InterviewCoely Mbueno
Coely is terug met nieuwe plaat: ‘Ik had lang geen zin in om iets aan mijn trauma’s te doen’
De Antwerpse rapster Coely (29) staat al meer dan tien jaar in de schijnwerpers, maar met Alive brengt ze dit weekend pas haar tweede album uit. Intussen trouwde ze, kreeg ze een zoon, en trok ze zichzelf uit de put. ‘Ik zie de wereld nu door de ogen van mijn kind.’
Het toeval wil dat we Coely ontmoeten op de dag dat we elkaar zes jaar geleden hadden moeten zien op SXSW in Austin, Texas. Zij zou er haar eerste optredens in de VS geven, wij zouden daar een reportage over maken. Wij zijn er geraakt, zij niet. De Antwerpse rapper met Congolese roots was een van de slachtoffers van de striktere reisregels van de toen gloednieuwe president Trump, die verschillende muzikanten verhinderden om naar het vermaarde showcasefestival af te zakken.
“Ik ben pas onlangs voor het eerst in de VS geraakt”, vertelt Coely Mbueno. “Ik was er op bezoek bij vrienden in Charlotte, North Carolina, en daar heb ik een speciaal visum voor moeten aanvragen op de Amerikaanse ambassade. Omdat ik zogezegd ooit illegaal het land wilde binnenkomen. Mijn man en ik zijn er deze keer uiteindelijk geweest, maar ik was er toch niet gerust op. Het moment dat we de luchthaven van Charlotte buiten wandelden: wat een opluchting!”
Markant detail: Coely had in 2017 naar SXSW moeten trekken met haar debuutalbum Different Waters onder de arm, en pas deze week is de opvolger Alive klaar. Zes jaar later. Een periode waarin haar collega Zwangere Guy vier albums uitbracht. “Zot, hè”, zegt ze. “En totaal niet meer van deze tijd. Maar ik kan dat niet, snel aan een album werken. Voor mij is dat altijd weer een zoektocht naar de juiste sound. En deze keer moest ik ook op zoek naar mijn identiteit.”
Iemand die al tien jaar succesvol bezig is, moet plots op zoek naar haar identiteit? Vind je dat niet raar?
“Misschien. Maar ik was een andere persoon toen ik die vorige plaat maakte, en ik deed toen ook nog te veel andere artiesten na. Omdat die goed klonken. En omdat ik het kon. Maar wat maakt een artiest zo goed? Waarom vind ik Drake, Beyoncé en Rihanna het einde? Omdat ze uniek zijn. Ze hebben hun eigen identiteit. Maar wat was die van mij?
“Wat maakt mij uniek? Ik heb daar echt naar moeten graven. Het moest allemaal persoonlijker worden. Ik wilde dingen maken die van diep komen. Want dat heb ik niet altijd gedaan. Op sommige nummers van mijn vorige plaat waren de woorden er wel, maar de gevoelens niet. Ik was toen nog niet klaar om eerlijk te zijn met mezelf. Nu wel.”
Wat je vroeger hebt gedaan, was fake?
“Niet fake, want die dingen zijn uiteindelijk wel representatief voor hoe ik mij toen voelde. Maar ik was 18 toen mijn eerste single ‘Ain’t Chasing Pavements’ uitkwam en meteen werd opgepikt door Studio Brussel. Sindsdien is niet alles van een leien dakje gelopen – alles was nieuw en spannend, maar ook moeilijk – maar het lukte altijd wel. Alleen was ik niet met mijn mentale gezondheid bezig, en dat heeft zich finaal gewroken.
“Daarom dat ik zo trots ben op de nieuwe plaat, want die is écht wie ik ben. Ik hoor mezelf, en ik voel dat ik er daardoor ook meer van kan genieten. En terwijl ik dat allemaal vertel, merk ik ook echt: I’m doing fine! Ik ga vast nog therapie nodig hebben en er zullen sowieso nog dingen gebeuren, maar ik ben blij, zelfs gelukkig met waar ik nu sta.”
Op ‘Run It Up’ zing je: ‘I was about to 404 but in the end I hit refresh.’ Zo snel is het toch niet gegaan?
“O, nee. Het heeft láng geduurd. Maar het heeft ook lang geduurd voor sommige trauma’s om naar boven te komen. En zelfs dan was de vraag: wil ik hier wel iets aan doen? Ik had er lange tijd geen zin in. Maar op een bepaald moment word je jezelf beu, en besef je: het gaat niet, het lukt niet, ik moet hier iets aan doen. En dan begint het werk. Een werk van lange adem met – in mijn geval – een psycholoog en een stresscoach. Die hebben ervoor gezorgd dat het nu niet meer in extremen gaat en dat ik ook niet zo diep meer moet gaan om uit een dipje te klauteren. Ik zie nu ook niet alleen schoonheid in geluk, maar ook in pijn.”
Was er een specifiek moment waarop je besefte dat je een knop moest omdraaien?
“Nee. Meer nog: telkens als ik het besefte, dacht ik dat het probleem was opgelost. Ik had dan een kleine aha-erlebnis: ‘Ah, oké, dat is het probleem, nu kan ik weer voort.’ Terwijl je op dat moment natuurlijk alleen maar het tipje van de ijsberg ziet en niet wat eronder zit. Ik heb als kind zoveel dingen meegemaakt die ik mezelf nooit had vergeven. Maar het is pas door er een liefdevol gesprek over te voeren met mezelf – met de hulp van mijn psycholoog – dat ik tot de nodige zelfreflectie ben gekomen.
“De scheiding van mijn ouders bijvoorbeeld: dat was mijn schuld niet, besef ik nu. Maar ik heb daar dus eerst over moeten leren praten. Want dat kon ik vroeger niet. Ik was een vrij gesloten persoon en ik wilde sowieso ook altijd iedereen pleasen, voor iedereen goed doen, geen mensen kwetsen. Maar zo doe je in feite voor niemand goed.”
Ook niet voor jezelf.
“Maar evenmin voor al die andere mensen rondom jou, want je bent niet eerlijk tegen hen. You’re fucking it all up! En waarom? Ik ben blij dat ik dat nu weet, dat ik daar nu mee aan de slag ben gegaan en dat ik niet pas op mijn 80ste tot dat besef moest komen.
“Dit gaat nu ook onnozel klinken, maar ik ben weer beginnen te badmintonnen. Ik deed dat in mijn jeugd supergraag en ik ben daar ook goed in. Maar het heeft lang geduurd dat ik daar nog eens aan dacht. Terwijl mijn grootste probleem de voorbije tien jaar was dat ik geen structuur meer had. Ik heb tot mijn 18de bij mijn mama gewoond. Overdag ging ik naar school, ’s avonds zat ik thuis: ik had routine in mijn leven.
“Dan kwam plots die muziek en dat was zalig. Tot er een gat van enkele maanden in mijn agenda zat en ik mij begon af te vragen wat ik nog meer wilde. Bleek uiteindelijk dat het antwoord banaler was dan ik dacht. Ik moet in beweging blijven, proeven van het leven en vooral niet op één ding focussen. En daar hoort nu dus ook badminton bij. (lacht) Ik heb intussen zelfs een club gevonden!”
Maar je blijft ook in therapie?
“Ik zou tien jaar geleden nooit met een psycholoog zijn gaan babbelen. Ik was toch niet gek! Zo redeneerde ik. Als ik gek ben, dan is iedereen om me heen ook gek. Vandaag denk ik daar uiteraard niet meer zo over. En als ik rondom mij hoor, hebben alle psychologen intussen een wachtlijst. Zo zie je maar: we kunnen allemaal een professional gebruiken die ons op een andere manier naar het leven doet kijken.
“Niemand heeft mij vroeger geleerd om over gevoelens en problemen te communiceren. Als ik als kind iets verkeerds had gedaan, bleef ik stil. Ik zei niets. Behalve misschien: oei, sorry, het spijt mij. En dan naar mijn kamer, verder afzien. Ik had geen tools om daarmee om te gaan. En jaren later, dan komt het! Zo is het bij mij toch gegaan.”
Je hebt intussen zelf een kind van bijna 2 jaar. Denk je erover na hoe je dat bij hem zult aanpakken?
“Uhu. Ik ben daar echt mee bezig. Ik wil voor hem een hoekje maken met – ik zie dat al helemaal voor mij – allerlei smileys. Als hij zich niet goed voelt, kan hij naar dat hoekje gaan, een smiley pakken om aan te geven hoe hij zich juist voelt, en dan kunnen we daarover praten. Hoe klein hij ook is, ik wil dat hij weet dat het oké is om over gevoelens te praten en dat hij die gevoelens ook mag toelaten. Pas op: ik ben echt niet van het principe dat ik hem alles wil geven wat ik als kind niet heb gehad. Ik wil hem niet rotverwennen.
BIO
• geboren op 5 januari 1994 in Antwerpen • start op haar zeventiende met rappen en heeft al snel een hit beet met ‘Ain’t Chasing Pavements’ • brengt in 2013 een eerste ep uit, in 2017 volgt de debuutplaat Different Waters • wint in 2017 twee MIA’s (in de categorieën ‘solo vrouw’ en ‘urban’) • bevalt in 2021 van een zoon, Jabari • heeft nu haar tweede langspeler Alive uit
“En laat ook duidelijk zijn dat ik mijn eigen ouders niets kwalijk neem. Zij hebben ons aangeleerd wat zij wisten. Een deel daarvan was fantastisch, een ander deel iets minder. But I don’t blame them. Intussen is mijn moeder bijna 50 en leert ze op haar beurt weer dingen van mij. Je bent nooit te oud of te jong om te leren.”
Nogal wat artiesten praten vandaag openlijk over hun mentale gezondheid. Heeft dat het voor jou eveneens makkelijker gemaakt?
“Zeker. Vroeger bestond daar enorm veel schroom over, maar waarom eigenlijk? In het voetbal lopen ook psychologen rond, hè. En ik denk dat die topvoetballers daar ook echt gebruik van maken.”
De meesten gaan daar naar de buitenwereld toe wel niet over communiceren.
“Naar de buitenwereld toe niet, nee. En ik snap dat ook wel. Als muzikant sta je niet elke week tegenover elf tegenstanders die jou van het veld willen spelen.
“Iedereen moet voor zichzelf beslissen wat hij naar buiten brengt en wanneer. Maar ik heb er zelf geen probleem meer mee, nee. Ik vind het vandaag oké om vlakaf te zeggen dat ik deze job graag doe, maar dat hij hard is en dat ik daarnaast nog altijd maar een mens ben. En dat ik, zoals iedereen, over mijn gevoelens moet kunnen praten, zonder te horen te krijgen dat ik ook gewoon kan stoppen met zingen. Alsof ik het mezelf aandoe. Dat ga je tegen een topsporter toch ook niet zeggen?”
Selah Sue heeft spiritualiteit ontdekt door aan zichzelf te werken. Maar jij was al gelovig, toch?
“En ik ben het nog steeds, ook al ga ik niet meer naar de kerk. Maar ik mis dat enorm. In Charlotte ben ik onlangs toch nog eens geweest, want iederéén gaat daar naar de kerk. (lacht) Er was geen ontsnappen aan. Maar ik snap het ook wel, want de manier waarop daar over God wordt gesproken … Niets prekerigs, vol positiviteit. Mensen komen daar echt om te bekomen van de voorbije week, om na te denken over zichzelf, over het leven. Mocht dat hier ook zo zijn, de kerken zaten weer vol!
“En eerlijk: ik weet niet waar ik vandaag zonder mijn geloof zou hebben gestaan. Ik heb daardoor altijd het gevoel gehad dat ik beschermd was, dat iemand over mij waakte, dat alles wel goed komt. Zelfs toen ik jong was en we thuis niets hadden.”
Intussen heb je heel wat, maar was je – in het tempo waarin je platen maakt – de voorbije jaren niet bang om voorbijgestoken te worden door een steeds groter leger hiphopartiesten?
“Tuurlijk! Maar dat is een angst die elke muzikant heeft. Al heb ik mij dat op een bepaald moment misschien wel iets te veel aangetrokken. Tot ik me hardop afvroeg wat ik aan het doen was. Want ik zit zo niet in elkaar. Er is plaats voor iedereen, en laat iedereen ook maar shinen. Soms is het dan aan mij, het jaar erop is het weer aan iemand anders.
“Het is ook niet alsof ik heb stilgezeten. Ik ben getrouwd en ik heb een kind gekregen. Dat is ook belangrijk! Trouwens, ik ga nu niet weer zes jaar wachten om nieuwe nummers te maken. Ik weet nu wat ik wil, en ik weet ook dat alles vandaag sneller gaat en dat je moet volgen om relevant te blijven. Maar dat kan ook op een gezonde manier, denk ik.”
Mensen zeggen mij dat ik softer ben geworden sinds ik kinderen heb, en ik ontken dat altijd volledig. Maar als ik jou zo bezig hoor…
(schatert) “Je moet eerlijk zijn met jezelf: het ouderschap maakt ons echt soft! Maar ook hard. Want ik heb geen tijd meer voor bullshit. Mijn prioriteit is nu om zorg te dragen voor mezelf en mijn gezin. Alles wat er niet echt toedoet, heb ik losgelaten. Ik heb ook aan mijn management laten weten wat ik nog wel en niet wil doen. Want voor je het weet, verval je toch weer in oude gewoontes.”
Je vindt het precies wel tof om ouder te zijn?
“I love it! Ik heb vroeger altijd mee voor mijn broers gezorgd, meegeholpen in huis, en ik heb ook altijd zelf kinderen gewild. Ik ben sowieso niet graag alleen, al is dat natuurlijk geen reden om kinderen te krijgen. Maar ik weet dat van mezelf: ik ben graag rond andere mensen, samen met familie, ik lach graag, ik sta graag samen in de keuken te dansen. Daar zit zoveel liefde en licht in, en zo ben ik ook opgevoed.
“Maar ik moet toegeven dat ik diep vanbinnen zelf ook nog altijd een kind ben. En dat ik dat misschien vergeten was. Plots zie ik de wereld terug door de ogen van Jabari (haar zoon, red.) en dat heeft mij op veel vlakken weer met beide voeten op de grond gezet. En ja, het heeft mij ook meer focus gegeven.”
Staat dat niet allemaal enigszins in contrast met het nummer ‘Night Call’ op je nieuwe plaat, waarin je je plaats in het nachtleven opeist?
“I love that song! Er gebeurt van alles in dat nummer, maar het is in de eerste plaats een fun track over het leven, over jezelf amuseren en niet stil te staan bij wat anderen zeggen of denken. Zoals op een feestje waar iedereen de teugels volledig loslaat en niemand daar commentaar op geeft. (begint te rappen) ‘When the night calls, imma get down. Better watch out, cause we gonna get wild.’ Fuck! Ik word echt blij van dat nummer.”
Maar beleef je zelf ook nog altijd zulke wilde nachten?
(lacht) “Nee! Ik ga daar niet over liegen: dat is allemaal voorbij. Ik kan mij nog wel amuseren op een feestje, hoor. Maar het gaat nooit meer zo wild zijn als vroeger. Als ik terugdenk aan hoe we een vriendin zwaar dronken naar huis moesten dragen… Ik was altijd nuchter, hè.”
Je dronk niet veel?
“Ik dronk nooit! Ik ben beginnen te drinken toen ik als artiest mijn eerste festivals deed. Dat was leuk, maar daarvoor dronk ik niet. Dat was gewoon niet aan de orde. Maar plots woon je niet meer thuis en kom je in een heel andere wereld terecht. Ik heb me toen echt even laten gaan.
“Maar ik moet mezelf er nu ook nog geregeld aan herinneren dat ik mij wat moet amuseren en niet met mijn hoofd in een depressie moet blijven zitten. Jabari helpt mij daarbij, want hoe moe je soms ook bent, het is moeilijk aan de verleiding te weerstaan om met hem te spelen. Hij herinnert mij aan het kind in mezelf. In plaats van ‘ik moet nog dat en dat doen’ denk ik plots weer: wacht, ik moet nog even spelen. Hij heeft sinds kort een basketbalring, en telkens als hij daar een bal in gooit, roept hij ‘Kobi! Kobi!’ (lacht) Dat is zó schattig!”
‘Got my Vans on but I’m feelin like Madonna’, zing je ook op ‘Night Call’. Hoe voelt het om Madonna te zijn?
(giert) “Amazing! Dat is echt de mentaliteit: geen fuck geven om wat anderen denken en doen alsof de wereld aan jouw voeten ligt. Maar wat ik daar vooral mee wilde zeggen, is dat ik niet per se meer indruk wil maken op mensen. Ik wil gewoon mezelf zijn. En dat is ook alles wat ik vraag van wie naar mijn optredens komt: dat ze zich amuseren, dat ze zich welkom voelen. Maakt niet uit hoe je eruitziet of wat je draagt. Of je nu in een jogging komt of zo extravagant als Madonna. Trek het je niet aan, zoals Madonna zich allicht ook niets aantrekt van het internet dat ontploft omdat ze iets aan haar gezicht heeft gedaan. Gast, ze is nog altijd Madonna! Hoe oud is Madonna nu ook?”
Ze wordt dit jaar 65.
(verbaasd) “My God, dat wist ik helemaal niet. Maar ze heeft geleefd, snap je? Ze heeft dingen gezien. Ze heeft Tupac nog gezien! Wat die vrouw allemaal heeft gedaan… She was always looking for the edge. Altijd. Sommige mensen zijn daar bang voor, maar dat is gewoon wie ze is. En dat maakt haar uniek. Ik wil ook uniek zijn! Al ga ik daarvoor misschien niet zo ver gaan als Madonna. (lacht) Ik heb grenzen. Maar natuurlijk wil ik uniek zijn. Wie niet?”
Nog even iets anders. In Humo vertelde je deze week dat je aan een kunstcollectie wilt beginnen. Heb je al iets op het oog?
“Nog niets specifieks, maar ik zit wel constant op de kunstveilingsite Artsy. Schilderijen, foto’s, ik kan daar echt door ontroerd worden. Ik kocht vroeger echter altijd de domste shit om aan mijn muren te hangen, en nu wil ik investeren in wat ik echt tof vind. Want als ik kijk naar wat mijn man en ik leuk vinden, daar is bijna niets van te zien in huis. Op misschien een paar basketbalboeken na. Ik vind dat raar. Ik wil echt laten zien wie ik ben.”
Afrikaanse kunst zit al even in de lift …
(onderbreekt) “Zó veel schone dingen! Ik ben blij dat Afrikaanse kunstenaars eindelijk erkenning krijgen. Ik ben wild van het werk van Chéri Chérin uit Congo, maar die dingen zijn echt superduur. Dat is niet normaal! Maar ooit ga ik er een kopen. Ik vind het prachtig hoe hij Congo interpreteert, hoe hij dat ziet. Hij heeft er natuurlijk ook geleefd. Ik ben er nog nooit geweest. Maar alles wat ik in zijn werk zie, herken ik door wat mijn moeder mij erover vertelt, en door wat ik binnen onze community zie op trouwfeesten en begrafenissen. Alles wat er op zijn doeken staat, dat zijn wij. Ik zie dat. Dat is onze cultuur. Zijn werk is voor mij dus ook een reminder. En ik wil zo’n reminder best aan mijn muur hebben hangen.”
En daar ben je dus elke avond naar op zoek op Artsy?
“Mocht ik Beyoncé money hebben wel, ja. (lacht) Maar er zijn ook massa’s dingen die niet zo duur zijn. Als ik gewoon ‘Congo’ of ‘Zaïre’ typ, wat je dan allemaal te zien krijgt! Mijn Pinterest kan niet meer volgen.”
Is Pinterest nog een ding?
“Maar ja! (gilt) I’m a freak! Weet je, ik voel mij beter en ik weet nu meer wat ik wil. En als ik kunst in huis wil, ga ik ervoor. Ik heb mezelf lang niet op de eerste plaats gezet en dat is nu gedaan. Ik dacht onlangs nog: ik hou van opera, dus waarom ga ik daar niet meer naartoe? Ik heb als tiener ooit Così fan tutte gezien, en ik werd daar compleet door overdonderd. Het geluid van het orkest, dat kwam echt als een schokgolf van een atoombom over me heen. Dus ja, ik moet dringend weer naar de opera, want ik weet dat mij dat gaat inspireren.
“Als mijn man en ik op reis zijn, gaan we ook altijd naar musea vol antieke shit. Ik vind dat cool, om te zien hoe mensen vroeger leefden. Ik vond dat al leuk in de lagere school, maar misschien was dat ook omdat ik niet veel gewoon was. Nu wil ik het allemaal zien! Ik wil zelfs naar Israël om de plekken te bezoeken waar Jezus is geweest. Ik check dat nu allemaal op YouTube. (lacht) Ik ben een apart geval.”
Als je zo nieuwsgierig bent, waarom ben je dan nog nooit in Congo geweest?
“Omdat je daar op voorbereid moet zijn. Je gaat niet zomaar even naar Congo. En voor mij is het moment er nog niet geweest om daarnaartoe te gaan. Maar oké, bestaat dat wel, een goed moment om naar Congo te gaan? Telkens als ik even tijd had, was daar net iets aan de hand. Maar op een dag komt het ervan, en dan houdt niets of niemand me tegen. Want Congo is sowieso een deel van mij. Dus het gaat ook goed zijn voor mij om daar naartoe te gaan. En dán ga je nog eens iets meemaken!”
Alive is nu uit bij Top Notch/Universal.