InterviewPaolo Cognetti
Auteur Paolo Cognetti: ‘Sinds ‘De acht bergen’ heb ik niet meer veel vrienden over in de Alpen’
Vijftien jaar geleden herontdekte stedeling Paolo Cognetti (44) de bergen uit zijn jeugd. Hij versmolt er met de locals en beschreef hun wereld in De acht bergen. Maar het succes van het boek, en nu ook de film, maakte zijn integratie grotendeels ongedaan.
Het vriest dat het kraakt in Antwerpen. Maar Paolo Cognetti is de kou gewend. De Milanese auteur spendeert immers een groot deel van zijn tijd op 2.000 meter hoogte in de Noord-Italiaanse Alpen, waar zijn roman De acht bergen, en nu ook de verfilming van Felix van Groeningen en Charlotte Vandermeersch, gesitueerd is.
Het boek werd wereldwijd 1,2 miljoen keer verkocht, en maakte van Cognetti – die tot dan toe bijkluste in cafés en restaurants – plots een sterauteur. Een rol waar hij, als liefhebber van simpele, pure dingen, mee worstelt. “Het is natuurlijk fijn als iemand je op straat herkent en je bedankt voor het boek dat je geschreven hebt. Maar anderzijds is het door die bekendheid bijna onmogelijk om nieuwe vriendschappen aan te gaan. Er is vanaf het begin een onevenwicht.”
Sinds hij een bestseller schreef, voelt Cognetti ook een grote druk op zijn schouders. “Schrijven is niet meer zo eenvoudig sinds ik succes heb. Voor mij is schrijven altijd experimenteren, spelen. Naast romans schrijf ik ook graag eens een reisverslag, een kortverhaal, of wie weet wil ik me wel aan een graphic novel wagen. Maar vandaag heb ik uitgevers in 25 landen. Zij verwachten meer van me dan een klein experimentje...”
Dat De acht bergen nu een tweede leven gaat leiden als film, vindt Cognetti dan weer wel een prettig gevolg van zijn succes. “Ik herlees mijn boeken nooit nadat ik ze heb afgewerkt. Maar dankzij deze film heb ik het verhaal van Pietro en Bruno met nieuwe ogen kunnen zien.”
Magische maanden
Het verhaal van Pietro en Bruno, dat is de levenslange vriendschap tussen een stadsjongen en een kind van de bergen. Soms verliezen ze elkaar jarenlang uit het oog, maar uiteindelijk worden ze steeds herenigd op grote hoogte. “Toen ik over Pietro en Bruno schreef”, zegt Cognetti, “zag ik hun gezichten niet voor me. Ze waren enkel ideeën. Maar toen ik hen in de film belichaamd zag door acteurs, werden ze plots echte, fysieke mensen. Dat heeft me ontroerd. In die mate dat ik het er echt moeilijk mee had toen acteur Alessandro Borghi, die Bruno speelt, na de opnames zijn baard afschoor. ‘Daar gaat mijn Bruno...’, zei ik.” (lacht)
Cognetti heeft de film intussen 25 keer bekeken. Zo herbeleeft hij telkens de heerlijke opnameperiode, zegt hij. “Het waren zes magische maanden, van juni tot december 2021. Zes maanden van Pietro en Bruno. Toen de opnames afliepen, voelde ik bijna liefdesverdriet.”
Ook aan de samenwerking met regisseurs Felix van Groeningen en Charlotte Vandermeersch koestert hij warme herinneringen. Al was het voor Cognetti wel even schrikken toen Van Groeningen aankondigde dat hij zijn partner zou meebrengen naar de Alpen. “Toen we aan dit project begonnen, zou Felix de film alleen regisseren. Maar tijdens het schrijven van het scenario hebben hij en Charlotte een crisis doorgemaakt. Daarna liet Felix me weten dat hij de film samen met Charlotte zou regisseren. Toen was ik even bang, want wanneer een koppel een project binnenkomt, weet je nooit precies wat er zal gebeuren. Maar uiteindelijk was het heel natuurlijk om hen te zien samenwerken en heeft Charlotte echt iets toegevoegd aan de film. Mijn angst smolt dus snel weg.”
Confronterende spiegel
De acht bergen ging in mei in wereldpremière op het filmfestival van Cannes, maar nog exclusiever was de speciale vertoning die afgelopen zomer werd georganiseerd in de kerk van Champoluc, het dorpje waar de ploeg van De acht bergen tijdens de opnames neerstreek, vlak bij Cognetti’s woonplaats Brusson. Een honderdtal bergbewoners, die allemaal op een of andere manier bij de film betrokken waren, kreeg het eindresultaat toen voor het eerst te zien.
“Een heel bijzonder moment,” zegt Cognetti, “maar ook moeilijk. De bergbewoners zijn enerzijds trots dat zo’n grote filmproductie hun streek heeft uitgekozen en dat ze eraan hebben kunnen meewerken. Maar anderzijds voelen ze zich ook een beetje beoordeeld. Dat was al zo toen mijn boek uitkwam en ook in de film zien ze zichzelf weerspiegeld. Vooral in het personage Bruno, de bergvriend van Pietro. De meesten hebben enkel oog voor hem. Ze vragen zich af: ‘Ben ik ook zo?’ Ze voelen zich tegelijk gezien én misbegrepen door de film. Dat heeft mijn vriend Remigio me verteld. Hij heeft na de première vier dagen lang gezwegen. Daarna kwam hij me uitleggen dat de film hem heel erg had geraakt: hij vond hem tegelijk mooi en heel hard. Als een confronterende spiegel die ook de minder fraaie kanten van het bergleven toont.”
Cognetti arriveerde rond zijn dertigste als uitgeweken stedeling in de bergen, op zoek naar rust en vrijheid. Hij ging er aan de slag in de keuken van een lokaal restaurant en werd gaandeweg omarmd door de locals. Maar sinds het succes van De acht bergen is zijn positie veranderd, zegt hij. “Ik heb niet meer veel vrienden over in de bergen. Nu ben ik ‘de bekende schrijver die in Brusson woont’, maar ik vond het leuker toen ik nog gewoon ‘de kok van het restaurant van Babette’ was. Dat paste beter bij mijn karakter.”
“Misschien trek ik daarom ook vaker naar Nepal, de laatste jaren. Want in de Himalaya weet niemand dat ik schrijver ben. Daar kan ik wel gewoon met beide voeten in de realiteit staan. En dat is waar ik in mijn leven en werk altijd naar zoek: de realiteit.”
De acht bergen speelt nu in de bioscoop.