ExpoIKONEN
Anton Corbijn bewijst in Antwerpse expo weer dat hij veel meer is dan een gelauwerde rockfotograaf
Onder de ironisch te lezen titel IKONEN neemt fotograaf Anton Corbijn een loopje met zijn eigen status. In de Antwerpse Handelsbeurs put hij uit ongezien werk waarin kerkhoven, Lenin-beelden en re-enactments van popsterren het thema ‘herinnering’ exploreren.
Iconisch. Het woord wordt tegenwoordig per strekkende meter ingezet. Voor elke hitje of spraakmakende film. Voor een baltoets van Messi. Maar ook voor een feest waar je een megakater aan overhoudt. En voor de beelden van Anton Corbijn (67). Corbijn, niet begiftigd met ’s werelds grootste ego, moet er om lachen. “Vaak wordt wat ik maak als iconisch getypeerd. Het is een te vaak gebruikt woord dat op de duur betekenisloos wordt en elke diepte mist”, schrijft hij in de catalogus van IKONEN. Precies daarom zet hij het begrip op zijn kop.
In het neogotische decor van de Antwerpse Handelsbeurs – waar onlangs nog PJ Harvey haar poëzie ten beste gaf – mag Corbijn zich grootscheeps solo uitleven. Dat doet hij met verve, via een aantal onbekendere, oudere reeksen die demonstreren dat hij zoveel meer is dan “enkel de fotograaf van Depeche Mode of U2". Alsof we daaraan zouden twijfelen. Want recent liet hij bijvoorbeeld met Instanton, snapshots met zijn mobiel, nog maar eens zien wat hij zoal in zijn koker heeft.
Wie dus naar Antwerpen tuft om de beroemdste beelden van Corbijn te bewonderen, komt misschien bedrogen uit. Of niet helemaal. Want in de eerste zaal trekken onder meer Depeche Mode, David Bowie, Kate Moss, Courtney Love, Nick Cave en zelfs Luc Tuymans en Kim Wilde in een indrukwekkende projectie voorbij. En god, wat zijn en blijven die Corbijn-classics ongewoon goed: inventief, beklijvend, duister, alsof je linea recta in de ziel van al die illustere lieden gluurt. Wie goed oplet bespeurt daar al een voorproef van Corbijns re-enactments, later in de expo.
Subtiel verbond
Corbijn cirkelt in IKONEN als een havik om het woord ‘herinnering’ en bereidt ons een soort ‘memento mori’. Hij schotelt ons drie reeksen voor die gaandeweg een subtiel verbond aangaan.
Cemeteries ontstond midden jaren tachtig toen Corbijn – zoon van een protestantse dominee – gegrepen werd door de ornamentiek van het katholicisme. Met de dichter en latere Herman Brood-biograaf Bart Chabot banjerde hij rond op Europese kerkhoven, van het Zentralfriedhof in Wenen en Père Lachaise in Parijs tot de dodenpaleizen van Genua en Venetië. Corbijn fotografeerde overigens ook weleens muzikanten nabij grafkapellen, zoals Joe Cocker of David Sylvian in Parijs of Midge Ure (van Ultravox) in Wenen. “Een donkere periode vol gloom & doom die gelukkig achter me ligt”, vertelt Corbijn in een video op de expo, zoekend naar verklaringen voor zijn funeraire fascinatie. De reeks bevat close-ups van graftomben, heiligenbeelden én uitgehouwen steen. “Bij de katholieke iconografie krijg je een gevoel van uitbundigheid en een leven dat geleefd is”, vindt Corbijn. Maar de beelden ademen toch vooral veel vergankelijkheid. Meteen herken je de Corbijn-touch: grofkorrelige, krachtige contrasten in zwart-wit en een gothic-tintje.
In de serie Lenin, USSR (uit datzelfde jaar 1982) traceerde Corbijn de visuele reanimatie van Sovjet-leider Vladimir Lenin (1870-1924) in Sint-Petersburg. Kil, protserig en monumentaal wemelde het er van Lenin-beelden en portretten, in wat toen nog Leningrad heette. “De fotografie onthult dat alle regimes gedoemd zijn, dat alles wat we bouwen ooit zal afbrokkelen”, lezen we. Reminiscenties naar het werk van Carl De Keyzers Homo Sovieticus (1988-1989) flitsen onwillekeurig op, al zijn Corbijns foto’s directer. Natuurlijk alludeert Corbijn op een parallel met het huidige Rusland, wederom afgesloten van de rest van de wereld, met door Z-oorlogssymbolen gedomineerde straten.
Reïncarnaties
Vrolijker is het slotdeel van de expo. In a.somebody treedt Corbijn in de gedaante van geliefde - overleden - popsterren. En verdomd, als je niet af en toe totaal op het verkeerde been staat door de Corbijn-maskerades. Hij bezit blijkbaar een aangezicht met universele trekjes, uitstekend geschikt voor re-enactments. “Boven alles was het een groot plezier om in andermans schoenen te staan.” De foto’s zijn meestal genomen in zijn Zuid-Hollandse geboortedorp Strijen of in de studio. Corbijn: “Ze houden verband met de zeer religieuze obsessie van mijn ouders met de dood én mijn eigen muziekobsessie als teenager die samenkomt in deze foto’s van beroemde dode muzikanten als Jimi Hendrix, Frank Zappa of Marc Bolan. Ik laat hen herleven door in hen te reïncarneren.” Toch loop je deze zaal buiten met een kamerbrede glimlach rondom de lippen.
En zo is dit IKONEN een uitgekiende ervaring, vol denkstof over symboliek en de vergankelijkheid van roem, van vermolmde regimes en uiteindelijk ook van fotografie. In ieder geval biedt de Handelsbeurs een droomdecor, licht mysterieus, met veel ruimtelijke mogelijkheden en aparte doorkijkjes. De sobere scenografie laat ons toe aarzelend de tijd te betrappen. Een zoveelste bewijs van de veelzijdigheid van deze fotograaf-autodidact, momenteel weer aan de slag met Depeche Mode, na de dood van Andy Fletcher werkend aan hun nieuwe plaat. De titel? Memento Mori, jawel.
Nog een extra wacht op het gelijkvloers, in de houten hokjes waar in de 16de eeuw handelscontracten werden gesloten. Daar is ongewoon – en vermoedelijk goed gehonoreerd - opdrachtwerk te zien van Corbijn. KatoenNatie-captain Fernand Huts vroeg hem om portretten van zijn personeelsleden. Een slimme zet van Huts, ook mede-eigenaar van Hannibal Books dat de IKONEN-expo mee opzette. “Corbijn fotografeert voornamelijk rocklegendes. Bij ons zijn de werknemers de echte wereldsterren”, klonk het bij de opening.
‘Ikonen’, tot 16 april 2023 in de Handelsbeurs Antwerpen, catalogus HANNIBAL-books, 50 euro, www.antoncorbijnexpo.com