review
Cass McCombs in Het Depot: Een zwerver in woord en daad
Konden we in Leuven het enigma Cass McCombs kraken? De raadselachtige singer-songwriter verschool zich achter puike psychedelica en bedrieglijk toegankelijke classic rock, maar liet toch een paar keer in zijn ziel kijken.
Onderschat, ondergewaardeerd, de beste singer-songwriter die je nog niet kent: je kunt geen artikel over Cass McCombs lezen zonder op dat soort omschrijvingen te botsen. Ook in Het Depot bleek de man eerder een goed bewaard geheim dan een artiest op de rand van de doorbraak. In laatste instantie werd zijn concert van de grote zaal naar de veel kleinere foyer verplaatst, waar een honderdtal mensen was opgedaagd. Weinig volk? Naar McCombs-normen is het een forse groei: in 2009, hij had net de prachtplaat Catacombs uit, zagen we hem in de theaterzaal van de Vooruit spelen voor een man of tien, hooguit twintig.
Ook nu toeren McCombs en zijn drie kompanen weer met een uitstekend album: Mangy Love uit 2016, indien niet zijn beste, dan toch zeker zijn toegankelijkste plaat. Het dicht opeengepakte publiek in Leuven wiegde dan ook mee met de aangename classic rock-cadans van ‘Bum Bum Bum’ en ‘Opposite House’.
Ongrijpbaar
Gemoedelijk sfeertje, tot je beter ging luisteren naar wat McCombs zong. In dat eerste nummer fileerde hij de rassenongelijkheid in de VS (“Nothing’s changed / the dog was caged / bum bum bum”), in de tweede had hij het in vergelijkbare bewoordingen (“Living in a golden age / Why do these words sound so strange? / Nothing’s changed / Inside this cage”) over de fundamentele eenzaamheid die zoveel (jonge) mensen dezer dagen lijken te voelen.
Zou dat gevoel van verlatenheid te maken kunnen hebben met de verlammende status quo waarin zijn land zich bevindt, en waar McCombs zich consequent tegen verzet door ongrijpbaar te blijven? Dat laatste doet hij in woord – hij benadert zijn onderwerpen altijd op een indirecte, literaire manier – én daad: de man heeft naar verluidt geen vaste verblijfplaats.
Ook zijn songs gingen in Leuven vaak aan het zwerven met lange jams of psychedelische freak-outs. Zo gaf het gitaarspel uit ‘In a Chinese Alley’ een idee van hoe Mark Knopfler zou klinken mocht die zweetband zijn hersenen afknellen, klonk de bassolo – dat was lang geleden! – in het behoedzaam swingende ‘Morning Star’ als een kwakende kikker en moesten we bij ‘Melissa’s Outhouse’ zelfs denken aan de überhippies van Grateful Dead (al kan dat ook aan de seventiesbril, -kapsel en jeansoutfit van de bassist hebben gelegen).
Tegenstrijdige stemmen
In die laatste song viel nog een typisch kenmerk van McCombs’ teksten op: hij liet verschillende, soms tegenstrijdige stemmen horen in één nummer. Dat zorgde voor een bevreemdend, maar intrigerend moment toen de terughoudende McCombs zich over zacht zoemende orgelklanken ineens expliciet tot het publiek richtte: “If it’s so easy, you try.” Door zulke eigenaardigheden – zie ook het bijna terloopse refreintje in ‘Cry’ – krijgt McCombs ook na negen albums nog altijd het etiket ‘raadselachtig’ opgeplakt.
Het vreemdste moment van de show was wel de vrouw die tijdens ‘Run Sister Run’ het podium beklom en daar de hele song bleef dansen en ter plaatse trappelen. McCombs’ ode aan atletische, heroïsche en geëngageerde vrouwen – opnieuw verpakt in schijnbaar vlekkeloze, maar onderhuids kriebelende classic rock – kon niet beter verbeeld worden.
Bizarre humor
Maar hoe indrukwekkend McCombs in die song ook voor de dag kwam, nog mooier was de ode aan zijn eigen vrouw, ‘Dreams Come True Girl’. Doorgaans verschool de wat afstandelijke singer-songwriter zich achter vreemde beeldspraak en bizarre humor, zoals in “Going to Bodie, looking for a good time” uit het geweldige ‘I’m a Shoe’ (Bodie is een spookstadje in de Californische woestijn). Maar hier werd hij heel direct en persoonlijk: “You’re not my dream girl / You’re not my reality girl / You’re my dreams-come-true-girl.”
Ook de bijna gecroonde, naar soul zwemende ballad ‘County Line’ bood een blik op de ziel van McCombs: hij is een naar liefde en écht contact verlangende mens, zoals wij allemaal, maar al te vaak scheiden allerlei barrières hem van zijn doel.
Ook wie Cass McCombs binnenkort nog wil horen en zien, zal een grens moeten overwippen, maar hij is de trip meer dan waard: morgen speelt hij in Le Grand Mix (Tourcoing), in juni staat hij op Best Kept Secret.