FilmnieuwsBerlinale
Cinema vs. censuur: 1-0. Gouden Beer gaat naar film van gestrafte Iraanse regisseur over doodstraf
Op de 70ste editie van het Filmfestival van Berlijn ging de Gouden Beer naar There Is No Evil, een moedige film over executies en beulen in Iran. De door het regime gemuilkorfde regisseur Mohammad Rasoulof kon zijn prijs niet in ontvangst nemen, hij vliegt binnenkort de cel in.
Vochtige ogen in de zaal, en een minutenlange staande ovatie. Zelden zorgde een Gouden Beer voor zoveel emotie als het Iraanse There Is No Evil. De verklaring: regisseur Mohammad Rasoulof (48) verdwijnt binnenkort achter de tralies. Het autoritaire regime in Iran veroordeelde hem vorige zomer tot een jaar gevangenis voor de ‘propaganda tegen het systeem’ die zijn vorige film A Man of Integrity zou bevatten. Zijn beroep tegen die straf werd drie weken geleden verworpen.
Rasoulof was er in Berlijn niet bij om zijn hoofdprijs in de lucht te steken: niet alleen kreeg hij in 2017 een filmverbod opgelegd, hij mag Iran sindsdien ook niet meer verlaten. Daardoor leeft hij gescheiden van zijn gezin, dat in Hamburg woont. Producent Kaveh Farnam richtte zich in zijn ontwapenende overwinningsspeech rechtstreeks tot de Gouden Beer: “Jij reist binnenkort naar Iran. Geef Mohammad een knuffel, en laat hem weten dat hij er niet alleen voor staat.”
Stiekem gedraaid
Met het stiekem gedraaide There Is No Evil toont Rasoulof dat cinema sterker is dan censuur. De film bestaat uit vier verschillende verhalen die verbonden worden door één (bloed)rode draad: de executies die in Iran anno 2020 nog steeds plaatshebben, en de mensen die ze – vaak tegen hun wil – moeten uitvoeren. Ieder personage gaat anders om met die onmenselijke verantwoordelijkheid: de ene rebelleert, de andere gehoorzaamt. Rasoulof (wiens naam uiteraard zorgvuldig werd weggelaten uit het voorbereidende productiedossier) nam de vier hoofdstukken op als afzonderlijke kortfilms, in verschillende uithoeken van het land. Zo kon hij de autoriteiten misleiden – de controle op kortfilms is veel minder streng dan die op langspeelfilms.
Het is de tweede keer in vijf jaar tijd dat een gestrafte Iraanse filmmaker triomfeert op de Berlinale: in 2015 won Jafar Panahi de Gouden Beer met Taxi Teheran. Zo zet het festival de traditie verder om politiek geëngageerde cinema in de bloemetjes te zetten. Die betrokkenheid bij wat er in de wereld gebeurt, was het stokpaardje van Dieter Kosslick, de vorige festivaldirecteur. Onder zijn opvolgers Mariette Rissenbeek en Carlo Chatrian, die dit jaar hun vuurdoop beleefden, lijkt er voorlopig dus weinig te zijn veranderd. Het niveau van de competitie – al jaren een heikel punt in Berlijn – steeg bijvoorbeeld lichtjes, maar niet drastisch genoeg om van een ommekeer te kunnen spreken. De Berlinale zal nog enkele jaren nodig hebben om haar koers bij te stellen.
Abortusdrama
Toch bood het palmares een mooi overzicht van het handvol competitiefilms dat wél de moeite was. Vooral Eliza Hittmans sociale drama Never Rarely Sometimes Always, dat de Grote Prijs van de Jury won, is een titel om te onthouden. Een 17-jarig meisje reist naar New York om er een abortus te laten uitvoeren, haar beste vriendin vergezelt haar. De film toont niet alleen op een serene manier de moed en de mentale veerkracht die het vergt om zo’n ingreep te laten uitvoeren, hij schetst ook een pijnlijk portret van een wereld waarin vrouwen voortdurend kleine en grote schendingen van hun lichamelijke integriteit riskeren. Een pakkende kruising tussen de sociale thrillers van de broers Dardenne en de geduldige intimiteit van Kelly Reichardt.
De prijs voor Never Rarely Sometimes Always is des te opvallender aangezien juryvoorzitter Jeremy Irons zich aan het begin van het festival nog moest verdedigen voor zijn controversiële uitspraken over seksuele intimidatie, het homohuwelijk én abortus. Hij liet in 2016 nog optekenen dat zwangerschapsafbreking wat hem betreft een zonde was. Op de eerste dag van het festival nam hij op een persconferentie afstand van die commentaren.
‘There Is No Evil’ komt dit najaar bij ons in de bioscoop. Distributeur Sony bezit de Belgische rechten op ‘Never Rarely Sometimes Always’, maar heeft “voorlopig geen plannen” om de film in de zalen uit te brengen.