Interview
Belgisch-Congolese rapper Baloji: "Ik neem niet mezelf maar wel mijn vak ernstig"
Waar is Baloji? Nog even onder de radar van de Belgische pers, zo blijkt. Wanneer we de Belgisch-Congolese rapper spreken in een Gentse koffiebar is hij net terug van een concert in Berlijn. Stijlvol, de bekende hoed op het hoofd, goedlachs en klaar om de wereld dit najaar te verblijden met een nieuw album.
Baloji, witte raaf in het vaderlandse muzieklandschap, met een indrukwekkend live-palmares. Of ken jij veel Belgische artiesten die op het podium van de Londense Royal Albert Hall hebben gestaan?
Het is Baloji niet ontgaan dat de Gentse mobiliteit nogal veranderd is. “Dat circulatieplan? Wat is me dat allemaal”, zucht hij. Dat hij even niet weet welke weg hij moet nemen om zijn dochter naar school te brengen. Met de fiets? “Hey, ik ben van Luik, daar wordt niet gefietst”, lacht hij. Nu ja, dat circulatie-euvel komt wel goed. Baloji is geen man die zich veel zorgen maakt. Nooit gedaan trouwens, ook niet toen het er even op leek dat zijn tweede plaat, Kinshasa Succursale, voor eeuwig in de kluis zou blijven liggen. Hij hanteert een heldere filosofie: go with the flow.
Luik anno 2017
Geboren in Lubumbashi, verhuisd naar Oostende, en dan verkast naar Luik toen hij vier was. Baloji spendeerde zijn jeugd in een stad die langzaam ontwaakte uit een metallurgische kwade droom, en nog lang niet de allure had van het Luik anno 2017, une grande dame die haar grimmige verleden sussend omarmt met een prachtig verhaal vol cultuur en stadsontwikkeling. Maar in hoeverre heeft opgroeien in Luik, en bij uitbreiding, Wallonië, het leven van de jonge Baloji bepaald? Zit er Luiks DNA in zijn bloed?
"Pfoeh", zucht hij. "Heb je een uur of twee? Ik ben op mijn vierde in Luik beland, samen met mijn vader. En ook al woon ik nu al een tijdje in Gent, toch blijf ik mezelf beschouwen als un vrai Liègeois. Mijn roots liggen er. Op Hotel Impala (zijn eerste album, red.) vertelde ik al dat er in Luik niet zo erg veel te beleven valt als pakweg in het historische Gent, maar dat het leven er gemaakt wordt door een verzameling fantastische en aparte figuren en door de aanwezigheid van verschillende internationale gemeenschappen: de Congolese, de Italiaanse, de Marokkaanse, een opmerkelijk stadscentrum, de verschillende wijken. Ik heb zelf jaren in het ‘quartier junk’ gewoond."
"Luik lijkt qua samenstelling toch een beetje op Amsterdam, vind ik. Er is wat trash, magie, veel feest,... De stad heeft me alles geleerd en mijn muzikale wieg staat er. Toen ik er opgroeide, waren Luik en de omringende steden in de ban van house en jump. Mensen luisterden haast naar niets anders. Mijn vrienden en ik waren dat op een bepaald moment zo beu dat we als reactie naar hiphop begonnen te beluisteren."
En de rest is Luikse geschiedenis. Je was vijftien toen je met Starflam begon, in een stad die in de jaren 90 een zwaar staalverleden van zich af aan het schudden was.
"Ja, Luik was toen lang niet de stad die ze vandaag is, maar wij hadden daar eerlijk gezegd weinig oog voor. Ik vind het wat vreemd om het zo te zeggen, maar toen wou ik me enkel amuseren. En dat is nog steeds mijn drijfveer: ik wil me amuseren als muzikant. Ik vind dat veel muzikanten zichzelf veel te au sérieux nemen. Mij gaat het vooral om het opzoeken van het speelplezier en de fun van het creatieproces. Ik ben ooit videoclips beginnen maken zonder goed te beseffen waar ik aan begon. Ik had een videocamera en wou een clip opnemen op een van de grootste boulevards in Kinshasa. Et voilà. Mocht iemand me toen gezegd hebben: “Baloji, dat is veel te moeilijk”, dan was ik er waarschijnlijk niet aan begonnen."
"Hetzelfde geldt voor Starflam. Had iemand toen gezegd dat het nooit wat zou worden met die band, dan was ik er wellicht niet mee gestart. Ik denk weinig na over de dingen. Als ik het voel, grijp ik het moment en doe ik wat ik in mijn hoofd heb. Zo heb ik onlangs mijn eerste filmscenario geschreven, het was de beste beslissing ooit. Ik heb er anders door leren werken. Ik wacht niet op het negatieve oordeel van anderen, want dat zou me te veel beïnvloeden. Ik doe het gewoon. Als er één ding is wat ik en parcours geleerd heb, is het om jezelf niet te ernstig te nemen, maar wel ernstig met je vak bezig te zijn. Hard werken en je amuseren. Go with the flow, dat vind ik belangrijk."
Ware cinefiel
Is dat iets wat je opgepikt hebt in Luik?
"Ook. Ik heb er wel altijd in geloofd dat je je moet laten leiden door wat het lot je aanreikt. Toen ik met Starflam begon, was dat omdat ik erg geïnteresseerd was geraakt in rap. Ik zat als jonge gast in de Luikse graffitiscene en kwam in aanraking met rap en hiphop. Ik waagde me aan een paar rhymes, begon zelf wat te schrijven en merkte dat me dat erg beviel. Ik had echt geen masterplan, maar liet alles gebeuren. Ik heb op geen enkel moment gedacht dat ik met mijn muziek pakweg in de playlists van Studio Brussel zou of wou terechtkomen. Zelfs vandaag niet. Als dat gebeurt, zoveel te beter, maar ik wil niet afhankelijk zijn van een muziekprogrammator. Ik heb altijd de weg bewandeld die me het meest logisch leek, en daar ben ik blij om."
"Weet je, in Luik woonde ik boven een videotheek. Die periode heeft van mij een ware cinefiel gemaakt, een liefhebber van films waarin het hoofdpersonage koppig zijn droom volgt, zwaar op zijn bek gaat, maar blijft doorzetten. Ik hou van artiesten die blijven doorgaan, ook al hebben ze niet meteen succes. Kijk naar Maren Ade, de regisseur van het fantastische Toni Erdmann. Haar vorige projecten flopten, maar met Toni Erdmann heeft ze plots een hit te pakken, en kreeg ze zelfs een Golden Globe. Koppig verder doen en plezier hebben met wat je doet, sommige artiesten vergeten dat wel eens."
“Just because you fail once doesn't mean you're gonna fail at everything”. Marilyn Monroe wist het ook al. Plezier en doorzetting do the trick.
"Ja, natuurlijk. Iemand vertelde me ooit dat een artiest geobsedeerd moet zijn door waar hij mee bezig is vanaf het moment dat hij wakker wordt. En dat je het onderste uit de kan moet halen, een filosofie die me na aan het hart ligt. Ik wil mezelf geen kunstenaar noemen, maar ik ga wel steeds tot het uiterste in mijn creativiteit. Dingen afwerken. Als ik dat niet doe, loop ik onrustig."
En dat terwijl iedereen ervan overtuigd is dat het er in Wallonië rustiger toegaat, dat de mensen er gemoedelijker zijn...
"Lui wil je zeggen. (lacht) Een torenhoog cliché dat ik hierbij met veel plezier ontkracht. Ik hoor en lees vaak dat Walen, zeker in vergelijking met Vlamingen, luier zijn en de dingen wat meer op hun beloop laten, maar dat is echt niet zo. Walen vinden wel veel meer aansluiting bij de mediterraanse manier van leven, schenken meer aandacht aan een gemoedelijke omgang, aan sociale interactie. Het feit dat we elkaar bijvoorbeeld steeds drie zoenen geven ter begroeting, is daar een mooi voorbeeld van. Het is iets wat de Italianen geïntroduceerd hebben, net zoals samen eten."
"Maar de passie die Walen voelen voor waar ze mee bezig zijn, is niet kleiner dan elders, geloof me. Ik vind die veralgemeningen echt op niets slaan. Je kan toch een bevolkingsgroep niet beschrijven in één woord? Het is wel zo dat Luikenaars over het algemeen benieuwd zijn naar wat er rond zich gebeurt: je mag niet vergeten dat Luik quasi omringd is door Vlaanderen en de stad een beetje een eiland is. Maar vraag me niet wat de Luikenaar typeert, want dat kan ik niet.”
Voor 5 euro naar de opera
Hoe vaak ga je nog naar Luik?
"Redelijk veel, ik heb er vrienden en familie. Het is een stad die de laatste jaren enorm veel veranderd is. Je kan Luik een beetje vergelijken met Seattle of Portland in de Verenigde Staten, twee steden die redelijk ver van andere grote steden liggen. Die afstand zorgt ervoor dat je minder in de actualiteit zit, dat er minder over je gepraat wordt, wat niets wil zeggen over de stad zelf, uiteraard. In Frankrijk heb je gelijkaardige steden, zoals Nantes, Perpignan,..."
De la musique avant toute chose...
"Je hebt in Luik een paar coole concert- en cinemazalen. Mensen kunnen in Luik voor 5 euro naar de opera: fantastisch vind ik dat, omdat je op die manier mensen die het minder breed hebben bij cultuur kan brengen. Het probleem is dat veel mensen cultuur verwarren met ontspanning. Cultuurbeleving is niet altijd even makkelijk. Ikzelf heb pas op latere leeftijd opera ontdekt. Het heeft me vijf voorstellingen gekost om een beetje te begrijpen wat er op scène gebeurde, maar ik ben blij dat ik er nu toch wel wat van mee heb. Hetzelfde geldt voor hiphop of jazz. Voor mijn 20ste snapte ik niets van jazz. Nu begrijp ik de codes iets beter."
Interessant is ook: je hebt een opvolger klaar voor je EP 64 bits & malachite. Wanneer verschijnt de nieuwe plaat?
"De plaat is af, ja, maar ik heb nog geen idee van de releasedatum. Wellicht ergens in het najaar. De nieuwe plaat klinkt alleszins anders dan wat ik voorheen al gemaakt heb. Het is in de eerste plaats een conceptalbum, een verhaal als het ware, met een belangrijke rol voor twee Congolose vertellers. Ik zou graag hebben dat de mensen ze uitluisteren in one take, een beetje zoals Prince’s album Lovesexy. Een lange, fantastische trip. (lacht) Er doen verschillende muzikanten mee, uit Duitsland, Engeland, Congo, Wallonië, Brussel, New York, Spanje... Een aantal arrangementen zijn van de hand van James Underwood, bekend van zijn werk met Sufjan Stevens en The xx."
Je hebt de hele wereld achter je geschaard.
"De mondialisering is compleet, maar waarom niet? Met je smartphone ligt de hele wereld binnen handbereik, en je kan op verschillende plekken tegelijk zijn. On est partout, toujours. Eigenlijk noem ik dit mijn ‘WeTransfer-plaat’. Ik ben er trots op. Ik ben anders te werk gegaan ook, en heb net zoals Nick Cave in zijn 20.000 Days elke dag op een werkplek doorgebracht. Ik geloof niet echt in de romantiek van fucked up te moeten zijn ter wille van de creatie. Wie het wil maken, moet echt hard werken."
"Toen ik voor Kinshasa Succursale in Congo zat en de muzikanten in de studio zag arriveren, had niemand zijn instrument bij, maar wel bladmuziek. Vreemd, dacht ik, tot ik zag dat ze hun partituren uithaalden en ze ze met de vinger over liepen. Toen de orkestleider binnen kwam, en de instrumenten uitdeelde, verdwenen de partituren en speelden de muzikanten ze uit het hoofd. Dat vond ik toch straf! De muzikanten repeteerden elke week, concert of niet. Het resultaat was dat ze veel beter samenspeelden dan gelijk welke groep die ik hier al aan het werk gezien heb. Ik speel nu vijf jaar samen met mijn groep, en ik heb het gevoel dat we nu pas op kruissnelheid raken. Ik denk dat we nu overal kunnen spelen, ook op plekken waar het geluid minder is, in grote en kleine concertzalen. Spelen, dat moet je doen."
Mocht je vandaag naar Luik gaan en de jonge Baloji tegen het lijf lopen, wat zou je hem zeggen?
"Niet erg veel, denk ik, behalve do your shit. En wees niet bang om fouten te maken, want het is pas door fouten te maken dat je vooruit kan gaan."
Baloji speelt 6/5 in Nosta, Opwijk. baloji.com