Bordspellen
Bordspellen zitten in de lift (in tegenstelling tot wat 'Jumanji' u wil doen geloven)
Volgens de nieuwe Jumanji zijn bordspellen helemaal uit. Maar zelden waren ze zo in. De verkoop gaat in stijgende lijn, spellenclubs schieten overal uit de grond. Populair bij spelers van 7 tot 77 jaar.
“Wie speelt er nu nog bordspellen?” Met deze boutade opent Jumanji: Welcome to the Jungle, vanaf vandaag in de zalen. De film is een vervolg op Jumanji uit 1995, dat draaide om het gelijknamige, magische gezelschapsspel. In de sequel wordt de originele speldoos gevonden op een strand, maar dat kan op weinig interesse rekenen. Uiteindelijk transformeert Jumanji zichzelf in een videogame, en de nieuwe premisse is gezet.
Hebben bordspellen dan finaal afgedaan? Wel integendeel, klinkt het in de industrie. De Belgische speelgoedwinkelketen Fun tekende in 2017 de beste omzet in zeven jaar op, met een stijging van tien procent in vergelijking met 2016. En die trend is ook in de rest van Europa zichtbaar, zegt marktonderzoeksbureau NPD Group. Een op de elf euro dat aan speelgoed wordt uitgegeven, gaat naar bordspellen.
Geluk
De markt is de afgelopen twee decennia dan ook een pak interessanter geworden. “Toen ik zelf kind was, waren er vooral gedetermineerde spellen”, zegt professor marketingcommunicatie Tim Smits (KU Leuven), 40 jaar. “Het doel was iets te bereiken, en er was maar één weg daar naartoe. Eigenlijk waren dat niet meer dan gevorderde versies van Ganzenbord. Wat er het meest van afweek waren Monopoly of Risk, want daarin moet je beslissingen nemen. Maar het principe bleef hetzelfde: het gaat vooral om geluk. Bij Ganzenbord is iemand de eerste, bij Monopoly heeft iemand het meeste geld.”
Toeval of niet, in 1995 – het jaar van de eerste Jumanji – verschijnt de gamechanger: de Duitse uitgever Kosmos brengt het spel Die Siedler von Catan op de markt. Een spel met redelijk eenvoudige spelregels, maar dat een strategische aanpak vereist. Het is zeker niet de eerste in zijn soort, maar wel het eerste dat in een mum van tijd in 25 talen vertaald wordt. In 1999 haalt de Nederlandse uitgever 999 Games het spel ook naar onze winkelrekken onder de naam Kolonisten van Catan.
“Catan betekende de start van een wildgroei aan spellen met een verhaallijn”, zegt Smits. “De speler beslist daarin zelf hoe hij het spel gaat spelen en welke tactieken hij gaat gebruiken. En dat maakt een spel natuurlijk veel aantrekkelijker. Die verhalen krijgen een belangrijkere impact. Het gaat om meer dan gewoon winnen, het narratief blijft hangen. Zulke spellen sluiten aan bij de storytellingsfeer uit de marketing en media. Wat dat betreft is er dus zeker een overlap tussen gezelschapsspellen en videogames.”
Spellenclubs
De vernieuwde interesse in gezelschapsspellen is een logisch gevolg van de videogame. “Er was zeker een tijd dat bordspellen als saai werden beschouwd”, zegt Mark Van Achter, 39 jaar, uitbater van het Antwerpse pop-upspellencafé The Playground. “Je moest moest regels lezen en je eigen plezier maken met een kartonnen bord, want minder interessant is dan de impulsen die individueel gegenereerd worden op een scherm. Intussen zitten we in een tegenbeweging, waarbij mensen door digitale stress weer weg willen van het scherm. Het contact samen wordt weer belangrijk. Rustig aan tafel zitten rond een bordspel hoort daarbij.”
Vandaag zien spellenclubs hun ledenaantal stijgen. Twee decennia geleden waren ze nog een rariteit. In 1994 wordt in Mortsel de club Forum opgericht. “We waren met vier vrienden die graag spellen speelden, maar onze hobby werd niet altijd gedeeld door onze echtgenotes”, zegt medeoprichter Carl Adriaensen, 54 jaar, tevens eigenaar van Adriaensen Speciaalzaak in Antwerpen. “Het principe was simpel: iedereen was welkom om deel te nemen aan onze spelavonden. En al snel zijn er nieuwe afdelingen ontstaan.” Tegenwoordig zijn er 18 spelkernen aangesloten bij het samenwerkingsverband Forum-Federatie van clubs overal ten lande.
Ook Adriaensen noemt Kolonisten van Catan een keerpunt. “Al zijn we dat intussen beu gespeeld”, zegt hij. "Voor ons gaat het niet alleen om het spelen zelf, maar ook over het ontdekken van nieuwigheden. Daarom begonnen sommigen met het maken van vertalingen van nieuwe, buitenlandse spellen. Catan was een van die eerste.” Anno 2018 hebben die fanvertalingen nog weinig zin. De kans is groot dat de Nederlandse uitgevers 999 of White Goblin zo’n nieuw spel al snel zelf op de markt brengen.
Gigantisch aanbod
Het aanbod is gigantisch en nauwelijks bij te houden. Vandaag zitten er 7.000 titels in het winkelassortiment van Adriaensen. “Vroeger had ik bijna alles ook zélf gespeeld, maar tegenwoordig is dat onbegonnen werk. Als ik elke dag een ander spel zou spelen, ben ik nog 20 jaar bezig. Nu probeer ik me te behelpen met wat ik lees over de spellen die ik nog niet zelf gespeeld heb.”
Nieuwe trends ontdekken, doet hij op beurzen, zoals het jaarlijkse Spiel in Essen (Duitsland). In 2017 kwamen er 180.000 bezoekers over de vloer en werden er 1.200 nieuwe spellen voorgesteld. En Belgische spelers verzamelen tijdens Spel - de beurs van Forum-Federatie in Antwerpen – die vorig jaar 3.750 bezoekers lokte. Spelers komen daar zelf hun favoriete spelen voorstellen.
Maar het blijft een moeilijke business. Adriaensen verkoopt vooral titels waarvan er niet noodzakelijk veel verspreid worden. “Valt de interesse tegen – omdat er bijvoorbeeld een paar slechte besprekingen over verschijnen – dan blijf je ermee zitten. Maar wordt een spel dan toch een hype, is het nog amper te pakken te krijgen bij de fabrikant.”
Azul is zo’n hype, een spel waarin spelers tegelkunstenaars zijn die een Moors paleis versieren. Het spel werd voorgesteld op Spiel, de vraag is niet bij te houden. “Pas volgende maand komt de nieuwe druk op de markt”, zegt Adriaensen. “Een Duitse klant is hier al vier dozen komen kopen van de Nederlandstalige vertaling. Maar dat maakt niet uit, in Duitsland gaat het nog langer duren eer het spel weer voorradig is.”
Nerdy?
Dat heeft er ook mee te maken dat bordspellen het vroeger mannelijke en nerdy nichecircuit zijn ontgroeid. “Vandaag is het weer cool om een bordspel te spelen”, zegt Van Achter. “En de industrie speelt daarop in, met steeds beter wordende graphics en uitgewerkte thema’s. Het neveneffect is dat het moeilijker wordt om kwaliteit te vinden. Een spel goed doen ogen, is makkelijk. Maar een interessante mechaniek vinden, dat is de holy grail. Van alle spellen die er verschijnen, is tien procent echt goed. Het is de taak van de winkelier – of de spelcafé-uitbater – om de gewone speler wegwijs te maken, als een sommelier.” Het zijn gelegenheden als deze waar liefhebbers een spel eerst kunnen uitproberen, alvorens een groot bedrag uit te geven.
Met The Playground wil Van Achter zo breed mogelijk gaan. Want er bestaan al wat spellencafés, maar die richten zich op de niche. “Daar zitten twee soorten spelers: zij die het als sociale hobby willen verbreden, en zij die het vooral niche willen houden. Het is eenzelfde spanningsveld voel je bijvoorbeeld bij metalfans: hoe bekender of commerciëler de muziek, hoe minder de nichegroep zich ermee kan vereenzelvigen. In mijn café probeer ik die groep met de gewone speler te verenigen, en de meerderheid lijkt daar gelukkig in mee te gaan.”
Burn-out
Zelf raakte hij vier jaar geleden opnieuw in de ban van het spel. Van Achter was professor economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, maar kreeg een burn-out. “Van een coach die me toen begeleidde, kreeg ik onmiddellijk de vraag: waar haal je energie uit? Ik kon er niet op antwoorden. De volgende vraag was: wat heeft je als kind energie gegeven? Voor mij was dat sociaal bezig zijn, zoals gezelschapsspellen spelen. Het is een klassieke, psychologische truc: iemand in burn-out heeft energieverlies. En ik heb die helemaal teruggevonden door thuis vrienden uit te nodigen om spellen te spelen.”
“Spellekes spelen, zeggen mensen dan. Maar dat klinkt denigrerend. Weinig mensen kunnen inschatten hoeveel kracht er in een spel schuilgaat. Het kan je even doen loskoppelen van de realiteit, maar je ook linken aan anderen die je niet noodzakelijk kent. Het is een veilig interactieplatform voor wie sociaal wat minder bekwaam is. In het café probeer ik vaak mensen samen te zetten, en zo een leuke micro-ervaring te creëren. Nee, ik ben geen therapeut, ik bedoel dat ook niet op een esoterische manier. Maar mensen leven daar enorm van op.”
En precies daarom is het aan te moedigen om al op vroege leeftijd met spellen te beginnen. “Samen een spel spelen, stimuleert de sociale vaardigheden”, zegt Kaat Timmerman, 60 jaar, pedagoog bij De Leermobiel. “Kinderen leren hun beurt afwachten, of beter omgaan met verliezen. En dat draagt bij tot een positieve dynamiek in het gezin. Maar ook is het fysieke aspect erg belangrijk. Het spelen met materialen, het vastnemen en plaatsen van pionnen, draagt bij tot stevigere ruimtelijk-visuele vaardigheden die vaak aan de basis liggen van schoolse problemen. Sommige van die ontwikkelingsmogelijkheden zitten ook in videogames, maar dat mag niet het enige zijn waar kinderen mee spelen. Het sociale aspect is in dezen niet te verwaarlozen.”