Zaterdag 03/06/2023

InterviewBoeken

Auteur Joshua Cohen: ‘De toekomst van Israël is voor Netanyahu ondergeschikt aan zijn eigen toekomst’

Benjamin Netanyahu is sinds eind 2022 voor de derde keer Israëlisch ­premier. Beeld Getty Images
Benjamin Netanyahu is sinds eind 2022 voor de derde keer Israëlisch ­premier.Beeld Getty Images

In zijn met de Pulitzerprijs bekroonde roman De Netanyahu’s graaft Joshua Cohen op onnavolgbaar grappige wijze in het familieverleden van de huidige Israëlische premier. Met zijn grenzeloze ambitie, toont Cohen, wil ‘Bibi’ de mislukking van zijn vader goedmaken.

Marnix Verplancke

Het begon allemaal met een opmerking tussen neus en lippen. Joshua Cohen was op bezoek bij de beruchte Amerikaanse literatuurwetenschapper Harold Bloom (1930–2019). Israël kwam ter sprake en dus ook premier Benjamin Netanyahu, toen Bloom liet vallen dat hij Bibi ooit nog had ontmoet. Hoezo, wou Cohen, altijd in voor een goed verhaal, weten.

Het was eind jaren 1950, vertelde Bloom, ­Netanyahu was toen nog maar een jaar of tien. Zijn vader, de historicus Benzion Netanyahu, had gesolliciteerd voor een baan aan de universiteit waar de literatuurwetenschapper werkte en Bloom was gevraagd de Israëlische wetenschapper en zijn gezin een dagje op te vangen. Maar wat bleek? Niet alleen had de progressieve Bloom het moeilijk met de conservatieve ideeën van Benzion, in geen tijd hadden diens drie zonen, Jonathan, Benjamin en Iddo, van zijn huis een slagveld gemaakt.

“Voor Bloom was het niet meer dan een grappig verhaal”, herinnert Joshua Cohen zich, “maar voor mij zat er een symbolische laag onder die veel zei over het Amerika waarin we leven en dat laveert tussen liberaal en identitair denken.” De liberale Bloom had zijn huis opengesteld voor de louter in termen van joodse identiteit denkende Benzion Netanyahu en die had gretig gebruikgemaakt van diens gastvrijheid. Na het eten en het drinken werden de kleerkasten geplunderd, ging de splinternieuwe kleuren-tv aan gruzelementen en drong zoon Jonathan de slaapkamer van de dochter des huizes Judy binnen om seks met haar te hebben.

Of dat is toch wat in De Netanyahu’s gebeurt, de roman die Joshua Cohen schreef gebaseerd op Blooms anekdote en die, zo benadrukt de schrijver om misverstanden te voorkomen, ­fictie is. Harold Bloom had bijvoorbeeld geen dochter, wel twee zonen.

Auteur Joshua Cohen: ‘Benzion Netanyahu had recht op erkenning en eerbied, vond hij. Omdat hij die zelf niet kon krijgen, gaf hij zijn grieven door aan zijn kinderen.’ Beeld Isabella De Maddalena/Opale/Lumen
Auteur Joshua Cohen: ‘Benzion Netanyahu had recht op erkenning en eerbied, vond hij. Omdat hij die zelf niet kon krijgen, gaf hij zijn grieven door aan zijn kinderen.’Beeld Isabella De Maddalena/Opale/Lumen

In dit boek speelt Ruben Blum de hoofdrol, een historicus gespecialiseerd in de invloed van belastingen op de politiek. Hij krijgt de vraag om in de sollicitatiecommissie te zetelen die over het lot van Benzion Netanyahu moet beslissen. Wanneer hij opmerkt dat hij niets weet van het studieonderwerp van de Israëli – het lot van de Joden tijdens de hoogdagen van de Spaanse inquisitie – krijgt hij te horen dat dit niet ter zake doet. Hij is immers een Jood, net als Benzion. Daar gaat het om.

En daarmee is de toon van Cohens ronduit verbluffende roman gezet: een boek dat in een academische sfeer speelt, onder professoren, waarin heel wat ideeëngeschiedenis aan bod komt, maar dat met zijn uitvergroting van de kleine kantjes van onze medemens ook uitzinnig grappig is.

Twaalf uitgeverijen weigerden De Netanya­hu’s, tot uiteindelijk het avontuurlijk ingestelde Fitzcarraldo Editions het wou uitgeven en het vorig jaar prompt bekroond werd met de prestigieuze Pulitzerprijs. En terecht natuurlijk, want Cohen schrijft zingende zinnen waarvan er maar een stuk of vier op een pagina passen, scherp en secuur, als was hij de nieuwe Philip Roth – met dat verschil dat Roth geen interviews wilde geven, en Cohen wel.

Hoe waarheidsgetrouw zijn de Netanyahu’s die u neerzet in uw boek?

“Hoe precies en waarheidsgetrouw was het verhaal van Harold Bloom? Het gebeurde allemaal eind jaren 1950. Dus misschien had Bloom het in zijn herinnering over de jaren heen geleidelijk aan veranderd? Toen hij het me vertelde, werd hij bijvoorbeeld de hele tijd onderbroken door zijn vrouw, die zei dat het helemaal anders was gebeurd. De waarheid is dus onkenbaar en het doet er ook niet toe, want het is een roman. Hij beweegt zich op de dunne lijn waar roddel geschiedenis wordt.”

Maar wat Benzion dacht is natuurlijk wel echt? Hij schreef een meer dan duizend pagina’s dik boek over de Spaanse inquisitie dat indertijd toch enige controverse opriep?

“Wat dat betreft, klopt alles. Zolang Benzion zijn uitspraken beperkte tot zijn historisch werk, was er geen enkel probleem. Toen hij zijn bevindingen over de Spaanse vijftiende eeuw echter ging extrapoleren naar wat er met de ­Joden was gebeurd onder de nazi’s, ontstond de tegenkanting. Hij stelde dat toen de Spanjaarden de Joden verplichtten om zich tot het ­katholicisme te bekeren, de kerk daar niet ­akkoord mee ging. Bekeerde Joden mochten zo veel als ze wilden beweren dat ze voortaan ­katholieken waren, in het katholieke geestelijke ­leven werden ze niet aanvaard. Het is immers niet door een Jood te dopen dat je zijn familie- en gemeenschapsbanden verbreekt.

“Toen de Spanjaarden in 1492 en de Portugezen vijf jaar later de Joden van hun grondgebied verdreven, deden ze dat dus niet omdat ze de Joodse religie niet langer tolereerden – het waren immers katholieken – maar wel omdat ze zich wilden ontdoen van het Joodse ras. Het bestaan zelf van die mensen was een probleem, niet hun religieuze identiteit. Voor Benzion was dat het begin van de racialisering van de Joden, ingesteld door de Spaanse inquisitie, die trouwens aan de Spaanse koning rapporteerde en niet aan de paus, en dus een politieke instelling was en geen religieuze. Die racialisering, zei hij, vond een parallel in nazi-Duitsland.”

Netanyahu wou dus iets beweren over zijn tijd door te schrijven over het Spanje van 1492. Mag ik hier een parallel zien met uw ­roman, die in 1959 speelt maar iets wil zeggen over vandaag?

“Natuurlijk, ik heb het niet toevallig zo uitgebreid over de inquisitie. Ik merk hoe niet alleen in de academische wereld, maar zowat in alle intellectuele beroepen een sollicitatie steeds meer op een ondervraging door de inquisitie is gaan lijken. Of iemand in staat is om de job uit te voeren komt pas op het tweede plan. Wat je denkt en gelooft, daar gaat het tegenwoordig om.

“Ik zie dus wel enige overeenkomst tussen toen en nu, met dat verschil dat we mensen tijdens het sollicitatiegesprek niet aan haken aan het plafond ophangen om hen te villen met gloeiende poken. (lacht) We zetten ze ook niet meer op de brandstapel, we weren ze gewoon als ze ideologisch gezien niet zuiver in de leer zijn, zeker in de academische wereld.”

Wanneer Rubens dochter Judy vertelt dat ze als toelatingsexamen voor de universiteit een paper moet schrijven over rechtvaardigheid, antwoordt Benzion dat die term een illusie is. Stel dat de Ku Klux Klan hier voor de deur staat, zegt hij, wat ga je dan doen? Ga je dan een appel doen op hun gevoel voor rechtvaardigheid, of hoop je dat je geholpen wordt door je eigen mensen, door andere ­Joden dus? Een mooi staaltje identiteits­politiek avant la lettre?

“Ik zie het identiteitsdenken als een wapen dat mijn en jongere generaties inzetten tegen degenen die voor hen kwamen, omdat ze geen ­andere wapens bezitten. De kinderen van de babyboomers merken dat hun ouders de wel­gesteldste generatie ooit vormen. Het zijn degenen die profiteerden van de Amerikaanse suprematie na WO II, maar die tijd is voorbij. En dat zien die kinderen ook. Ze zullen nooit zoveel verdienen als hun ouders en ze zullen nooit in staat zijn om evenveel eigendom te vergaren als zij. Nee, ze groeiden op met schulden, vochten leugenachtige oorlogen uit in onder meer Afghanistan en Irak en zagen op het moment dat ze meenden dat hun tijd eindelijk aangebroken was het hele bancaire systeem in elkaar klappen.

“Hoe ga je daartegen in? Door je ouders aan te vallen. Je verwijt hen dat ze het onterecht zo ver geschopt hebben, doordat ze bevoorrecht waren, mannelijke kolonisten ook. En het werkte. Je kreeg het zelfs voor elkaar dat ze ontslagen werden en je hun baan kon inpikken. Voor mij is die hele identiteitspolitiek dus niet meer dan het in beslag nemen van andermans bezit of een ver doorgedreven vorm van het opeisen van schadevergoeding, om het iets zachter te zeggen. In een economisch eerlijker wereld zou het identiteitsdenken niet verdwijnen, want er zou nog steeds sprake zijn van onderdrukking en systemisch racisme, maar het zou niet het belangrijkste ideologische narratief vormen.”

Vader en zoon Netanyahu. Cohen: ‘Benjamin moest zich heel erg bewijzen voor Benzion.’ Beeld Getty Images
Vader en zoon Netanyahu. Cohen: ‘Benjamin moest zich heel erg bewijzen voor Benzion.’Beeld Getty Images

Het gaat dus allemaal om zoiets basaals als bezit, en niet om hoogdravende idealen?

“Ik zoek deze wereld al heel lang af op zoek naar een ideaal, en ik heb er nog steeds geen enkel gevonden. Weet je wie idealen had? Benzion Netanyahu. Hij wilde indien nodig gewapenderhand een Joodse staat stichten. Al ging ook dat uiteindelijk over bezit natuurlijk, meer bepaald over het land waarop Israël gesticht kon worden.”

Op het einde van zijn openbare lezing aan de universiteit zegt Benzion dat hij spuwt op Amerika met zijn droom van een inclusieve maatschappij en dat die er ook nooit zal komen omdat het land langs etnisch-culturele lijnen uit elkaar zal vallen. Dat was 1960. Krijgt hij vandaag gelijk?

“Waarom zou ik het anders zo opgeschreven hebben? (lacht) Ik zie Amerika om me heen in elkaar storten. Maar dat betekent niet dat het allemaal zo eenvoudig is als Benzion dacht. Mensen keren terug naar hun volk, zei hij. Maar wat is dat, een volk? Welke zijn de groepen en organisaties waarvan jij vermoedt dat ze je kunnen opvangen en steunen als de overheid je in de steek laat? Want dat is het gevoel waar veel Amerikanen vandaag mee kampen, dat ze in de steek gelaten worden door de overheid.

“Ik ken nogal wat mensen die zich eerder een New Yorker dan een Amerikaan voelen. Daar is niets fout mee. Ik denk dat het er voor ons allemaal op aankomt onze tweede familie te ontdekken, een stapje verder weg dan de familie waarin we geboren zijn. In ons huidige tijdperk, getekend door grondstofschaarste en klimaat­falen, zal de strijd tussen groepen steeds heviger worden. En onze antwoorden op de prangendste kwesties zullen steeds meer onze bloedlijnen volgen, want dat zijn degene waar we het meest op kunnen vertrouwen als er een oorlog van allen tegen allen uitbreekt.

“Ik vind dat ook een verontrustende evolutie, maar je ziet hoe de hele samenleving die kant op evolueert, niet alleen rechts, maar ook links. Als rechts uitsluiting en segregatie nastreeft, antwoordt links met nog meer uitsluiting en segregatie. Daardoor wordt het steeds moeilijker om ons een goed functionerend land voor te stellen dat geen etno-natiestaat is. Het probleem is alleen dat zo’n staat alleen functioneert voor wie die etno-nationaliteit heeft.”

In het geval van Amerika kan daar sowieso toch geen sprake van zijn?

“Precies, Amerika is altijd een boeltje geweest, en gelukkig maar, want daaraan heeft het zijn overleven te danken. Amerika is groot geworden door de mogelijkheid die het zijn inwoners bood om te bewegen en economisch privé-initiatief te ontwikkelen. Het is de chaos die ons ervoor behoedt weg te zakken in het fascisme. Het is immers bijzonder moeilijk voor een autoritaire figuur om de macht te grijpen in een ­chaotisch land. Daarvoor is orde nodig.”

Een jonge Benjamin Netanyahu (r.) in 1968. Beeld Getty Images
Een jonge Benjamin Netanyahu (r.) in 1968.Beeld Getty Images

We hebben het al kort gehad over Benzions idealistische Israël. Hoe zag hij dat concreet?

“Hij was een bijzonder tragische figuur die geen plaats kreeg in het vroege Israël. Benzion was een revisionistische zionist, een aanhanger van Ze’ev Jabotinski, die in de jaren 1930 een rechtsere vorm van het zionisme aanhing en zich afzette tegen samenwerking met de Britten, die toen het Palestijnse mandaatgebied bestuurden. Bij de Britten was Benzion dus niet welkom, net zomin als bij de arbeiders-zionisten die de vroege staat Israël stichtten. En dus werd hij een banneling.

“Tijdens de wellicht belangrijkste decennia uit de joodse geschiedenis sinds de verovering van Jeruzalem door de Romeinen, die tussen 1930 en 1960, stond hij gedwongen aan de zijlijn. Hij werd niet vermoord in Europa en hij kon niet meehelpen aan het opbouwen van ­Israël. Hij zat in een buitenwijk van Long Island en daarna Philadelphia te koken van woede. Hij had recht op eerbied en erkenning, vond hij, en omdat hij die zelf niet kon krijgen, gaf hij zijn grieven door aan zijn kinderen.”

Is Benjamin Netanyahu beïnvloed door de ideeën van zijn vader?

“Ongetwijfeld. De twee waren heel close en Benjamin was de beste student die Benzion ooit had. Al was hij natuurlijk niet het favoriete kind. Dat was zijn oudere broer Jonathan, die carrière maakte in het Israëlische leger en in 1976 omkwam bij de ontzetting van een gekaapt vliegtuig in het Oegandese Entebbe. Na Jonathans dood moest Benjamin zich bewijzen voor zijn vader.”

En wat met zijn politieke ideeën en de huidige coalitie die hij leidt, waarin ook een paar extreemrechtse partijen vertegenwoordigd zijn?

“Of hij zelf rechtser is geworden, weet ik niet, maar wat me wel duidelijk lijkt, is dat hij enkele idealen van zijn vader mettertijd is gaan verwarren met het idee van persoonlijk overleven. De toekomst van Israël is ondergeschikt geraakt aan die van hemzelf.”

Is het identitaire denken in Israël de voorbije jaren ook niet sterker geworden?

“Zet twee Joden samen en je krijgt drie opinies, luidt een klassiek gezegde. In Israël staan dus meerdere identiteiten op het spel, veel meer dan westerse observatoren vaak denken. Op staatsniveau is er inderdaad de steeds grotere discriminatie van de 20 procent niet-Joodse inwoners van het land. Maar tegenover hen staat geen gesloten Joodse identiteit. Er is bijvoorbeeld veel spanning tussen de armere Mizrachi-­Joden, die afstammen van vluchtelingen uit Arabische en Noord-Afrikaanse landen die na de onafhankelijkheid van Israël vreesden voor hun leven, en de rijkere Asjkenazische Joden, die vanuit Centraal-Europa emigreerden en vandaag de centrale macht van het land uitmaken. De Mizrachi dragen het trauma mee dat ze met honderdduizenden verdreven zijn uit ­streken waar ze al duizenden jaren leefden, in Algerije, Irak, Lybië of Egypte bijvoorbeeld, ­terwijl voor de Asjkenazim het nazisme en de Holocaust de grote traumatische ervaringen zijn. Wij begrijpen de Arabische wereld, zeggen de Mizrachi, terwijl de Asjkenazim niet weten waar ze mee bezig zijn.”

En hebben ze niet een beetje gelijk?

“Natuurlijk, waarop de Asjkenazim antwoorden dat de Mizrachi geen flauw benul hebben van wat democratie betekent, waarin ze ook een beetje gelijk hebben. Het onbegrip tussen de twee groepen is zo oud en zit zo diep dat het karikaturale vormen aanneemt.”

null Beeld Joshua Cohen
Beeld Joshua Cohen

Hoe ziet u dit evolueren?

“De spanningen binnen Israël worden alsmaar groter door de opkomst van nationalistische en ultrareligieuze partijen. Tegelijkertijd zie je hoe het Palestijnse volk steeds vaker in de steek gelaten wordt door de Arabische wereld. De Palestijnen zijn heel lang handig geweest voor de Arabische landen die hen heen en weer schoven op het schaakbord van de regionale machtsstrijd. Vandaag zien we echter dat Israël zichzelf onmisbaar heeft gemaakt in landen als Saudi-Arabië en de Emiraten omdat ze een gemeenschappelijke vijand hebben, Iran. Dus laten die de Palestijnen maar al te graag vallen, want bij het tegengaan van Iraanse invloed in de regio heb je aan hen absoluut niets.”

Vindt u de toenadering van Israël tot enkele Arabische staten dan geen positieve evolutie?

“Als je vanuit Tel Aviv naar Dubai wil vliegen wel. (lacht) Maar ernstig nu, dat er ooit zoiets als de Abraham-akkoorden tussen Israël, de Verenigde Arabische Emiraten, Bahrein en de Verenigde Staten zou komen leek lange tijd ondenkbaar. En dat Saudi-Arabië kort daarna zou volgen nog meer. Ik weet dat je nooit een positief woord over Donald Trump mag zeggen, maar dit was toch echt wel een paradigmawijziging waarvan links Amerika nog steeds het belang niet wil erkennen. Je kunt immers je buren niet kiezen, je kunt alleen kiezen hoe je met hen wilt samenleven, en dat doe je best zo veilig mogelijk.”

Joshua Cohen, De Netanyahu’s, Nijgh & Van Ditmar, 272 p., 21,99 euro. Vertaling Janine van der Kooij.

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234