InterviewTeodora Ana Mihai
Belgisch-Roemeense regisseur is kind aan huis op filmfestival van Cannes: ‘Een kind verliezen is de grootste vrees van elke ouder’
Als kind ontsnapte de Belgisch-Roemeense regisseur Teodora Ana Mihai aan het dictatoriale regime van Ceaușescu, nu rolt het filmfestival van Cannes voor haar de rode loper uit. Mihai stelt er vrijdag haar eerste fictiefilm ‘La Civil’ voor, over de verwoestende gevolgen van drugsgeweld in Mexico.
Met terechte trots zit Teodora Ana Mihai (40) tegenover ons in een koffiebar in Gent, de stad waar ze sinds enkele jaren woont met haar vriend en hun driejarig dochtertje. Haar frêle stem heeft soms moeite om boven het kabaal van de espressomachines uit te komen, maar schijn bedriegt: Mihai is geen kwetsbaar vogeltje, wel een vastberaden artieste die er niet voor terugdeinsde om maandenlang op onderzoek te gaan in de gevaarlijke noordelijke grensstreek van Mexico, waar gewelddadige drugskartels de plak zwaaien.
Mihai debuteerde in 2014 met Waiting for August, een gevoelige documentaire waarvoor ze haar camera neerpootte in een klein appartementje in het Roemeense Bacau. Daar neemt een 15-jarig meisje de zorg voor haar zes broers en zussen op zich, terwijl haar moeder in Italië de kost gaat verdienen. De film won prijzen op prestigieuze festivals als Hot Docs en Karlovy Vary, en werd geroemd om zijn subtiele fly-on-the-wallstijl.
Kinderen
Opvolger La Civil, in Cannes geselecteerd voor de sectie Un Certain Regard, zou aanvankelijk in dezelfde documentaire lijn liggen, zegt Mihai: “In Waiting for August had ik gefocust op kinderen die moeten opgroeien in een moeilijke sociaal-economische context, en toen ik in 2014 op reis was in Tamaulipas, in het noorden van Mexico, stelde ik me al snel de vraag: hoe moet het zijn om hier op te groeien, waar mensen ’s morgens de deur uitgaan en ’s avonds niet meer thuiskomen? Waar niemand ooit te weten komt wat er met die mensen gebeurd is? Hoe is het om daar kind te zijn, of ouder te zijn? Daar wilde ik een documentaire over maken.”
Het contrast met vroegere reizen naar Mexico viel Mihai zo op: “Als tiener woonde ik een hele tijd in San Francisco, van waaruit ik heel gemakkelijk roadtrips naar Mexico kon ondernemen. Dat was toen nog een heel ander land. Alles begon te veranderen in 2006, toen president Felipe Calderón aan zijn war on drugs begon. Sindsdien is het geweld in het dagelijkse leven van de gewone mensen beginnen te sijpelen. In 2014 kreeg ik te horen dat ik beter niet kon buitenkomen na 19 uur, wegens te gevaarlijk.”
Die onveiligheid maakte het voor Mihai uiteindelijk onmogelijk om de documentaire te maken die ze voor ogen had: “Toen we na tweeënhalf jaar onderzoek wilden draaien, moesten we vier bodyguards inschakelen: eentje voor elk crewlid. En die bodyguards hadden op hun beurt de steun van de lokale gewapende ordediensten ingeroepen. We waren dus geen fly on the wall, eerder een elephant in the room. (lacht) Op die manier kan je gewoon geen observerende documentaire maken. Bovendien voelden we al snel dat we met censuur zouden te maken krijgen, en door de aanwezigheid van de camera nooit de authentieke realiteit zouden kunnen vastleggen.”
Huisvrouw op wraakmissie
De plannen werden radicaal omgegooid: fictie dan maar, gedistilleerd uit de vele getuigenissen die Mihai en haar coscenarist, de Mexicaanse auteur Habacuc Antonio De Rosario, inmiddels verzameld hadden. En vooral dan die van één vrouw: Miriam Rodríguez. Een huisvrouw uit San Fernando, wier leven plots in een hel veranderde toen haar jongste dochter Karen gekidnapt werd door kartelleden. Miriam hoestte het gevraagde losgeld op, maar kreeg haar dochter niet terug. Politie en justitie keken de andere kant op. Ook toen ze er uiteindelijk op eigen houtje in slaagde om de stoffelijke resten van Karen terug te vinden. Miriam besloot om het recht in eigen handen te nemen: de rest van haar leven zou ze jagen op de ontvoerders van haar dochter. “Miriam was de grootste inspiratie voor mijn hoofdpersonage Cielo”, zegt Mihai. “La Civil volgt in grote lijnen haar verhaal.”
“Een kind verliezen is de grootste vrees van elke ouder”, verklaart Mihai haar interesse in het thema. “Maar die oerangst ontketent bij Cielo ook een oerkracht. Dat vond ik heel inspirerend: hoe een zwakke huisvrouw kan uitgroeien tot een sterke leeuwin. De film gaat over doorzettingsvermogen ondanks alle obstakels, over niet bij de pakken blijven zitten. Maar er is ook een keerzijde: tijdens haar zoektocht evolueert Cielo ook van slachtoffer naar dader. Dat is de commentaar die de film maakt: wanneer dat geweld je aanraakt, word je er deel van. Het is een vicieuze cirkel. Een van de eerste dingen die Miriam tegen me zei toen ik haar ontmoette, was: ‘Wanneer ik ’s morgens mijn ogen open, wil ik ofwel sterven, ofwel een moord begaan.’ Die uitspraak contrasteerde zo hard met het beeld van die brave moeder die tegenover me zat.”
Persoonlijke band
Mihai bouwde een erg persoonlijke band op met Rodríguez. De klap was groot toen in mei 2017 het vreselijke nieuws kwam: Rodríguez was voor haar huis doodgeschoten door kartelleden. “Miriam – en iedereen rond haar – wist dat het vroeg of laat zou gebeuren. Het was alleen een kwestie van waar en wanneer ze vermoord zou worden. Toch bleef ze strijden en mensen op de tenen trappen. Ze had al zo veel verloren, dat ze nog maar weinig waarde hechtte aan haar leven. Ook al had ze nog twee oudere kinderen. Karen was haar jongste, het enige kind dat nog onder haar vleugels leefde. Toen zij verdween, reageerde Miriam bijna alsof haar enige kind haar was ontnomen.”
Pas jaren na haar dood ontdekte ook de rest van de wereld het verhaal van Miriam Rodríguez. Vorig jaar maakte The New York Times een uitgebreid portret van haar. “Rijkelijk laat”, zegt Mihai lichtjes geërgerd. “Blijkbaar krijg je als activist pas aandacht als je een martelaar bent. Toen wij Miriam leerden kennen, gaf niemand anders haar een platform. Terwijl het wel echt haar bedoeling was dit onderwerp internationaal onder de aandacht te brengen. Daarom vond ze het ook fijn dat ik een buitenlandse regisseur was. Ze wilde een debat op gang brengen en daarmee iets aan de barslechte situatie veranderen.”
Het artikel van The New York Times deed Hollywood-producenten watertanden: na een hevige bidding war verwierf productiehuis Blumhouse, voornamelijk bekend van horrorfilms als The Purge en Us, de rechten om Rodríguez’ verhaal te verfilmen. Mihai had haar opnames van La Civil op dat moment al afgerond. Over de Amerikaanse concurrentie lijkt ze zich weinig zorgen te maken. “Er is plaats voor iedereen onder de zon, en ik veronderstel dat het een heel andere film zal worden. Het is Hollywood, hè. (lacht) Sowieso zal het minder authentiek zijn, want de makers hebben Miriam nooit gekend. Wij wel. Al is het natuurlijk een goede zaak dat het onderwerp in de schijnwerpers blijft staan.”
Verscheurde familie
Na Waiting for August is La Civil opnieuw een verhaal over een verscheurde familie, waarin ondanks alles toch een grote verbondenheid blijft bestaan. Mihais fascinatie voor dat thema hoeft niet te verbazen, gezien haar levensloop. “Toen ik zevenenhalf was, zijn mijn ouders uit Roemenië vertrokken om aan het regime van Ceaușescu te ontsnappen. Dat deden ze zonder mij, want wie het land verliet, moest iets of iemand van waarde in Roemenië achterlaten, als garantie dat ze zouden terugkomen. En dus lieten mijn ouders mij achter bij mijn tante en nonkel. Tegen mij hadden ze verteld dat ze twee weken op vakantie gingen – ze konden me de waarheid niet vertellen, want dan had ik in mijn kinderlijke onschuld sowieso mijn mond voorbij gepraat op school, en daarmee de hele familie in gevaar gebracht. Maar na verloop van tijd zag ik natuurlijk dat ze niet terugkwamen, en legde mijn tante me beetje bij beetje uit hoe de vork in de steel zat.”
Pas na meer dan een jaar werd Mihai herenigd met haar ouders, die in België een nieuwe thuis hadden gevonden. “Ik mocht uiteindelijk ook naar België overkomen, met de hulp van het Internationale Rode Kruis, en dankzij veel diplomatieke druk uit het Westen. Nauwelijks enkele maanden later barstte in Roemenië de Revolutie los, dus ik heb geluk gehad.” Toen ze 16 was, zocht Mihai alweer andere oorden op: “Mijn tante en oom, bij wie ik in Roemenië was achtergebleven, waren later ook gevlucht, en hadden zich gesetteld in San Francisco. Ik kreeg de kans om daar mijn twee laatste jaren middelbare school te gaan doen. Daarna heb ik filmstudies gestudeerd aan het Sarah Lawrence College in Upstate New York, waar ik een volledige beurs kreeg. Toen ik afgestudeerd was, keerde ik terug naar België. Maar al mijn vrienden en mijn netwerk bevonden zich in Amerika; ik had het gevoel dat ik uiteindelijk in de VS mijn leven zou uitbouwen. Ondertussen werd mijn vader zwaar ziek. Vertrekken was geen optie meer. Ik vond dat ik er moest zijn voor hem, en voor mijn familie.”
“Heel die geschiedenis komt op de een of andere manier altijd terug in mijn werk”, weet Mihai. “Ik schrijf vaak verhalen over families die zwaar onder druk gezet worden door een heel beladen context, en dan toch de veerkracht vinden om te overleven, en een manier zoeken om te blijven bestaan. Ik vermoed dat dat thema altijd een rol zal blijven spelen in mijn werk.”
Mihais verleden vertaalt zich ook op een andere manier in haar werk: haar films tonen mensen die – net als de Roemeense bevolking onder Ceaușescu – aan hun lot worden overgelaten, of zelfs slachtoffer worden van de autoriteiten die hen zouden moeten beschermen. “In La Civil laat de overheid het na om de kidnapping van Cielo’s dochter op te lossen, en in Waiting for August zie je mensen die economisch hun plan moeten zien te trekken. Ik neig absoluut naar verhalen met een zekere maatschappelijke relevantie. Maar ik ben geen politica. Ik beweer geen oplossingen te hebben. Ik wil gewoon bepaalde onderwerpen onder de aandacht brengen, in de hoop dat de politiek er iets aan zal doen.”
Voorbeeldfunctie
Vrijdagnamiddag is het eindelijk zover, dan beleeft La Civil in Cannes zijn wereldpremière. Het is de enige Vlaamse productie op het festival, dus er zal vanuit onze contreien met argusogen naar de reacties worden uitgekeken. Maar hoe Vlaams voelt Mihai zich zelf eigenlijk, met haar uiterst internationale achtergrond? “Behoorlijk Vlaams!”, lacht ze. “Vlaanderen is de plek waar ik het grootste deel van mijn leven heb doorgebracht en naar school ben gegaan. En als je de taal spreekt, wordt de cultuur sowieso een deel van je. Maar tegelijk vind ik het ook fijn om een voorbeeldfunctie te hebben als Roemeense: ik hoop dat ik mensen kan doen beseffen dat er niet alleen Roemeense kuisvrouwen zijn, maar dat ze ook wel wat anders doen.” (lacht)
La Civil verschijnt dit najaar in de bioscoop.