InterviewCheryl Strayed
Cheryl Strayed: ‘Voor mij ís literatuur zelfhulp. Boeken hebben mijn leven gered’
‘De patroonheilige van de adviesrubriek’. Zo noemt The New Yorker schrijver Cheryl Strayed (54): zij vond het genre in 2010 opnieuw uit. Onder de naam ‘Dear Sugar’ beantwoordde ze brieven van lezers die haar vragen stelden over alles waarover ze struikelden in het leven en de liefde. Bijzonder was dat Strayed niet kwam aanzetten met pasklare antwoorden of therapeutische inzichten, maar met openhartige verhalen uit haar eigen turbulente leven.
Als u ooit al van Cheryl Strayed hebt gehoord, dan komt dat misschien wel door haar bestseller Wild. Daarin vertelt ze hoe ze als twintiger een wandeltocht van 1.700 kilometer ondernam, helemaal alleen. Om de vroege dood van haar moeder te verwerken, en andere ‘klotezooi’, zoals een scheiding, ontrouw, misbruik en heroïnegebruik. Het boek werd verfilmd met Reese Witherspoon in de hoofdrol. Maar vóór dat succes was er ‘Dear Sugar’, de rubriek op de literaire website The Rumpus waarin ze tussen 2010 en 2012 anoniem antwoordde op de levensvragen van lezers. Een bundeling van die columns is nu in een nieuwe vertaling uitgebracht onder de titel Schitterende kleine dingen.
De columns van Strayed zijn vaak humoristisch, maar soms ook rauw en hartverscheurend, zoals ‘Het pasgeboren vogeltje’. ‘Lieve Sugar’, zo begint de ultrakorte brief van een lezer. ‘What the fuck? Ik stel deze vraag omdat die elke dag op alles van toepassing is. Vriendelijke groet, WTF.’ Sugar antwoordt: ‘Beste WTF. De vader van mijn vader liet zich door mij aftrekken toen ik 3, 4, 5 jaar oud was. Ik was er niet goed in. Mijn handen waren te klein.’ Daarna volgt haar relaas over hoe het plastische beeld van dat misbruik haar bleef achtervolgen, ook toen haar opa verhuisde, ook toen hij doodging en hoe ze steeds maar op zoek bleef naar het antwoord op de vraag waar het over ging, dat haar opa haar dat aandeed. What the fuck? Tot ze op een dag een pasgeboren vogeltje met een gebroken nekje vindt, het in een papieren zak stopt en het tegenstribbelende slappe én felle wezentje met ‘zijn doorzichtig laagje huid’ smoort met haar handen. ‘Ik begreep dat ik harder moest drukken dan ik kon verdragen.’ Tegen de briefschrijver zegt Strayed: ‘Je moet betere vragen stellen, sweet pea. Die klotezooi is jouw leven. Doe er wat aan. Liefs, Sugar.’
Hoe hebt u uw stijl gevonden toen u gevraagd werd als ‘Dear Sugar’? Uw manier van schrijven wordt gezien als een radicale breuk met de adviescolumn tot dan toe.
Cheryl Strayed: “The Rumpus is een literaire website. Mijn vriend, schrijver Steve Almond, die de rubriek toen schreef, zei: ‘We kunnen je niets betalen, niemand stuurt brieven in en niemand leest de rubriek.’ Wel, dat vond ik erg grappig. Wild was nog niet uit, ik had kleine kinderen, mijn man was documentairemaker en we waren blut. Het was volkomen onlogisch om ‘ja’ te zeggen, maar zeg nu zelf: wie wil er geen brieven lezen over de problemen en geheimen van anderen?
“Eerst dacht ik: laat ik het op een luchtige manier doen, zoals adviescolumns vaak zijn: ‘Doe dit, doe dat niet.’ Maar toen besloot ik: nee, ik ga me volledig smijten. Ik wil niet sarcastisch zijn, maar oprecht. Ik ga proberen mensen echt te helpen. Het fijne was: omdat ik het voor niets deed, kon niemand me iets voorschrijven. Ik benaderde de rubriek als schrijver. En dus werden het geen adviezen, maar verhalen, literaire essays over ons, mensen. En de mensheid. Alles stopte ik erin. Sommige stukken behoren voor mij tot het beste wat ik geschreven heb.”
Beïnvloedde uw manier van schrijven ook hoe mensen naar u schreven?
Strayed: “Zeker, de brieven werden steeds beter. Daarnaast had het invloed op hoe ik de column voortzette. Als mensen van je houden, word je dapperder. Soms dacht ik: ik hoop dat ze niet denken dat ik gek ben, ze vragen me iets en ik begin over mijn leven. Maar dat doe ik omdat ik geloof dat verhalen de kracht hebben om ons te veranderen, dat ze troost kunnen bieden. Dit was het beste wat ik te bieden had. Ik wist niet of ze het zouden begrijpen. Maar ze begrepen het, en daardoor kon ik groeien. Het was niet mijn bedoeling om de adviescolumn opnieuw uit te vinden, maar dit heb ik ervan gemaakt. En plots werd het een ding.
“Soms begrepen mensen het ook niet. Dan vroegen ze me om van hun vraag geen column te maken, maar wel of ik hen persoonlijk wilde aanschrijven. En nee, dat doe ik niet. Ik ben geen therapeut. En ik ben ook geen vriend die je om advies vraagt. Het is een literair project, ik schrijf niet privé naar mensen om ze te vertellen wat ze met hun huwelijk moeten doen.”
Vragen mensen ook op andere, ongewenste momenten om advies? Hoe gaat dat? Hoe bewaakt u uw grenzen?
Strayed: “Dat is soms lastig. Ik kan moeilijk nee zeggen. Vanaf het begin hebben mensen me laten weten dat mijn boeken hun leven hebben veranderd. In het begin was ik open en altijd beschikbaar. Dat ben ik nog steeds wel, maar ik heb echt moeten leren om te zeggen: ‘Dank je wel, ik kan je geen advies geven, maar ik wens je het allerbeste.’ Soms zeg ik heel snel iets, een klein stukje waarheid waar mensen iets aan hebben.
“Als ik zelf een brief aan Sugar zou schrijven, was mijn vraag: ‘Hoe zeg ik nee, hoe stel ik grenzen?’ Dit leven heeft me gedwongen om dat te leren, ik ben er nog steeds niet heel goed in. Je kunt mensen blij maken door ‘ja’ te zeggen. Ik ben een pleaser, ik hou ervan om mensen te geven wat ze willen, maar als ik dat eindeloos doe, dan blijft er niets van me over.
“Een tijdje geleden gaf ik een cursus aan honderden mensen en ik kreeg veel verzoeken om please, please, please een selfie met iemand te maken. Ik vind dat niet erg met één persoon, maar wel met 350 mensen. Dat deed ik vroeger wel, dan was ik twee uur bezig en voelde me alsof ik door een school piranha’s was verscheurd. Ik zeg nog steeds veel ja, maar ook ik duik soms weleens weg tussen de schappen in de supermarkt.”
U trekt zich de problemen van veel mensen aan. Houdt u dat weleens wakker ’s nachts?
Strayed: “Nee, absoluut niet. Mensen denken inderdaad dat het mij stress oplevert, dat ik de problemen van anderen op me laad, maar voor mij voelt het als het tegenovergestelde. Ik doe iets wat helpt. Er is een hoop ellende, er zijn veel mensen die zich eenzaam voelen en pijn hebben. Dat weten we allemaal. Daar niets aan doen, geeft me meer stress dan om dat te bieden wat ik heb, namelijk troost in de vorm van woorden. Ik vind het mooi om zo de levens van anderen te verlichten. Dat is de kracht van literatuur.”
U maakte een tijd een Sugar-podcast, nu beantwoordt u nog één keer per maand via uw website een ‘Dear Sugar’-brief. Merkt u dat de vragen veranderd zijn sinds het begin?
Strayed: “In de tijd van de podcast was er veel angst en boosheid over Trump. Hij spleet families en relaties. Nu is Trump weg, maar er zijn nog genoeg problemen over. Er is veel wanhoop over maatschappelijke thema’s, klimaatverandering, abortus. De pandemie heeft daar niet bij geholpen. Maar de vragen over relaties, familie, werk, overspel... die blijven altijd.”
Leest u weleens een zelfhulpboek?
Strayed: “Nee. Toen Schitterende kleine dingen uitkwam, was ik verbaasd om mezelf in boekenwinkels bij de afdeling zelfhulp te zien liggen. Ik ben geen zelfhulpschrijver. Ik ben geen coach, maar ik begrijp wel waarom ik in die rol terechtkom. Voor mij ís literatuur zelfhulp. Boeken hebben mijn leven gered. Schrijvers hebben mij de weg laten zien, hoe met lijden om te gaan, hoe door te gaan, hoe liefde te vinden. Dat is wat ik heb gevonden in romans, essays en verhalen.”
Cheryl Strayed, ‘Schitterende kleine dingen’, Thomas Rap
© Humo