Review
'Albert II': Saai geschiedenislesje **
Een fictiereeks over het kluwen van ons veelbesproken koningshuis. Als de jongste weken ons iets hebben geleerd, is het dat daar best iets van te maken valt. Helaas blonk 'Albert II' (**) vooral uit in onnodige uitvergrotingen en clowneske dialogen die de serie bij momenten ronduit onnozel maakten.
Een snotterende prins Filip, een arrogante playboy die prins Laurent moest voorstellen en Albert in een los onderonsje met toenmalig premier Jean-Luc Dehaene. Is het omdat de koninklijke familie inmiddels een karikatuur van zichzelf heeft gemaakt, dat 'Albert II' gisteren zo ongeloofwaardig overkwam?
Albert en Paola die zichzelf in welbespraakt Nederlands met troostende woorden op de schouders klopten: "Als het land het wil, dan zullen we klaar zijn." Dat werkt gewoon niet. De stilte en de bedenkelijke blikken die daarop volgden waren tekenend voor het verdere verloop van de aflevering.
Matthijs F Scheepers kreeg de eer om in zijn rol als prins Filip nagenoeg een hele eerste aflevering als een klein kind te snotteren ("Neen! Oom Boudewijn wou dat ik koning werd!"). Stefaan Degand speelt weliswaar een fijne prins Laurent, maar overdreef zo in het typetje dat hij speelde, dat de geloofwaardigheid volledig zoek was. En een 'player' in de grootorde van prins Laurent kent natuurlijk zijn pick-uplines. "Gij zijt prins Laurent" - "Neen, ik ben zijn sexy tweelingbroer." Zo uit het leven gegrepen, quoi.
Het was niet allemaal rampzalig. Lucas Van den Eynde zette een best geloofwaardige en sympathieke Albert II neer. Hij had zelfs de moeite genomen om het kenmerkende lachje van Albert in te studeren. Ook Wim Opbrouck vertolkte een fijne Jean-Luc Dehaene, misschien juist omdat hij als enige juist niet te hard in een typetje verviel.
De eerste aflevering van 'Albert II' excelleerde vooral in saaiheid en kwam over als een verplicht lesje geschiedenis. Een slecht scenario blijft een slecht scenario. Zelfs degelijke Vlaamse acteurs kunnen daar geen koninklijk schouwspel van maken.