TheaterrecensieAnatomie Antigone
‘Anatomie Antigone’ is een rijke, maar beknellende voorstelling ★★★☆☆
In Anatomie Antigone spélen de Roovers en theatercollectief herman niet alleen de beroemde tragedie van Sofokles, ze geven er ook commentaar op. Het leidt tot slim en vernuftig theater, maar tegelijk rijden de acteurs Antigone ook vast in uitleggerigheid.
“Kan één meisje de republiek doen wankelen?”, vragen acht acteurs van de Roovers en theatercollectief herman zich aan het begin van Anatomie Antigone af. Wie de klassieke, 2.500 jaar oude tragedie van Sofokles kent, weet dat het antwoord, in principe, ‘ja’ is. Door de eeuwen hen is Antigone op elfendertig verschillende manieren geïnterpreteerd en herwerkt, waarbij het meisje dat haar verbannen broer wil begraven, zowel een revolutionair, een feminist, een martelaar als een terrorist is gebleken.
De Roovers en herman ballen die traditie samen in een voorstelling van zo’n anderhalf uur, waarin niet alleen de tragedie wordt gespeeld, maar waarin tussendoor ook commentaar wordt gegeven. Ook dat is niets nieuws – ‘het koor’ van Sofokles filosofeerde al over de gebeurtenissen op scène, en hier wordt die rol ingevuld door Luc Nuyens en Sofie Sente. Maar daarnaast introduceren de spelers ook het personage van een ‘Antigonoloog’, in de gedaante van de immer charismatische Kenneth Cardon, die uitleg geeft bij Bertolt Brechts interpretatie van het legendarische personage en zelfs een lijst van geraadpleegde werken citeert.
Anatomie Antigone is immers een amalgaam van teksten: de vertaling en bewerking van Antigone door Anne Carson zijn de leidraad van het stuk, maar tussendoor worden er tekstfragmenten, gedichten en interpretaties opgelegd, van Albert Camus tot Philip Roth. Het maakt van Anatomie Antigone een rijke, maar ook beknellende voorstelling, waarin de intertekstualiteit nu en dan geforceerd wordt. Een gedicht van Aja Monet over zwarte vrouwen die het slachtoffer worden van geweld, maakt de link tussen Antigone en Black Lives Matter al te expliciet.
De tegenstelling tussen de tirannieke, witte Kreon (Sara De Bosschere) en de zwarte, vrijgevochten Antigone (Loïs Brochez), is op dat vlak immers al duidelijk genoeg. Beide actrices mogen schitteren in een scène waarin ze elkaar van hun gelijk proberen te overtuigen en de wanhoop nabij zijn. Ondanks de het vernuftige spel met verschillende teksten blijft Anatomie Antigone misschien wel het sterkst wanneer het spelplezier zich onttrekt aan al te duidelijke interpretaties. De flegmatieke Milan Vandierendonck, die stilletjes uitblinkt als de komische bode, illustreert dat nog het best.
Tot 25 mei op tournee.