrafte Iraanse regisseur Jafar Panahi, maakt filmdebuut
Met zijn heerlijke filmdebuut Hit the Road treedt Panah Panahi in de voetsporen van zijn vader, de door het Iraanse regime gestrafte regisseur Jafar Panahi. Zijn zoon liet zich inspireren door de dreigementen die zijn familie van de inlichtingendienst ontving.
Een bestofte terreinwagen is onderweg naar de grens tussen Iran en Turkije. Aan het stuur zit de twintigjarige Farid, die om niet nader genoemde redenen hoogdringend het land moet verlaten. Zijn familie rijdt nog een eindje met hem mee: in de passagierszetel probeert zijn moeder zich sterk te houden in de aanloop naar het afscheid, in de koffer ligt hun hond te sterven, en op de achterbank zitten zijn vader en zijn kleine broertje – die door zijn vulkanische energie de hoofdrol opeist in Hit the Road.
Met grote bruine ogen en een guitige glimlach heeft regisseur Panah Panahi (38) opvallend veel weg van het zesjarige jongetje uit de film. “Dat heb ik nog al gehoord”, lacht hij in een Gentse hotelkamer – de film ging vorige herfst in première op Film Fest Gent. “En ik zie het ook als ik naar mijn film kijk: ik herken mezelf in dat personage. Ik was vroeger net zo luid en enthousiast als hij.” (lacht)
Lees ook
Amnesty International-directeur: ‘Als de aandacht voor Ahmadreza Djalali verslapt, vrezen we voor zijn leven’
Hopeloos en teleurgesteld
Ook de andere personages bevatten stukjes van hemzelf, zegt Panahi. “Deze film is in zekere zin mijn autobiografie. Tijdens mijn puberteit voelde ik me op een bepaald moment compleet hopeloos en teleurgesteld in het leven. Als ik over mijn toekomst nadacht, zag ik mezelf een beetje zoals de verslagen vaderfiguur uit de film. Gelukkig heb ik daarna wel mijn weg in het leven gevonden.”
Het idee van een jonge man die Iran clandestien probeert te verlaten vanwege een clash met het autoritaire regime is Panahi ook al te vertrouwd. “De reis die de personages maken, hebben enkele goede vrienden van mij ook gemaakt. Ze zijn het land ontvlucht langs precies dezelfde route.”
En ja, ook in Panahi’s eigen gezin gebeurde iets gelijkaardigs. Zijn vader, de bekroonde regisseur Jafar Panahi, werd in 2010 gearresteerd en veroordeeld wegens “propaganda tegen de Islamitische Republiek” – Panahi schuwde in zijn films de maatschappijkritiek niet, en steunde in 2009 de protestbeweging tegen toenmalig president Ahmadinejad. Hij kreeg een celstraf van zes jaar opgelegd (die deels werd omgezet in huisarrest), mag nog tot 2030 het land niet verlaten en mag, belangrijker, geen films maken.
Zijn vader probeerde zelf nooit Iran te ontvluchten, zegt Panahi, maar maande zijn dochter Solmaz, die vandaag in Parijs woont, wel aan om dat te doen. “Toen mijn vader in de gevangenis zat, werd hij regelmatig verhoord. Daarbij werd opvallend vaak uit het niets naar mijn zus verwezen. Ook toen hij weer thuis was, kreeg hij af en toe mysterieuze telefoontjes. Dan hoorde hij een stem vragen: ‘Hoe gaat het met je dochter?’ Dat verontrustte hem enorm. Hij vreesde dat mijn zus iets zou overkomen, en dat de inlichtingendienst haar zou gebruiken als drukmiddel om hem met de autoriteiten te laten samenwerken. Daarom heeft hij haar op het vliegtuig gezet. Ook al houdt hij heel erg veel van haar. Hij zou alles doen om haar te beschermen.”
Constant bang
Zo gaat het regime te werk, zucht Panahi. “Ze bedreigen ons niet letterlijk, maar indirect. Ze maken ons helemaal paranoïde met allerlei subtiele hints, waardoor we aan alles gaan twijfelen en constant bang zijn.” Die tactiek heeft zijn doel niet gemist, zegt hij: “Het heeft onze familie veranderd. We zijn allemaal achterdochtig geworden, we vertrouwden niemand meer. Dat gevoel komt ook terug in de film, in die scène waar de moeder denkt dat ze achtervolgd worden, en iedereen zijn gsm in de grond moet begraven. Dat is wat de autoriteiten met ons doen. Vooral met kunstenaars: ze willen ons van de samenleving isoleren, omdat ze bang zijn voor ons. Ze weten dat ons werk een impact kan hebben op de bevolking. Daarom zorgen ze ervoor dat we bang en achterdochtig worden, zodat we ons vanzelf terugtrekken uit de samenleving.”
In het geval van de familie Panahi bereikte het regime uiteindelijk het tegenovergestelde: niet alleen blijft Jafar Panahi gewoon clandestien films maken en het land uit smokkelen – in 2015 won hij zelfs nog de Gouden Beer in Berlijn met Taxi Teheran –, nu is dus ook zijn zoon aan het filmen gegaan. Riskeert hij daardoor zelf niet in het vizier van de autoriteiten te komen? “Dit is de laatste vraag over politiek die ik ga beantwoorden”, lacht Panahi zenuwachtig – ook in België luistert het regime mogelijks mee. “Ik heb zelf geen bedreigingen ontvangen door deze film. Maar ik heb Hit the Road dan ook in alle stilte gedraaid in het grensgebied, ver weg van alle aandacht.”
Het is ook geen expliciet politieke film, vindt Panahi: “Je ziet een jongeman die met de rug tegen de muur staat, en geen andere oplossing meer ziet dan te vertrekken. Maar de film gaat niet in op de politieke en maatschappelijke problemen die daartoe hebben geleid. Dat kan de kijker zelf invullen.” Toch was de film nog niet in Iran te zien. “Ik hoop dat het in de toekomst wel zal kunnen, maar ik besef dat dat waarschijnlijk onmogelijk is.”
‘Hit the Road’ is vanaf 27/04 te zien in de bioscoop.