InterviewBoeken
Auteur Ian Buruma over Hitler, Xi en Poetin: ‘Rusland doet weinig meer dan wild om zich heen slaan’
Ian Buruma (70) schreef een boek over drie collaborateurs tijdens WO II die hun ware aard met succes wisten te verstoppen achter een zelfverzonnen mythe. En wat hebben wij daaruit geleerd? ‘Dit is wat er gebeurt als de waarheid niet meer bestaat.’
Als de ultieme kosmopoliet bestaat, dan heet hij Ian Buruma. Geboren in Den Haag, uit een Nederlandse vader en een Joods-Engelse moeder − de filmregisseur John Schlesinger (Midnight Cowboy, Marathon Man) was zijn oom. Studeerde Chinees in Leiden en Japanse film in Tokio. Woonde in de jaren 1970 in Japan, in de jaren 80 in Hongkong, en is tegenwoordig gedomicilieerd in New York. Doceerde in Oxford, Washington DC en New York. Spreekt zes talen. Schrijft zijn boeken in het Engels. Publiceert over geschiedenis, cultuur, religie, terrorisme en geopolitiek in Oost en West, heden en verleden.
Wanneer hij in het Zoom-venster op mijn laptop verschijnt, bevindt hij zich in zijn schrijfkamer in New York, tegen een achtergrond van – what did you expect? – boeken. Ik vraag hem of hij inmiddels al Amerikaans staatsburger is.
“Nee”, lacht Buruma. “Ik ben hierheen gekomen in 2004. Toen vond ik mezelf al veel te oud om nog Amerikaan te worden. Ik heb nog steeds de Nederlandse nationaliteit, en ik voel me ook nog steeds in de eerste plaats Europeaan.”
Zelfs in de duistere jaren van het Trumptijdperk heeft hij nooit ernstig overwogen te vertrekken, zegt hij. “Het is wel even bij me opgekomen, hoor. Je begint dan te fantaseren: ‘Als we nu eens in Parijs zouden gaan wonen?’ Maar verhuizen om politieke redenen, je moet daar toch mee opletten, vind ik. Je laat alles achter, je vertrouwde omgeving, je werk en je leven, en dan arriveer je in Parijs en komt Marine Le Pen aan de macht. Of zit je in Rome en krijg je Giorgia Meloni. Van de regen in de drop, zeg maar. Bovendien ziet het er nu weer even niet naar uit dat Trump nog een tweede ambtstermijn zal krijgen. Al weet je natuurlijk nooit.”
Met Ian Buruma kun je over zowat alles praten. Maar vandaag gaan we het hebben over de dreigende teloorgang van de waarheid in tijden van fake news en sociale media. Om uiteindelijk toch weer in de Tweede Wereldoorlog terecht te komen, zijn favoriete studiedomein. Zijn nieuwe boek verschaft daarvoor het perfecte alibi. De fantasten gaat over drie historische collaborateurs die hun ware aard lange tijd met succes wisten te verstoppen achter een zelfverzonnen mythe.
Friedrich Weinreb, Joods immigrant in Nederland, beloofde duizenden Joden een veilige uittocht uit bezet gebied en liet zich daar vorstelijk voor betalen. In werkelijkheid verraadde hij Joodse vluchtelingen en onderduikers aan de Duitsers. Felix Kersten, een Fin met Russische en Duitse wortels, was de masseur van SS-leider Heinrich Himmler. Hij beweerde na de oorlog dat hij vele duizenden Joden, Zweden en Nederlanders van een gewisse dood had gered door zijn invloed op Himmler en andere nazikopstukken. In werkelijkheid heeft hij tijdens de oorlog sloten geld verdiend en erna vooral zijn eigen hachje gered. En Kawashima Yoshiko was een Chinese Mantsjoeprinses die beweerde te strijden voor het herstel van het keizerrijk, maar die in werkelijkheid samenspande met de vijand uit Japan. Haar legende, bijna geheel gebaseerd op verzonnen feiten, leeft voort.
Wat ik uit uw boek heb geleerd, is dat fenomenen als fake news en alternative facts in feite zo oud zijn als de straat. Het zijn helemaal geen typische tekenen zijn van deze tijd.
“Klopt, maar in troebele tijden wordt de mythevorming altijd net iets hardnekkiger en grotesker. De fantasten gaat niet toevallig over drie mythomanen die actief en succesvol waren tijdens WO II. Ik ben zelf net na de oorlog geboren. Wat ik me nog herinner van de gesprekken die thuis in Den Haag werden gevoerd, is dat ze heel vaak gingen over wie goed en wie fout was geweest in de oorlog, en over hoe betrouwbaar of onbetrouwbaar de verhalen waren die erover de ronde deden.”
Uw vader was advocaat bij de Bijzondere Rechtspleging, zoals de repressierechtbanken in Nederland heetten. Bracht hij opheldering?
“Mijn vader was pas afgestudeerd toen hij bij de Bijzondere Rechtspleging terechtkwam. De oudere advocaten lieten dat ondankbare werk maar al te graag aan de jongere garde over. Wat ik heb onthouden van de verhalen van mijn vader, is dat je in dergelijke kwesties maar beter niet te snel oordeelt, want meestal zijn de dingen niet zwart-wit. Zo kijk ik eigenlijk nog steeds tegen de wereld en de mensen aan: met mededogen, maar ook met een zekere argwaan en distantie.”
Nu leven we weer in zo’n troebele tijd.
“Precies. Met nieuwe fantasten, en met nieuwe kanalen waarlangs fantasieverhalen, complottheorieën en andere gevaarlijke onzin aan de man worden gebracht: de sociale media. Daarom heb ik dit boek geschreven. Om duidelijk te maken wat er gebeurt als de waarheid niet meer bestaat. Als we niet meer op zoek gaan naar de waarheid, of er niet meer in geloven.”
Wat we ‘geschiedenis’ noemen, is altijd het resultaat van een narratieve strijd, schrijft u. Bedoelt u: een strijd tussen verschillende versies van de waarheid?
“Nee...”
Want dat zou betekenen dat dé absolute waarheid niet bestaat.
“Uiteraard is geschiedenis ook altijd een kwestie van interpretatie, onderhevig aan politiek, ideologie en cultuur. Maar ik betwist sterk het postmoderne, relativistische idee, dat ook in sommige academische kringen gangbaar is, dat er geen objectieve waarheid zou bestaan, en dat álles een kwestie van interpretatie is, en van macht en invloed om een bepaalde interpretatie door te drukken. Vandaar dat ik zo hard mijn best heb gedaan om mythes te doorprikken en zin van onzin te onderscheiden. Dat is mijn strijd tegen wie de waarheid wil verhullen of verdraaien.”
Toch gebruikt u opvallend vaak het woord ‘misschien’. Misschien is het waar, misschien is het niet waar.
“Bewust. Om duidelijk te maken hoe moeilijk het vaak is om de waarheid te achterhalen. Geschiedschrijving is geen exacte wetenschap. Soms kunnen we vaststellen dat bepaalde dingen echt zijn gebeurd, soms wordt het een kwestie van interpretatie of informed guessing, en soms kom je er niet uit en blijf je twijfelen. (lachje) Twijfelen is belangrijk.”
Gelukkig zijn de leugens vaak zo grotesk dat ze al even verhelderend zijn als de waarheid.
“Dat is waar, op voorwaarde dat de leugens eerst aan het licht gebracht worden als zijnde leugens. In het geval van Weinreb, Kersten en Yoshiko gaat het om mensen die van hun hele leven een leugen hebben gemaakt. Dat zegt heel veel over die mensen, uiteraard. Pas als je je afvraagt waarom ze al die leugens vertelden, waarom ze hun halve autobiografie bij elkaar hebben verzonnen, kom je op het spoor van de waarheid.
“Ik heb eens een essay geschreven over het werk van Werner Herzog, de Duitse filmregisseur die ook veel documentairefilms heeft gemaakt. Herzog is van mening dat waarheidsvinding een werk voor accountants is. Volgens hem bevat alleen de poëzie − de poëzie van het beeld, in zijn geval − diepere waarheden. Hij vindt dus ook dat je in documentairefilms dingen in scène mag zetten. Nou, daar sta ik heel sceptisch tegenover. Ik beschouw Herzog als een groot kunstenaar, maar als je iets presenteert als non-fictie, vind ik het problematisch dat je het streven naar waarheid helemaal loslaat.”
We ontlenen onze kennis van de geschiedenis voor een niet onbelangrijk deel aan fictie. Aan literatuur en film, aan strips en graphic novels, aan de docudrama’s die nu zo populair zijn op streamingplatformen. Met andere woorden: aan mythevorming, toch?
“Ja, als íéts zo oud is als de straat, dan wel het feit dat wij de geschiedenis voortdurend navertellen. Dat gaat al terug tot de Ilias en de Odyssee in het oude Griekenland. De geschiedenis kan prachtige literatuur opleveren. Maar juist vanwege de populariteit van al die gedramatiseerde, gefictionaliseerde versies van de geschiedenis, is het van het grootste belang dat er ook inspanningen worden gedaan om te achterhalen wat er werkelijk is gebeurd. Er is ruimte voor beide vertelvormen. Het belangrijkste is dat je ze niet door elkaar haalt.”
BIO
• geboren in 1951 in Den Haag • studeerde sinologie in Leiden en Japanse film in Tokio • gespecialiseerd in Japanse cultuur en geschiedenis van WO II • publiceerde o.a. in The New York Times, The New Yorker en The Guardian • moest opstappen als hoofdredacteur van The New York Review of Books na een artikel over een tv-presentator die beschuldigd werd van grensoverschrijdend gedrag
Het verhaal van Friedrich Weinreb, de Joodse nazicollaborateur, speelt zich af in Nederland. Het verhaal van Felix Kersten, de masseur van Himmler, heeft uitlopers naar Nederland. Als Belg schrik je er altijd weer van hoe erg, hoe verregaand, de collaboratie ook in Nederland is geweest.
“Er werd flink gecollaboreerd, in Nederland zowel als in België. Maar in België was er misschien wat meer verzet dan in Nederland. En bij jullie was het debat na de oorlog ook veel ingewikkelder en heftiger, door de ideologische collaboratie van een deel van de Vlaamse beweging en van Rex in Wallonië, en door de rol die het koningshuis had gespeeld.
“Ik wijt dat aan het feit dat België al betrokken was geweest bij de Eerste Wereldoorlog, en Nederland niet. Daardoor was er in België al een traditie van verzet tegen de autoriteiten, en in Nederland niet. Nederland was een burgerlijk, neutraal landje, en de Nederlanders zagen zichzelf als brave, fatsoenlijke mensen die geen reden hadden om de autoriteiten te wantrouwen. Met alle gevolgen van dien toen de Nederlandse bureaucratie onder Duits bevel kwam te staan.”
Zit er een grond van waarheid in het verhaal dat Joseph Goebbels, de minister van Propaganda van de nazi’s, zo kwaad was dat koningin Wilhelmina naar Londen was gevlucht, dat hij dreigde met represailles tegen de Duitse familie van prins Bernhard (de man van de toenmalige prinses Juliana, red.), ook al waren die familieleden trouwe naziaanhangers?
“Dat schijnt waar te zijn, ja.”
Felix Kersten beweerde dat de nazi’s zelfs hebben overwogen het integrale Nederlandse volk, toen 9 miljoen mensen, naar een koude uithoek van Polen te deporteren?
“Ja, en hij zou Himmler dat uit het hoofd hebben gepraat. Daar bestaat geen enkel bewijs voor, dat mag u bij de klinkklare onzin rangschikken.”
Wat mij verder nog is opgevallen, is hoezeer de nazikopstukken onder de invloed stonden van astrologen en waarzeggers, gezondheidsgoeroes en gebedsgenezers, mystici, masseurs en andere kwakzalvers. Hoe verklaart u dat?
(lachje) “Dat mystieke sfeertje hing al in de lucht tijdens de Weimarrepubliek. En bovendien waren de nazileiders tijdens de oorlog natuurlijk behoorlijk gestresseerd. Er heerste veel rivaliteit in de hogere regionen van de nazipartij, de SS en het leger, dat wordt onderschat. Hitlers rijk, dat was eigenlijk een ongeorganiseerde bende van met elkaar concurrerende hoven, broeinesten van spionage en geroddel. De een kon de ander niet uitstaan. En allemaal probeerden ze op een goed blaadje te komen bij Hitler, die dan weer constant op zijn hoede moest zijn voor onderkruipers en verraders.
“Hitler had maagklachten en problemen met zijn stoelgang. Von Ribbentrop, de minister van Buitenlandse Zaken, had verschrikkelijke hoofdpijnen en maagkrampen. Rudolf Hess, de plaatsvervanger van Hitler, had maagpijnen en last van zijn galblaas. Daarom was iemand als Felix Kersten zo populair in die kringen. Hij was de man met de ‘wonderhanden’, die zijn patiënten kennelijk van hun ergste pijnen afhielp en daar ook vorstelijk voor werd vergoed.
“Himmler was bij wijze van spreken geabonneerd op Kersten, hij nam hem zelfs mee op de speciale trein waarmee hij naar de frontlinies in Oost-Europa reisde.”
Ziet u een parallel met de antivaxers en de complotdenkers van nu?
“Zeker wel. In tijden van grote onzekerheid regeert de angst en gaan mensen op zoek naar absolute antwoorden. En die denken ze dan te vinden in mystieke theorieën en therapieën. Daarom doen samenzweringsprofeten, autoritaire leiders en kwakzalvers allerhande het nu weer zo goed. Wat ook opvalt: hoogopgeleide mensen zijn er al net zo vatbaar voor als laagopgeleide. Dat zag je ook gebeuren in de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw: zogenaamde intellectuelen kwamen bij bosjes in de ban van ronduit idiote theorieën. Dat waren vaak geen figuren van de eerste rang, maar toch...”
Nu lijken gesjeesde wetenschappers en verdwaalde journalisten de kar te trekken bij de antivaxers en de complotdenkers. Wat drijft hen?
“Bitterheid en rancune. Het zijn mensen die vinden dat er niet genoeg naar hen wordt geluisterd, die zich ondergewaardeerd voelen, ten onrechte opzijgezet, en die dan de waarzegger of de goeroe in zichzelf ontdekken.”
Het kleurrijkste personage uit De fantasten is Kawashima Yoshiko, de Chinese prinses met een voorkeur voor Japanse krijgers, mannenkleren en wapengekletter, die zich liet betalen voor spionage en seks. Ze lijkt wel een figuur een mangastrip.
“In 1933 liet ze een gefictionaliseerde biografie over zichzelf schrijven, getiteld De schoonheid in mannenkleren, waarin ze zich nog stoerder voordeed dan ze al was. Men noemde haar de Mata Hari van het Oosten, maar voor mij leek ze veel meer op Jeanne d’Arc, met zowel een vrouwelijke als een mannelijke identiteit. De mythevorming rond haar persoon duurt nog altijd voort. Er worden nog steeds mangastrips over haar gemaakt.”
Twee van uw drie ‘fantasten’ hebben het er nog redelijk van afgebracht na de oorlog. Alleen Kawashima Yoshiko kreeg de dood met de kogel, in 1945. ‘Na de oorlog richtte de wraak zich voornamelijk op vrouwen die met de vijand naar bed waren geweest’, schrijft u. Hebt u daar een verklaring voor?
“Ja, dat gebeurde overal, en de verklaring is volgens mij dat een nederlaag in een oorlog en een bezetting heel sterk het gevoel van eigenwaarde van een volk aantasten. En dan vooral het zelfbeeld van de mannen. De oorlog verliezen is, zeg maar, een mannelijke vernedering. Het feit dat sommige vrouwen het hadden gedaan met leden van de bezettende macht, werd daarom aangevoeld als een bijkomende aanslag op de mannelijke trots.
“Vandaar die wraakacties: vrouwen werden door joelende menigtes kaalgeschoren, met pek besmeurd, bespuugd, door de straten gevoerd en soms ook verkracht. Zij waren de makkelijke, symbolische doelwitten. Rijke industriëlen aanpakken, die veel ergere dingen hadden gedaan, die om economische of ideologische redenen hadden gecollaboreerd, was nu eenmaal heel wat ingewikkelder.”
Terwijl ik de passages over Yoshiko las, bedacht ik hoe weinig wij over de geschiedenis van China, Japan en het Verre Oosten weten. Bijvoorbeeld hoezeer Tokio in de jaren 20 op Berlijn leek, met een progressieve, kosmopolitische cultuur aan de ene kant, en opflakkerend militarisme en fascisme aan de andere kant. Of dat in de gruwelijke oorlog van Japan tegen China, die in 1931 begon, maar liefst tien miljoen Chinezen sneuvelden.
“Inderdaad, die kennis ontbreekt bijna geheel in het Westen, alleen de specialisten weten ervan.”
Hoe zijn de verhoudingen tussen Japan en China nu?
“In Japan neemt de nervositeit over wat er in China gebeurt natuurlijk toe. Men ziet daar de macht van China almaar groeien. En tijdens het presidentschap van Trump heeft het vertrouwen van de Japanners in de VS een knauw gekregen. Men is er niet meer zo zeker van dat de VS Japan automatisch zullen verdedigen in het geval van een conflict met bijvoorbeeld China.
“Vooral de jongere generaties vinden dat Japan meer zelf moet instaan voor zijn veiligheid, en minder afhankelijk moet worden van de VS. Dat zou betekenen dat er op een gegeven moment gepraat moet worden over een aanpassing van de Japanse grondwet. Nu staat daar nog in dat Japan niet het recht heeft om oorlog te voeren, behalve uit pure zelfverdediging.”
In 2016 zei u in Humo dat we China schromelijk onderschatten, dat de Chinese autocratie een grotere bedreiging vormt voor de westerse democratie dan Rusland. Vindt u dat nog steeds?
“Meer dan ooit. Rusland is wel in staat om enorme schade aan te richten, zoals we nu zien in Oekraïne, en eerder al in andere voormalige Sovjetrepublieken, maar het is geen voorbeeld van een succesvolle maatschappij die overal ontzag afdwingt en haar macht kan laten gelden.
“China kan dat wel. China is een voorbeeld van een bijna totalitaire maatschappij die toch uiterst succesvol is. De Chinezen hebben economisch veel meer bereikt dan de Russen, en militair zijn ze zo langzamerhand ook een echte wereldmacht. Het hapert nu een beetje door corona, maar ik verwacht niet dat hun macht daardoor dramatisch zal eroderen.
“Rusland heeft in al die opzichten veel meer gefaald, en lijkt dat nu weer te doen in Oekraïne. Het slaat wel wild om zich heen, door toedoen van een leider, Poetin, die evenveel megalomanie als wanhoop uitstraalt, maar finaal acht ik Rusland niet in staat de wereldorde echt te verstoren.”
Tenzij we het gedreig met kernwapens au sérieux moeten nemen.
“Ja, maar dan moeten we Noord-Korea ook au sérieux nemen. Zodra er nucleaire wapens worden ingezet, wordt het sowieso een catastrofe, voor iedereen.”
Wat kan het Westen doen tegen het autoritaire regime in China?
“Heel weinig. Er zijn mensen die ervoor pleiten om helemaal geen zaken meer te doen met China, uit een soort van protest. Dat is niet realistisch, dat kan helemaal niet meer. Maar je moet wel goed kijken naar wat voor soort zaken je doet met China. Je moet geen dingen doen die je nog afhankelijker maken van China, en die op termijn de strategische positie en de veiligheid van het Westen verzwakken.
“Ik denk wel dat de oorlog in Oekraïne veel mensen wakker heeft geschud. We beginnen in te zien dat Europa werk moet maken van een gemeenschappelijke defensie. Maar ja, zolang de lidstaten niet bereid zijn daar substantieel meer geld aan uit te geven, zullen we afhankelijk blijven van de VS. Dus ik zou de NAVO zeker niet onmiddellijk opgeven. Helemaal wakker zijn we nog niet.”
Kortom: een pacifist bent u al lang niet meer?
“Nee. Het oude ideaalbeeld van Europa als lichtend baken van vrede, vrijheid en voorspoed in een wereld waarin alle conflicten worden opgelost met diplomatie, is een mooie droom gebleken. Dat beginnen we nu te beseffen. Maar hoe het dan verder moet met de Europese defensiepolitiek: dat is wat anders, dat wordt heel moeilijk. Het probleem is natuurlijk dat Europa geen land is met een regering. Maar we zouden al kunnen beginnen met wat praktische dingen. De wapensystemen van de verschillende EU-landen beter op elkaar afstemmen, bijvoorbeeld.”
Wat doen we ondertussen met de waarden van de verlichting? Waren die niet onze unique sellingpoint?
“Het jammere is dat die waarden nu zelfs binnen Europa gecontesteerd worden. De rechts-populistische en extreemrechtse partijen die overal de wind in de zeilen hebben, zijn juist sterk tegen de waarden van de verlichting gekant. Iemand als de Hongaarse premier Viktor Orbán staat niet alleen in Europa, hè. De man heeft best wat aanhang.”
Heeft de oorlog in Oekraïne er niet voor gezorgd dat die figuren en die partijen, die vaak door Moskou werden gesteund en gefinancierd, toch wat in de verdrukking komen? Wie is nu nog vatbaar voor de pathetische, doorzichtige Russische propaganda?
“Dat vind ik moeilijk in te schatten. Het zal niet de grote meerderheid zijn die erin trapt. Maar door de sterkte van het rechts-populisme en van extreemrechts, in Europa en elders, vind ik het toch zorgelijk. Het publiek van die partijen blijft volgens mij gevoelig voor Russische propaganda, precies omdat die mensen zich aangetrokken voelen tot samenzweringstheorieën, tot autoritaire leiders, tot anti-Amerikaans en antiwesters denken.
“Nogmaals: dat is niet de grote meerderheid, maar het is evenmin een kleine minderheid. Dus ik wil het zeker niet bagatelliseren. Het probleem is dat je de mensen die er ontvankelijk voor zijn niet ziet. Ze verschuilen zich in de duistere hoeken van het internet, in bubbels waar je zelf niet graag in terechtkomt.”
Vorige week lekten in Duitsland plannen voor een extreemrechtse staatsgreep uit; de plannenmakers werden opgepakt. Komt de grootste bedreiging voor Europa van binnen Europa zelf?
“In de jaren 70 van de vorige eeuw was politiek terrorisme een activiteit van extreemlinks, nu komt de grootste politieke bedreiging voor de liberale democratie van extreemrechtse groepen die proberen de instituten van de democratie te ondermijnen, in Europa zowel als in de VS. Hoe ernstig we die Duitse plannen moeten nemen, is een andere vraag. Ik denk dat de kans op slagen van zo’n coup in Duitsland eerder klein is. Maar het laat wel zien wat er speelt, en dat mag je niet onderschatten.”
Wie zijn de fantasten van deze tijd?
“Donald Trump is het prototype van een fantast en narcist die zijn werkelijkheid zelf verzint, en die vervolgens aan iedereen probeert te slijten. Thierry Baudet in Nederland is ook zo iemand wiens identiteit en ideeëngoed voor een belangrijk deel gebaseerd is op fantasie.”
Het besluit van uw boek is hoopgevend. Het valt samen te vatten in een aloude spreuk: al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel. Alle fantasten raken uiteindelijk verstrikt in hun eigen leugens...
“Dat hoop je dan.”
... zij het vaak te laat, nadat ze al veel onheil hebben gesticht.
“Precies.”
Bent u al bezig aan een volgend boek?
“Ja, ik moet het alleen nog schrijven. Het zal gaan over het dagelijks leven in Berlijn tijdens de Tweede Wereldoorlog.”
De oorlog laat u niet los?
“Helaas niet.”