InterviewAlejandro Landes
Alejandro Landes, regisseur van ‘Monos’: ‘Ze hebben me op een draagberrie uit de jungle moeten dragen’
De Colombiaanse regisseur Alejandro Landes groeide op in Ecuador, omdat drugsoorlogen en guerrilla-groeperingen zijn thuisland Colombia te gevaarlijk maakten. In zijn film ‘Monos’ zoomt hij op zijn beurt in op jonge guerrillero’s in de Zuid-Amerikaanse wildernis.
“Dit is een film met alle grote no no’s”, zegt Alejandro Landes over het uitstekende Monos. “We hadden minderjarige acteurs, zonder acteerervaring; we hadden dieren op de set, we hadden helikopters, we hadden scènes die onderwater werden gefilmd, en heel wat special effects. En we zaten op een afgelegen locatie, waar de weersomstandigheden in een vingerknip veranderen. Het ene moment sta je in de blakke zon, vijf minuten later is het aan het regenen. Daar word je gek van. Het was voor niemand gemakkelijk. Iedereen is op een bepaald moment wel tegen zijn limieten aangebotst.”
De moeilijke draaiperiode is één van de redenen waarom Monos nu al wordt vergeleken met Apocalypse Now, de Vietnam-film van Francis Ford Coppola die bijna in de soep draaide en vervolgens een klassieker werd. “Op de eerste dag hebben we een ambulance nodig gehad, omdat iemand een epileptische aanval kreeg. Een van de production supervisors heeft een kleine hartaanval gehad. Er was ook heel weinig zuurstof: ze hebben mij ook, op een draagberrie, uit de jungle moeten dragen. En op een dag kwam een omgevallen boom naar beneden gerold. We konden net op tijd weg. Als we minder geluk hadden gehad, had die boom vijftien mensen van ons team gedood.”
Lees de recensie
Condition humaine
Maar Apocalypse Now en Monos, dat draait rond negen jonge guerrillero’s in de anonieme wildernis van Zuid-Amerika, worden ook in één adem genoemd omdat ze beide een unieke blik op oorlogssituaties werpen. “Oorlog is een deel van de condition humaine”, vindt Landes. “Monos gaat niet over kindsoldaten in Colombia. De film gaat over ons, als mensen.”
Op filmfestivals in alle uithoeken van de wereld maakt Monos indruk. De verklaring voor dat wijdverspreide succes legt Landes zelf bij de universele herkenbaarheid van zijn personages. “De film wordt uitgebracht in 35 landen, en doet het commercieel behoorlijk goed. Dat komt niet omdat alle mensen die naar Monos gaan kijken geïnteresseerd zijn in Colombia. Dat komt omdat de film een snaar raakt die veel breder gaat dan enkel de situatie in Colombia.”
Nooit wordt duidelijk voor welke oorlog de jongeren – ze worden enkel aangesproken met bijnamen als Bigfoot, Boom Boom, Wolf, Rambo en Smurf – uitvechten of welke zaak ze dienen. Je weet zelfs niet op welke bergtop of in welke jungle ze zich bevinden. “Veel oorlogsfilms tonen de redenen waarom een oorlog wordt uitgevochten. Maar wat als mensen vechten om persoonlijke redenen, of zonder reden? Dat leek me interessant. Het is niet belangrijk of die soldaten links of rechts zijn: het is belangrijk dat ze mensen zijn, die liefhebben, vechten en vriendschappen aangaan.
“Het is ook een manier om te vermijden dat mensen de personages gaan beoordelen op basis van hun ideologie. Omdat je niet weet of ze communistisch, kapitalistisch of nog iets anders zijn, werkt de film als een allegorie, als een metafoor. Je ziet niet gewoon de soldaten: ze zijn een spiegel waarin het publiek zichzelf ziet.”
Maar, zo geeft Landes toe: in Colombia, dat decennialang werd geteisterd door drugsoorlogen, guerrilla-groeperingen en ontvoeringen, raakt de film een andere snaar. “Voor Colombianen ligt de film nog iets gevoeliger: de wonden zijn nog heel vers, daar.”
De Dokter
De regisseur kan er zelf van meespreken. Hij werd als Colombiaan geboren in Brazilië, maar spendeerde het grootste deel van zijn jeugd in Ecuador: Medellín, de Colombiaanse stad waar zijn familie vandaan kwam, was te gevaarlijk. “Mijn neef werd ontvoerd, en later ook de zus van mijn grootvader. Ze zijn er allebei levend uitgekomen, maar niet iedereen in mijn familie heeft zo veel geluk gehad. Er gebeurden voortdurend nare dingen. Ik denk dat dat voor elke Colombiaanse familie zo was. Het was onmogelijk om eraan te ontsnappen.”
Monos is een film van angstaanjagende schoonheid ★★★★☆: lees hier de recensie
Daarbij komt nog dat de jonge guerrillero’s zich moeten ontfermen over ‘de Dokter’, een westerse gijzelaar, zoals de Frans-Colombiaanse politica Ingrid Betancourt door de FARC-rebellen werd ontvoerd. Al weerlegt Landes zo’n één-op-één-interpretatie van zijn film. “De FARC is voor de meeste Europeanen en Amerikanen de bekendste guerrilla-groepering. Maar je moet weten dat de Colombiaanse oorlog op héél veel fronten werd gevochten. Er waren dus heel veel verschillende guerrilla-organisaties. Heel veel van die groeperingen ontvoerden mensen, niet alleen de FARC.”
Feit is dat Wilson Salazar, ‘de Boodschapper’, die de tienerrebellen van instructies voorziet, zelf een verleden heeft in zulke groeperingen. “In een bepaalde scène moet hij de gijzelaar filmen, om aan de buitenwereld te tonen dat ze nog in leven is. Hij keek naar mij en zei: ‘Ik heb dit al eerder gedaan’. Hij was elf toen hij bij de guerrilla zat. Ik denk dat het voor hem een heel vreemde ervaring was. Hij vertelde me dat hij achteraf alles wat hij daar geleerd had, weer moest vergeten. ‘Dat was moeilijk’, zei hij, ‘want ik was er heel goed in. Ik was heel goed in vernietiging. En nu moet ik dat allemaal opnieuw gebruiken om iets nieuws, iets moois te maken’.”
Iets moois? Monos schetst geen vrolijk beeld van de mensheid, merken we op. En al zeker niet van Colombia. “Ik maak films, geen toeristenvideo’s. Ik houd me niet bezig met het ‘imago’ van Colombia, of wat mensen van Colombia gaan denken. Wat me bezighoudt, is: wat zegt mijn werk over de wereld?”