CultuurCoronamaatregelen
Corona-regels voor Franstalige cultuurhuizen minder streng dan voor Vlaamse
Moet de social distancing in een theaterzaal altijd gerespecteerd worden? Volgens de Vlaamse sectorgids Cultuur wel. Volgens het Franstalige protocol niet, als het publiek mondmaskers draagt. Daardoor kunnen Franstalige huizen meer tickets verkopen.
“De locatie bepaalt het werkelijke aantal toeschouwers. Aangezien social distancing te allen tijde nageleefd moet worden tussen toeschouwers en/of bubbels van toeschouwers, zal je op voorhand kunnen vastleggen hoeveel toeschouwers toegelaten worden.” Dat staat te lezen in de Vlaamse sectorgids Cultuur van Overleg Kunstenorganisaties (oKo), de preventiegids voor de herneming van culturele activiteiten met een publiek. Vanaf 1 juli mag dat publiek binnenshuis 200 koppen tellen, tenzij de social distancing dat aantal beperkt – wat in de meeste gevallen zo zal zijn.
In het Franstalige protocol, dat Franstalig Cultuurminister Bénédicte Linard (Ecolo) rondstuurde, is die beperking heel wat minder streng. “Het dragen van een masker is verplicht voor het publiek en/of de social distancing moet gerespecteerd worden tussen individuele toeschouwers of groepen van maximum 10 personen die een bubbel vormen.”
Die ‘en/of’ is een kleine nuance met grote gevolgen: als het publiek mondmaskers draagt, hoeft de social distancing immers niet gerespecteerd te worden, bevestigt Linard bij monde van haar woordvoerder. “Als er bij een bezetting van 200 mensen geen social distancing gegarandeerd kan worden, is een masker verplicht. Anders wordt de situatie problematisch voor theaters om rendabel te blijven.”
Klein verschil, opvallende gevolgen
In de praktijk wil dat zeggen dat elk Franstalig cultuurhuis met een zaalcapaciteit van 200 mensen effectief 200 tickets per voorstelling kan verkopen. In Vlaanderen is dat niet het geval. Zo kan dat kleine verschil tot opvallende situaties leiden. Het Théâtre National in Brussel kan 200 tickets verkopen, terwijl de KVS, dat 270 meter verder ligt, voorlopig maar 100 tickets durft te verkopen. NTGent, met een grote zaal van 560 stoeltjes, kan er voorlopig maar 160 in verkoop brengen. Met social distancing zou die grens dezelfde blijven, zelfs als de grens in augustus wordt opgetrokken naar 400 personen.
Nochtans werden de richtlijnen in beide gevallen afgetoetst bij de GEES, de expertengroep die de exitstrategie uittekent. “Het scenario zoals dat in het Franstalige protocol is vastgelegd, zouden wij ook graag willen”, klinkt het bij het kabinet van Vlaams minister-president Jan Jambon, tevens bevoegd voor Cultuur. “Wij hebben die vraag ook gesteld aan de GEES, maar dat scenario is niet goedgekeurd. Wij zullen nu contact opnemen met de GEES om uit te zoeken hoe dit is gebeurd.”
Belangrijke nuance: aan Franstalige kant gaat het nog om een ministerieel protocol. Dat is al goedgekeurd door de bevoegde vakminister. Het protocol is richtinggevend voor een preventiegids, die goedgekeurd moet worden op het overleg tussen werkgeversorganisaties en de vakbonden. Aan Franstalige kant moet dat nog gebeuren, in Vlaanderen is dat al gebeurd. “Er is ook veel overleg geweest met onze Franstalige collega’s”, zegt Leen Laconte van oKo. “Op andere domeinen is er geen verschil in de richtlijnen, maar wij stellen vast dat er hier een verschil is in de interpretatie van een virologische regel. Het zou jammer zijn als de regels aan Nederlandstalige kant strenger blijven. De GEES moet richtlijnen uitvaardigen voor het hele land.”
Bij Vlaamse cultuurorganisaties valt te horen dat het kleine verschil tot “een absurde situatie” leidt. NTGent hoopt dat het Waalse voorbeeld wordt gevolgd, en ook de KVS vindt men de Nederlandstalige aanpak achterhaald. “Wij vragen om het Franstalige voorbeeld te volgen. Hun aanpak is gebaseerd op dezelfde aanbevelingen van de GEES en werd ook veilig bevonden. Zo kunnen meer mensen genieten van theater en wordt het financiële plaatje voor theaterhuizen iets evenwichtiger. Voor KVS alleen zou het een verdubbeling van de inkomsten kunnen betekenen. Dat is geld dat opnieuw geïnvesteerd kan worden in opkomende kunstenaars en creaties.”