Filminterview
Bong Joon-ho over zijn monsterfilm 'Okja': "Kinderfilmsfeer tegenover realisme"
Vanaf woensdag is de Zuid-Koreaanse monsterfilm Okja met Amerikaanse sterrencast te zien op Netflix. Regisseur Bong Joon-ho sprak in Londen over zijn wonderbaarlijke internationale productie.
Natuurlijk had hij een film kunnen maken over een gewoon zwijn, dat na een onbezorgde tijd op de boerderij het slachtpistool tegen de kop gezet krijgt. Maar de Zuid-Koreaanse regisseur Bong Joon-ho (47) wist van begin af aan zeker, toen hij het verhaal van Okja bedacht: het genetisch gemanipuleerde titeldier moest een timide kijkend wezen van monsterlijke proporties worden. "Die afmetingen hebben een symbolische betekenis", aldus Bong. "Genetisch gemanipuleerd fruit, groente, zalm: allemaal uit de kluiten gewassen. Wanneer ze aan de hebzucht van het kapitalisme moeten beantwoorden, nemen producten toe in proportie."
In Okja, vanaf woensdag te bekijken via streamingsdienst Netflix, gaat maatschappijkritiek hand in hand met eigenzinnig monstervermaak. Kwade genius is vleesmagnaat Lucy Mirando (Tilda Swinton), wier megaconcern een reuzenzwijn heeft ontwikkeld. Het dier moet hét antwoord worden op het globale voedseltekort. Om de massale productie van megavarkens toch nog een vriendelijk tintje te geven, laat Mirando de dieren opgroeien bij boeren wereldwijd. Geen enkel reuzenzwijn heeft het zo goed als Okja, dat met het meisje Mija (Ahn Seo-Hyun) en haar grootvader (Byun Hee-bong) een idyllisch bestaan leidt in de bossen en bergen van Zuid-Korea. Totdat tv-presentator Johnny Wilcox, door Jake Gyllenhaal neergezet als een hysterische Steve Irwin-kloon, komt opdagen met zijn cameraploeg.
Slachtfabrieken
Bong beschouwt Okja als het spiegelbeeld van zijn andere monsterfilm, The Host (2006), waarin een visachtig reuzenreptiel dood en verderf zaait in Seoul. "Beide films gaan over een monster en een meisje", zegt de cineast in een Londens hotel, vlak na de wereldpremière op het filmfestival van Cannes. "In The Host houdt het schepsel een kind gevangen in zijn nest in het riool. Heel duister en smerig dus, en precies het tegenovergestelde van Okja: de wereld van Okja en Mija is er een vol bomen en zonlicht. Maar vraag me niet waarom dat beeld van een monster en een meisje me zo interesseert, geen idee. Ik krijg nu zin om een film over een monster en een oud vrouwtje te maken. Oude vrouwtjes zijn de engste wezens ter wereld. Ik zie het al helemaal voor me, hoe zo'n oma haar creatuur er flink van langs geeft."
Na het sf-spektakel Snowpiercer (2013) is Okja Bongs tweede internationale productie, en de eerste waarin hij zich buiten de grenzen van zijn vaderland begeeft. Halverwege verhuist de film van Zuid-Korea naar New York, waar Okja aan het grote publiek wordt gepresenteerd. Voor de research ging Bong zelf in Amerika op pad. "Ik bezocht slachtfabrieken die vijf keer zo groot waren als een voetbalstadion. Buiten stonden tienduizenden koeien te wachten op hun dood - een beeld dat terugkomt in mijn film. Terwijl ik al veel documentaires over de vleesindustrie heb gezien, is het iets anders om zelf op zo'n plek te komen. En vooral om hem te ruiken. Ik kreeg geen hap vlees meer door de keel." Een blijvend effect was het niet, geeft hij toe. "Er wordt in mijn woonplaats Seoul helaas te veel en te lekker gebarbecued. Tegenwoordig probeer ik rood vlees te vermijden en voornamelijk vis te eten."
Okja is een bedrieglijke, verraderlijke film: in het eerste half uur kun je gemakkelijk denken dat je naar een knuffelig Disneysprookje zit te kijken. Mija en Okja dollen erop los, liggen symbiotisch te soezen in de zon en eten tegelijk hun avondmaal. Het is bijna alsof Okja, Mija en opa een gezin vormen. Maar ook dit reuzenvarken moet naar de slachtbank.
Okja begint zo paradijselijk dat je niet ziet aankomen hoe hard de film later wordt.
Bong Joon-ho: "Dat reflecteert de manier waarop wij in het kapitalistisch systeem met dieren omgaan. Enerzijds behandelen we ze als knuffels en vrienden, anderzijds reduceren we ze tot zielloos voedsel. Die twee omgangsvormen knallen in Okja frontaal op elkaar, dus ook visueel. Eerst de warme groene tinten van het bergwoud, dan de harde beton- en glasfaçades van de grote stad. Eerst een zoet sfeertje, dan het slachthuis."
Inclusief een scène waarin Okja in het abattoir door een mannetjeszwijn wordt verkracht.
"Zulke scènes moesten er echt in, vond ik. Als ik vraagtekens bij onze dubbelhartige omgang met dieren wilde zetten, moest ik na alle knuffeligheid het geweld zo expliciet mogelijk tonen. Hetzelfde geldt voor de scène waarin je ziet hoe de reuzenvarkens in een soort trommel worden gedreven, die hen in de juiste positie brengt voor het schot door hun kop. Precies zo gebeurde dat met de runderen in het slachthuis in Colorado dat ik bezocht.
"Oorspronkelijk wilde ik Okja bij een gewone studio onderbrengen, met een traditionele bioscooprelease. Maar toen ik mijn idee bij hen pitchte, bleven de studiobonzen maar aan mijn hoofd zeuren: 'Bong, wil je per se in het slachthuis draaien?' Ziek werd ik ervan, hoe ze me voortdurend van mijn opzet wilden afbrengen. De film was hen überhaupt veel te eigenzinnig en politiek."
En zo kwam u bij Netflix terecht?
"Precies. Daar lieten ze me helemaal mijn gang gaan. Zo cool! Ik ga er wel vanuit dat Okja op de site een duidelijk leeftijdsadvies meekrijgt, want het zou niet prettig zijn als ouders denken dat ze hun kinderen een onschuldig fantasie-avontuur voorschotelen, om vervolgens met getraumatiseerd kroost te zitten."
Overdreven spel
Het overdreven spel van hoofdrolspelers Swinton en Gyllenhaal kan even slikken zijn: zij met opzichtige gebitsprothese, hij gestoken in streepjescolbert plus korte broek en pratend met een ielige, afgeknepen stem. Een jeugdserie van het infantielste soort, lijkt Okja in hun scènes soms. "Toegegeven, ze zijn nogal cartoonesk, die twee", aldus Bong. "Maar ook dat hoort bij het contrasterende karakter van mijn film: de kinderfilmsfeer tegenover het realisme. Bovendien zijn dit mensen die het contact met het normale leven hebben verloren, die voortdurend over hun publieke imago nadenken en dus altijd acteren. Dat was wat ik met dat overdreven spel wilde uitdrukken."
Tegenover de schmierende acteurs staat dan weer de terughoudendheid van de economisch gedoseerde actiescènes. Wanneer het reuzenvarken midden in New York publiekelijk wordt onthuld, verwacht je dat ze à la King Kong ontsnapt en amok maakt. Maar het enige wat Okja in puin legt, is een ondergronds winkelcentrum in Seoul.
Waarom net die locatie?
"Ik haat ondergrondse winkelcentra! Weet jij een ergere plek om je boodschappen te doen? Daarom was ik blij dat ik met Okja zoveel ravage kon aanrichten. In New York gaat het me meer om de emoties en het drama, en om het feit dat het varken op Wall Street wordt onthuld - het hart van het kapitalisme. Maar nu vraag ik me af of ik daar misschien iets méér had moeten uitpakken, voor de toeschouwer die een echte monsterfilmfinale verwacht."
Opvallend is het kalme tempo waarmee u de actiescènes filmde: ook al niet echt volgens de conventies.
"Wanneer zo'n winkelcentrum wordt vernield, hoef ik dat er niet ook nog eens stilistisch dik bovenop te leggen. Dat heeft ook met mijn werkwijze te maken. Ik teken mijn scènes van tevoren altijd volledig uit in storyboards. Ik denk daarbij nooit in een gefragmenteerde opeenvolging van korte shots, maar in lange, van een zekere afstand gedraaide opnamen. Ik hou er niet van als een scène versnipperd raakt."
En dan klinkt bij die achtervolgingsscène ook nog een vrolijke Balkanfanfare en later de evergreen 'Annie's Song'. Hoe verzint u het?
"Ik wilde koste wat kost het typische zomerblockbustergeluid vermijden. Dus ik zei tegen componist Jung Jaeil dat ik graag muziek wilde die klonk als een knorrend varken. Komt hij twee weken later met die fanfares aanzetten! Dat bleek precies de klank waar ik naar zocht, opwindend en vrolijk maar geen moment bombastisch. Dus we hebben speciaal voor die scènes een Macedonisch blaasorkest ingeschakeld. 'Annie's Song' was een liedje dat mijn broer vroeger constant draaide, tot ik er helemaal gek van werd. Tijdens de montage legden we het voor de grap onder de scène, en het bleek nog te werken ook. Zo gaf ik het liedje na 35 jaar terug aan mezelf."
Vanaf 28/06 op Netflix.
Lees hier onze recensie: 'Okja': 'E.T.' met meer varkensdrek
En lees ook: Waarom de Zuid-Koreaan Bong Joon-ho een van de allerbeste regisseurs van deze eeuw is