AchtergrondHet atelier
Adelheid De Witte: ‘Heilig betekent rein, volmaakt, onkreukbaar en verheven. Mijn atelier is niets van dit alles’
Hoe ziet het ideale atelier eruit? Hoeveel tijd spendeert een kunstenaar in zijn atelier? Is het een heilige plek? In de reeks ‘Het atelier van...’ deze week: Adelheid De Witte, van wie momenteel bij galerie Barbé-Urbain in Gent werk te zien is in de groepsexpositie Stealing Thunder.
Gaat u iedere dag naar uw atelier?
“Niet iedere dag, maar wel zoveel mogelijk. Het tekenen, schilderen of assembleren laat zich niet zo gemakkelijk sturen. Het moet zich aandienen.”
Hoe laat vertrekt u naar uw atelier, en hoe: te voet, per fiets, openbaar vervoer of auto?
“’s Morgens fiets ik al vroeg door weer en wind langs de oude dokken en de haven van Gent naar mijn atelier. Ik groeide op in een bouwbedrijf aan het kanaal, en zat als kind al bij mijn grootvader in de kraan waarmee schepen gelost werden. Het ruwe karakter van die industriële omgeving nabij het water blijft me aanspreken.”
Houdt u vast aan bepaalde rituelen in uw atelier? Muziek of juist stilte?
“Tenzij ik borstels uitwas, mijn atelier opruim of doeken prepareer, staat de radio zelden aan. Mijn telefoon schakel ik meestal in ‘niet storen’-modus. Internetverbinding is er niet. Door de openstaande ramen dringt de geur van gesmolten was en epoxyhars binnen, in combinatie met ambachtelijke geluiden: er wordt getimmerd, gebeiteld, gegoten, geschuurd. En Rena, de hond van Berlinde De Bruyckere en Peter Buggenhout, blaft om de haverklap. Dit alles zorgt voor een constant geroezemoes, waarvan ik overigens houd.”
Hoe belangrijk is licht voor u?
“Erg belangrijk. Dat is meteen ook de reden waarom ik overdag schilder en niet ’s nachts. Op een druilerige dag kan een schilderij er bijna uniform mat en donker uitzien, terwijl bij er bij fel licht een gans gamma aan onderliggende kleuren doorschijnt.”
Hoe gaat u te werk? Begint het werk pas op het moment dat u uw atelier betreedt of gaat het werk altijd en overal door?
“Altijd en overal. Ik zoek ook bewust specifieke plaatsen op buiten mijn atelier. Kermissen, pretparken of minigolfterreinen bijvoorbeeld, omdat de kitscherige, kunstmatige sfeer van die plekken me blijft aantrekken. Ik zoek deze plekken op omdat ik ze visueel interessant vind, maar die fascinatie vertaalt zich ook effectief in activiteiten ter plekke, tot grote vreugde van mijn achtjarige dochter, die me met veel plezier vergezelt.”
Hoeveel tijd spendeert u gemiddeld per dag in uw atelier?
“Soms vertrek ik terug na drie uur. Andere keren werk ik twaalf uur na elkaar. Maar gemiddeld blijf ik er acht uur.”
Is het atelier een heilige plek?
“Volgens de Van Dale betekent het woord heilig: rein, volmaakt, onkreukbaar en verheven. Mijn atelier is niets van dit alles. Voor mij is het de plek bij uitstek waar het onvolmaakte kan worden onderzocht. Oliver, van galerie Barbé-Urbain, benadert die zoektocht zeer respectvol, doet geen uitspraken over werken die nog niet af zijn en polst niet in welke richting mijn volgende schilderijen evolueren.”
Ontvangt u er bezoek, van verzamelaars, curatoren of collega-kunstenaars?
“Erg veel mensen ontmoet ik niet in mijn atelier, maar verzamelaars, curatoren, collega-kunstenaars, familie en vrienden zijn welkom tijdens de wat kalmere episodes.”
Wat is het mooiste atelier dat u ooit heeft gezien?
“Dat van Joan Miró in Mallorca is het eerste wat in me opkomt. Veel dichterbij is het atelier van Berlinde De Bruyckere een prachtige, serene plek. Ik heb het geluk mijn atelier boven dat van haar te hebben.”
Hoe ziet het ideale atelier eruit?
“Zoals het mijne nu, maar dan drie keer zo groot. Wat extra plek voor een daybed, om een middagdutje te doen, lijkt me ook wel gezellig.”
Een langere versie lezen? Surf naar www.galleryviewer.com