Vrijdag 24/03/2023

InterviewLayla F. Saad

‘Als je na mijn stappenplan niks in je leven veranderd hebt, ben je niet goed bezig’: hoe witte mensen racistisch gedrag kunnen afleren

Layla F. Saad: 'De confrontatie aangaan met je eigen racisme is misschien niet comfortabel, maar je gaat er niet aan dood.' Beeld rv
Layla F. Saad: 'De confrontatie aangaan met je eigen racisme is misschien niet comfortabel, maar je gaat er niet aan dood.'Beeld rv

Achtentwintig dagen. Zo lang duurt het stappenplan van Layla F. Saad om witte lezers bewust te maken van hun privileges. Al leert Witte suprematie en ik je vooral dat de strijd tegen racisme een leven lang duurt.

Ciska Hoet

Wat in 2018 als een antiracistische Instagram-challenge van 28 dagen begon, groeide in een mum van tijd uit tot een ware beweging met duizenden volgers over de hele wereld. Layla F. Saad goot het stappenplan in een boek dat het schopte tot de bestsellerlijst van The New York Times. Het maakt deel uit van het curriculum op verschillende Amerikaanse universiteiten en Hollywoodsterren als Anne Hathaway getuigden al hoe de challenge hun leven veranderde.

De in Qatar wonende Britse auteur Layla F. Saad (°1983) reageert nuchter op het succes. “Ik ontwikkelde deze handleiding omdat ik een goede voorouder wil zijn. Ik wil de wereld in een betere staat achterlaten voor wie na mij komt en ik hoop dat mijn lezers dezelfde houding hebben.”

Hoe ze dat precies denkt te doen? Het boek Witte suprematie en ik valt misschien nog het best te omschrijven als een gids voor nietsontziende zelreflectie. Aan de hand van thema’s als antizwartheid en bondgenootschap moet je als witte lezer dagelijks voor jezelf noteren hoe je hebt bijgedragen aan raciale onderdrukking. Zo krijg je een spervuur aan vragen voorgelegd als: zijn er mensen met wie je bevriend blijft ondanks het feit dat ze problematisch gedrag vertonen? Hoe heb je met jouw zwijgen bijgedragen aan het in stand houden van racistisch gedrag? Heb je het racisme van ouderen goedgepraat met het argument dat ze ‘van een andere generatie zijn’? Of nog: wanneer heb je gedacht dat mensen van kleur hulpeloos waren en witte tussenkomst of hulp van mensen met wit privilege nodig hadden? Behandel je kinderen van kleur anders dan witte kinderen?

Slik.

“Of je het nu leuk vindt of niet, als je wit bent, ben je sowieso medeplichtig aan een systeem dat mensen van kleur benadeelt”, legt Saad uit. “We hebben die machtsverhoudingen immers allemaal verinnerlijkt en handelen ernaar. Ook als je je er niet van bewust bent of geen racist wilt zijn, richt je sowieso schade aan.”

Door als witte lezer elke dag een nieuw lijstje vragen te beantwoorden, wil Saad dat je inzicht verwerft in de uiteenlopende manieren waarop je bijgedragen hebt aan een racistische wereld. Van daaruit kun je verantwoordelijkheid opnemen en er iets aan doen.

U benadrukt dat uw boek in eerste instantie een doe-boek is. Wat bedoelt u daar precies mee?

“Er is een groot verschil tussen het boek gewoon lezen en het dóén. Uiteraard wil ik over racisme en wit privilege informeren – je kunt een systeem pas ontmantelen zodra je het begrijpt. Maar ik zie te veel mensen om mij heen die enkel blijven studéren op het thema racisme, terwijl er in se niks aan hun gedrag verandert. Ik wil met mijn boek dus aanzetten tot actie. Als je na mijn stappenplan niks in je leven veranderd hebt, ben je niet goed bezig.”

De term ‘suprematie’ uit de titel komt provocatief over. Is dat bewust?

“Vind je dat provocatief? Weet je, witte mensen moeten echt eens begrijpen dat dekoloniseringstheorieën geen aanval tegen hen vormen. Ik zeg niet dat witte mensen slecht zijn. Wel moeten we samen het gevecht aangaan met de witte suprematie die we allemaal geïnternaliseerd hebben. Het woord suprematie gebruik ik simpelweg omdat het zegt waar het op staat.

“Het is niet alleen van toepassing op heel direct racisme dat ingegeven is door haat. Het gaat om een spectrum waarbinnen ook de leerkracht zit die witte kinderen onbewust anders behandelt dan zwarte klasgenoten. Dat racisme is misschien niet intentioneel, maar heeft evengoed een groot effect op de samenleving.”

U geeft in uw boek heel wat voorbeelden van onderhuids racisme. Zo beschrijft u onder meer hoe zwarte meisjes van jongs af anders worden bejegend dan hun witte leeftijdgenootjes.

“Als je vrouw bent en een zwarte huidskleur hebt, beschik je over twee identiteiten die negatief door seksisme en racisme beïnvloed worden, twee systemen die tot doel hebben om ons het idee te geven dat we minderwaardig zijn. Van jongs af worden we ondermijnd en krijgen we de subtiele en minder subtiele boodschap dat we minder mooi, krachtig en waardevol zijn – of dat we juist agressief en bedreigend zijn.

“Onderzoek heeft uitgewezen dat zwarte meisjes door de buitenwereld sneller als volwassen beschouwd worden dan witte meisjes. Daardoor wordt hun de zorg ontzegd die ze verdienen, wordt er sneller gezegd dat ze verantwoordelijk zijn voor hun daden, enzovoort. Zwarte vrouwen worden kortom niet gepercipieerd voor wat ze zijn, namelijk mensen zoals alle andere mensen.

“Vandaar ook dat het voor mij ontzettend bevrijdend was om mijn zwarte, vrouwelijke identiteit te leren omarmen. Net zoals mijn vriendschappen met andere zwarte vrouwen me voeden en inspireren. Door zelf een positief tegenverhaal te schrijven, gaan we regelrecht in tegen de status quo die ons onrecht aandoet.”

We horen weleens kritiek op methodes als de uwe: ze pakken racisme op een individueel niveau aan, terwijl het om een structureel probleem gaat. Ga je niet voorbij aan het maatschappelijke niveau als je van racisme iets individueels maakt?

“Sorry, maar als ik met racisme te maken krijg, is dat iets erg persoonlijks. En als jij je gedrag wijzigt en zorgt dat wit privilege geen kans krijgt, heeft dat een direct effect op de mensen rondom jou. Ook dan is het met andere woorden wel degelijk iets individueels. Bovendien wordt elk systeem in stand gehouden door individuen, dus als we hen veranderen, kunnen zij het systeem aanpakken. Voor de duidelijkheid: je zult me zeker niet horen zeggen dat we geen wetten nodig hebben die racisme veroordelen, integendeel zelfs. Maar mocht wetgeving volstaan, dan zouden we vandaag in de samenleving geen probleem met discriminatie hebben. We moeten dus ook dat persoonlijke niveau aanpakken.”

Sommige witte mensen vinden dat best bedreigend. Ondanks het succes van uw handleiding beschrijft u dat deelnemers aan leesgroepen er soms al snel de brui aan geven omdat ze uw aanpak te hard vinden.

“Het klopt dat je bereid moet zijn om jezelf kwetsbaar op te stellen als je met mijn stappenplan aan de slag wilt. Dat is nu eenmaal het gevolg van onze ‘menselijke conditie’. We moeten allemaal fouten maken om er vervolgens uit te kunnen leren. Mijn methode drukt je wat dat betreft met de neus op de feiten.

“Maar laten we wel wezen: de confrontatie aangaan met je eigen racisme is misschien niet comfortabel, maar je gaat er niet aan dood. Het is hoogstens tijdelijk onaangenaam. Vergeet ook niet dat het een privilege is dat je als witte mens kunt kíézen om de strijd tegen racisme al dan niet te voeren. Mensen met mijn huidskleur hebben dat geluk helaas niet, zij krijgen er vanzelf mee te maken.”

Een andere bedenking is dat dit soort methodes eerder op maat van hoogopgeleiden lijkt te zijn gemaakt. Bereikt u op deze manier wel een voldoende brede groep mensen om het probleem bij de wortels aan te pakken?

“Ik zie niet in waarom deze tool niet toepasbaar zou kunnen zijn voor brede groepen in de samenleving. Je ziet nu al dat er vaak in duo’s, binnen families, boekenclubs of in kerkgemeenschappen mee aan de slag gegaan wordt. Je hoeft het boek ook niet te kopen en het zelf te lezen, je kunt je gerust op sleeptouw laten nemen door iemand anders. En jij als hoogopgeleide kan het introduceren bij mensen die misschien minder snel geneigd zouden zijn om deze informatie zelf op te zoeken. Het belangrijkste is dat witte mensen reflecteren op het racistische kader dat ze geïnternaliseerd hebben. Eerder dan dat je een dagboek moet bijhouden, gaat het erom dat je je engageert in een denkproces dat een effect heeft op je handelen. En dat proces kan iedereen door­lopen.”

Iets helemaal anders. U ziet met lede ogen aan hoe het woord ‘woke’ steeds meer een modeterm geworden is.

“Die term heeft een specifieke geschiedenis die duidt op het ontwaken van een bewustzijn. Vandaag is het echter bijna een merknaam geworden die het kapitalisme zich heeft toegeëigend. Het gaat dan over hoe de dingen er aan de buitenkant uitzien in plaats wat er vanbinnen verandert. De term ‘woke’ is daardoor verworden tot een hip kostuum dat je kunt aantrekken: je gebruikt de juiste woorden en zet van alles in scène, zodat je gezien wordt als een bondgenoot. Maar niets is minder waar.”

Over dat bondgenootschap bent u erg kritisch. Wanneer ben je als witte persoon een bondgenoot van mensen van kleur?

“Ik sta daar in mijn boek inderdaad lang bij stil, omdat ik merk dat sommige mensen het stappenplan volgen omdat ze als bondgenoot of ‘goede mens’ gezien willen worden. Alleen is dat de verkeerde motivatie. Ik ben meteen op mijn hoede als witte mensen zichzelf als bondgenoot introduceren.

“Vergeet ook niet dat je na die 28 dagen niet zomaar ‘klaar’ bent. Het gaat om een aanhoudende reis zonder eindpunt. Je ziet vaak dat mensen het snel opgeven en vervallen in wat ik in mijn boek als ‘witte apathie’ bestempel. Wie weet ga je gedurende een periode naar antiracistische acties maar geef je het daarna al snel weer op. Of denk aan al die mensen die vorig jaar een zwart vierkant op hun sociale media gepost hebben.

“Weet je dat sommigen na een paar weken al begonnen te zeuren over ‘vermoeidheid’ in de strijd tegen racisme? Ze hadden naar eigen zeggen zoveel informatie opgenomen dat het hen uitputte. Tja, mensen van kleur kunnen geen pauze van racisme nemen, dus als je niet bereid bent om er je hele leven tegen te strijden, ben je geen goede bondgenoot.”

Je hoort weleens dat het hedendaagse dekoloniseringsdiscours een calvinistisch kantje heeft: witte mensen worden geboren met een erfzonde en het enige wat ze kunnen doen om er eventueel aan te ontkomen, is in het stof bijten en hard werken zonder dat er plezier bij komt kijken. Herkent u zich daarin?

“Er schuilt veel witte angst achter dat perspectief. Sommige witte mensen vrezen ook dat we de huidige status quo simpelweg willen omdraaien zodat zij zich inferieur zouden moeten gaan voelen ten opzichte van mensen van kleur. Maar daar gaat het uiteraard niet om. Wel kunnen we vaststellen dat privilege ontmenselijkt, en daar moeten we ons samen tegen verzetten.

“Bovendien valt er absoluut wel plezier te beleven aan dit werk. Dan heb ik het niet over het kortstondige plezier van de snelle consumptie, maar wel over het diepe, voedende en hoopvolle plezier dat je ervaart wanneer je probeert om een goede voorouder te zijn. Het is enorm bevrijdend en aangenaam om je relatie met de mensheid te herstellen, neem dat maar van me aan.”

null Beeld Layla F. Saad
Beeld Layla F. Saad

Layla F. Saad, Witte suprematie en ik, Atlas Contact, 256 p., 19,99 euro. Vertaald door Koen Boelens en Helen Zwaan.

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234