BoekenrecensieKerozine
Adeline Dieudonné schrijft met het slagersmes in de hand ★★★☆☆
Een nachtelijk tankstation in de Ardennen is het decor voor een rauwe roman die bol staat van gratuit geweld. Adeline Dieudonné spaart de lezer niet in Kerozine.
Franse literaire critici behoren niet meteen tot de hardhandigste van West-Europa. Zelfs in kwaliteitskrant Le Monde lees je zelden vernietigende recensies en wordt tijdig de balsem bovengehaald. Maar bij Kerozine, de tweede roman van Adeline Dieudonné, ging de Parijse vakpers collectief door het lint. De beloftevolle Franstalige Belgische – haar bekroonde debuut Het echte leven haalde 300.000 verkochte exemplaren – kreeg de wind van voren. ‘Nul’, ‘geforceerd en idioot’, getuigend van ‘een erg slechte smaak’, klonk het. “Een degoûtant boek, ik had zin om een douche te nemen nadat ik het gelezen had”, zo merkte critica Olivia de Lamberterie zelfs op. “Het is een plas braaksel.”
Zoveel weerzin en woede, dat maakt nieuwsgierig. Is dit boek echt zo belabberd en hemeltergend, nu de vertaling voor onze neus ligt? Hangt ervan af hoe je het bekijkt. Dieudonné kent alleszins geen limieten, maar schrijven kan ze. Decor van deze onverbloemd trashy roman is een benzinestation aan een snelweg in de Ardennen, waar een tiental geflipte, neurotische personages (waaronder een paard) aanspoelen en hun lotsbestemmingen zich vermengen. Precies om 23.12 uur, op een nietsbetekenende zomeravond. Je hebt de impulsieve paaldanslerares Chelly, of Victoire, een model met een fobie voor dolfijnen. Alika, de gewetensvolle Filippijnse kinderjuf. Loïc, de seksbeluste wegenhulpmonteur en Joseph, handelsreiziger in roofmijten. Of de eenzame oude vrouw Monika, weggerukt uit haar bos, en Julianne, die een terroristisch bloedbad doorstond.
Tergend banaal, dan weer compleet absurdistisch, maar altijd voorzien van bijtende, inktzwarte humor voert Dieudonné de charge. Dat doet ze met de voeten vooruit. Kokhalzende details, weggelopen uit de horrorcinema, serveert ze in een kortaangebonden stijl. Dit is schrijven met de bokshandschoenen aan, of nee, soms ook met het slagersmes in de hand. Geweld en drift regeren. Dieudonné mikt resoluut op het effectbejag. Haar gehavende personages zijn niet vies van zelfdestructie: we lezen over hun obsessies, hun genot en hun angsten. De impressie rijpt dat het richtingloze Kerozine in het stadium van losjes aan elkaar geniete kortverhalen is blijven steken. Haalde Dieudonné de mosterd bij het punkproza van de in Frankrijk ooit zo populaire Virginie Despentes, bij Boris Vian parodiërende crimi’s of bij Bret Easton Ellis’ American Psycho? Denkbaar is dat Dieudonné een tikje het noorden kwijt was na haar monstersucces. Maar haar afschrijven zou een vergissing zijn. Ook hier flakkert haar talent op.
Adeline Dieudonné, Kerozine
Atlas/Contact, vertaling Annelies Kin en Nathalie Tabury, .185 p., 19,99 euro