RecensieBoeken
Bart Koubaa en zijn fascinatie voor de levende vogelverschrikker Juma ★★★★☆
Een persfoto van een Keniaanse levende vogelverschrikker zet het schrijversleven van Bart Koubaa op stelten. Dansen in tijden van droogte is een ontregelend maar warm staaltje non-fictie.
De Vlaamse auteur Bart Koubaa (°1968) is een soort letteren-Houdini. Telkens weer ontsnapt hij uit de dwangbuis van opgelegde genres en verwachtingen. Razend bedreven is hij erin om zich met elk nieuw boek opnieuw uit te vinden. Of zijn lezers zijn fluctuerende marsrichtingen volgen? Daar heeft Koubaa lak aan. Want wie ingenieuze maar ook ‘wilde’ romans als Het gebied van Nevski (2007), De leraar (2009, zijn grootste succes), De Brooklynclub (2012) of Ninja Nero (2018) naast elkaar legt, vraagt zich soms af of ze wel uit dezelfde schrijvershand vloeiden. Toch zijn er terugkerende thema’s: de onbetrouwbaarheid van herinneringen en de bedrieglijkheid van onze waarneming.
Ook in zijn eerste uitgesproken non-fictieboek laat Bart Koubaa ons blikveld kantelen. Aanleiding? Een foto die in mei 2020 in De Morgen prijkte en hem meteen bovenmatig fascineerde. Het gaat om een beeld uit een reportage van de Franse ANP-fotograaf Frédéric Noy over het Victoriameer in Kenia. We zien een zwarte jongen, de 18-jarige Juma Collins, die in een gammel hutje in een rijstveld als levende vogelverschrikker fungeert en daar maandelijks 70 euro voor krijgt.
Koubaa legt een bijna afgewerkte roman over een regendanser resoluut opzij en besluit Collins op te sporen.
Hij analyseert de foto keer op keer, op zoek naar indicaties, met de doortastendheid van de fotografiedocent (die Koubaa ook is). Merkwaardig genoeg besluit hij om bij zijn queeste internet of sociale media te skippen. ‘Ik wil me beperken tot het hoogstnodige: het artikel en mijn kennis, mijn onwetendheid in feite.’ ‘Een hand geven aan het vreemde’, daar gaat het om. Juma Collins is ‘onder mijn huid gekropen en zet mijn vingers in beweging’. Hij is ‘donkere energie, onmeetbaar, onzichtbaar, ondoorgrondelijk’.
Koubaa suggereert een steeds grotere verwantschap want ook hij, als schrijver, zit de hele dag op een stoel. Niet op het vinkentouw voor vogels, maar voor woorden.
Verwacht nu niet dat Koubaa op stel en sprong het vliegtuig naar Kenia neemt. Nee, hij componeert persoonlijke brieven aan de onbekende vogelverschrikker, schrijft de fotograaf aan en zet zijn zoon en gezinsleden aan het werk, terwijl toevallige vakantieontmoetingen in Bouillon hem Keniaanse lijntjes opleveren.
Dansen in tijden van droogte is de warmhartige, geëngageerde geschiedenis van een fascinatie. Zou hij Juma vooruit kunnen helpen met een fiets, zodat hij zijn actieradius vergroot? Of is het beter de onnaspeurbare jongen met rust te laten? Hoe ontkom je aan een soort onbeholpen paternalisme? De opgeworpen vragen zijn uiteindelijk doorslaggevender dan de antwoorden.
Ondertussen port Koubaa – zij het te summier – in thema’s als klimaatverandering, geslonken biodiversiteit en de toekomst van Afrika. Het avontuur? Dat speelt zich af in het brein van de schrijver die de gecharmeerde lezer weet mee te tronen. ‘Ik heb de roman losgelaten, ik heb de werkelijkheid ontdekt’, vertelde Koubaa bij Tom De Cock in de Boekathon. Maar aan het slot van Dansen in tijden van droogte blijkt dat hij ons misschien wel opnieuw een gewiekst staaltje fictie schonk.