InterviewJulia Roberts
Actrice Julia Roberts is terug: ‘Het was niet mijn bedoeling om zo lang weg te blijven’
Rode krullen, reeënogen, gigantische smile, gevoel voor humor: grote kans dat u nu uit volle borst ‘Julia Roberts!’ roept. De 54-jarige koningin van de romcom wist ooit met verve een bruidsjurk en loopschoenen te matchen. Later toonde ze dat ze ook in serieuzere rollen in haar element is, en na een lange pauze gaat ze op dat elan verder met de miniserie Gaslit. Waar zát ze toch al die tijd? ‘Ik vond gewoon geen rollen die me echt konden boeien.’
Julia Roberts is een van de weinige actrices van wie de ster nooit lijkt te tanen. Ze heeft een vast plekje aan het Hollywoodfirmament, waar ze staat te stralen met die beroemde glimlach van haar om de lippen. Het is dan ook best verrassend je te realiseren dat haar vertolking van Watergate-klokkenluidster Martha Mitchell, in de nieuwe miniserie Gaslit, haar eerste rol is in vier lange jaren. Alsof ze de verloren tijd goed wilde maken, is Roberts erin geslaagd om van Mitchell – de echtgenote van John N. Mitchell, voormalig minister van Justitie en vertrouweling van president Nixon – een personage te maken waarin ze alle facetten van haar acteertalent kwijt kan. Op Martha’s gelukkigere momenten straalt Roberts het charisma en de branie uit die ze in haar eerste, lichtere films tentoonspreidde. Als het verhaal een duistere wending neemt, kan ze putten uit de serieuze, subtielere personages die ze in latere jaren van haar carrière heeft gespeeld. Het is een aangenaam weerzien. “Het was niet mijn bedoeling zo lang weg te blijven,” zegt Roberts over haar recente onzichtbaarheid. “Ik vond gewoon geen rollen die me echt konden boeien. En voor ik het goed en wel besefte, waren er jaren voorbij.”
- geboren op 28 oktober 1967 in Atlanta, haar ouders waren acteurs en toneelschrijvers / maakte in 1988 haar filmdebuut in Satisfaction met Liam Neeson / was in de jaren negentig de best betaalde actrice in Hollywood / won een Academy Award voor haar hoofdrol in Erin Brockovich (2000), nadat ze eerder al genomineerd werd voor Steel Magnolias (1990) en Pretty Woman (1991) / speelde ook in o.a. My Best Friend’s Wedding (1997), Notting Hill (1999), Ocean’s Twelve (2004) en Eat Pray Love (2010) / is nu te zien in de miniserie Gaslit / had relaties met o.a. Liam Neeson, Kiefer Sutherland en Matthew Perry / woont in Malibu, Californië met haar man Danny Moder, twee zonen en een dochter
Het verhaal van Martha Mitchell gaat over macht, invloed en de reactie van mannen als een vrouw die twee dingen probeert uit te oefenen. U weet zelf wat het is om macht te hebben in de wereld waarin u zich beweegt: u was de eerste actrice die 20 miljoen dollar vroeg, voor uw rol in Erin Brockovich. Heeft dat uw vertolking van Martha beïnvloed?
“Ik denk dat ik raakvlakken heb met Martha. Van buitenaf lijkt ze een zelfverzekerde vrouw die op haar gemak is tussen al die heren met sigaren, een geboren netwerkster. Wat ik interessant vond in haar personage, was dat ze, althans in mijn ogen, eigenlijk helemaal geen kruistocht tegen Nixon wilde beginnen, maar omdat ze de mensen zo aansprak werd ze in die positie geduwd en na verloop van tijd begon ze zich daarin thuis te voelen. Maar ze kreeg ook enorm veel tegenwind. Ze was voortdurend zenuwachtig en angstig, en als je voor een publiek staat – dat weet ik maar al te goed – moet je dat verstoppen. Ik weet niet of dat een antwoord is op je vraag. Uiteindelijk denk ik dat het meer een kwestie was van haar te leren begrijpen dan iets van mezelf in haar te leggen.”
U hebt het deel van de vraag niet beantwoord dat over uw eigen ervaring met macht ging.
“Oké, mijn ervaring met macht, dus. Wel, in mijn ervaring loopt alles in het honderd als iemand, man of vrouw, niet weet waar hij mee bezig is of geen vertrouwen heeft in wat hij doet. Ik ben zelden de slimste of machtigste persoon op de set, maar ik heb wel genoeg zelfvertrouwen om te durven zeggen: ‘Sorry, maar waar zijn we mee bezig?’ Dat leidt tot echte samenwerking, en daar hou ik van. Ik heb mijn hele volwassen leven gewacht op een kans om met mijn vriend Sean Penn te kunnen werken (in ‘Gaslit’ speelt hij Martha’s man John Mitchell, red.). We lazen de scènes tussen John en Martha voor het eerst bij mij thuis, in het gezelschap van regisseur Matt Ross. Ik maakte lunch voor hen en zei tegen Sean: ‘Ik denk niet dat ik het type actrice ben dat deze scènes had kunnen spelen met iemand die ik minder goed had gekend.’ Want het is soms heftig. Vooral als je elkaar moet slaan. Ik ben geen method actor of zo, maar als iemand je slaat, tja, dan word je geslagen.”
Welk type actrice bent u dan?
“Stel dat ik mijn tegenspeler niet had gekend en na een week repeteren die scènes met hem had moeten spelen... Benieuwd hoe dat eruit had gezien! Om een voorbeeld te geven: op Seans eerste draaidag kwamen onze personages van een of ander event terug naar hun hotel, en als ze hun kamer binnengaan zit daar iemand van de geheime dienst op hen te wachten. Hij zegt: ‘Meneer Mitchell, ik moet u spreken’, of zoiets. Rechttoe-rechtaan. Maar op dat moment zegt Sean: ‘Wacht even, ik heb een idee. Vertrouw me.’ Dus we gaan de kamer weer uit, Matt zegt ‘actie’ en Sean gaat achter me op zijn knieën zitten. Hij legt zijn handen op mijn heupen en gromt ‘grraw grraw grraw’ tegen de achterkant van mijn jurk terwijl we de kamer binnenlopen. Alleen een goeie vriend kan zoiets krankzinnigs bedenken. Iemand die je pas hebt ontmoet zou nooit met zo’n idee op de proppen komen.”
In oude interviews viel het me op dat u vaak terughoudend bent om gelijkenissen te zoeken tussen uzelf en uw personages. Komt dat doordat u acteren, in tegenstelling tot veel mensen, niet beschouwt als een proces waarbij u uit uw intiemste emoties en ervaringen put? Of misschien legt u uw ziel gewoon niet graag bloot bij journalisten?
“Misschien overanalyseer je me nu een beetje. Het klinkt nu alsof ik ergens een groot punt van wilde maken, terwijl het maar een handvol kleine puntjes waren. Maar goed, omdat je ernaar vraagt: voor mij komt acteren inderdaad niet louter van binnenuit, want ik kijk ook graag om me heen, verzamel indrukken, verzin dingen. Zodra je begint te spelen, komt er toch van alles naar boven uit je binnenste, je unieke persoonlijkheid, hoe dan ook.”
Gaslit is opnieuw een emotioneel zware film, zoals u er de afgelopen twintig jaar wel meer hebt gemaakt. Maar daarvoor speelde u vaak in romantische komedies waarin u de grote ster was. Gaf de overstap naar ‘zwaarder’ materiaal u een ander beeld van het soort actrice dat u bent, of zou kunnen zijn?
“Ik heb vooral geleerd dat het gras altijd groener is aan de overkant. Als ik in een komedie speel, wil ik het liefst met een kop thee aan tafel zitten huilen. Maar als ik dat soort scène doe, denk ik: had ik maar een mooie jurk aan en kon ik maar ergens om lachen. Velen denken dat ik al zo lang geen romantische komedies heb gedaan omdat ik er geen zin meer in heb. Maar de waarheid is: als ik een script had gelezen dat zo goed geschreven was als Notting Hill of zo hilarisch als My Best Friend’s Wedding, dan had ik het meteen aangenomen. Maar zulke scripts kreeg ik niet, tot die film van Ol Parker die ik onlangs heb gedraaid (‘Ticket to Paradise’, een romcom die deze herfst uitkomt, red.).
“En zelfs daarbij dacht ik even: o, help, dit gaat alleen maar werken als George Clooney meedoet. Maar kijk eens aan, George dacht precies hetzelfde over mij. Op de een of andere manier hadden we allebei tijd. Ik switchte dus van scènes met Sean Penn, in mijn ogen de grootste drama-acteur van mijn generatie, naar ontzettend grappige scènes in Australië met George: al mijn acteerdromen werden werkelijkheid.”
Beweert u nu dat u al twintig jaar geen grote rol had in een romantische komedie omdat u geen goed script kreeg aangeboden? Niet één?
“Jep. Maar is het echt al twintig jaar geleden?”
Ja. Van toen u America’s Sweethearts maakte.
“Als ik een echt goed script was tegengekomen, had ik het gedaan. Maar ik heb de afgelopen achttien jaar ook drie kinderen gekregen. Dat maakt het nog ingewikkelder, want het gaat niet meer alleen om de kwaliteit van het materiaal. Ik moet ook rekening houden met de agenda van mijn man, de schooluren van de kinderen en de zomervakantie. Het gaat er niet alleen meer om of ík iets wil doen. Ik geniet ervan om thuis te zijn met mijn gezin en kan soms een echte huismoeder zijn. Toen mijn kinderen jonger waren, vertrok mijn man (cameraman Danny Moder, met wie ze twee zonen en een dochter heeft, red.) ’s morgens naar zijn werk en werkte ik ook wel een beetje, tijdens hun middagdutje of zo, zodat ze er haast niks van merkten. Maar nu ze ouder worden, wil ik ze ook laten zien – vooral mijn dochter – dat ik creatief kan zijn en daar voldoening uit haal, zoveel voldoening dat ik er soms voor kan kiezen om daarop te focussen in plaats van op mijn gezin, iets waar ik erg mee heb geworsteld. Het vrouwelijke plichtsbewustzijn, hè. Het is moeilijk om je gezin achter te laten.”
En vanuit zakelijk oogpunt? Hoe bepaalt u welke richting u uit wilt?
“Ik vraag me nooit af wat de mensen zullen denken als ik een bepaalde rol aanneem. Ik lees het script, en dan weet ik of ik de rol wil doen of niet. Zo is het gegaan bij alle plusminus vijftig films waarin ik heb gespeeld.”
Ook bij bijvoorbeeld Mary Reilly of Michael Collins, kostuumfilms uit 1996 die weinig succes hadden? Had dat geen invloed op de keuzes die u daarna maakte? Was u niet onzeker geworden, koos u geen rollen uit die ‘veiliger’ aanvoelden?
“Nee. Als ik terugblik op mijn rol in Mary Reilly, neem ik daar de volle verantwoordelijkheid voor. Het was mijn beslissing om haar te spelen. Ik vind mezelf trouwens lang niet slecht in die film! De critici hebben me toen te streng aangepakt, vind ik. Maar ik sta recht in mijn schoenen. Zo maak ik al mijn keuzes: kan ik hiermee leven? Want uiteindelijk is het leuke gedeelte van een filmproject achter de rug als de opnames voorbij zijn. Beter dan dat wordt het niet.
“Ik wil geen flop maken. Maar als het toch gebeurt, wil ik kunnen zeggen dat het míjn flop is.”
Als een jonge acteur of actrice u om advies zou vragen over hoe je vandaag de dag een carrière uitbouwt in Hollywood, wat zou u dan zeggen?
“Mijn eerste antwoord zou zijn: neem nooit advies aan van acteurs. Iedereen heeft zijn eigen persoonlijke ervaringen. Ik voel me ook niet zo goed geplaatst om advies te geven, want de filmwereld is compleet veranderd. Een beetje jammer wel, want toen ik begon was het simpel: je speelde in een film en als die succes had, kreeg je misschien een paar andere films aangeboden, je kreeg meer keuzemogelijkheden en misschien ook wat meer geld voor je volgende film. Je kreeg steeds meer kansen, en dat was logisch. Nu staat alles op losse schroeven, en ik kan me voorstellen dat je als beginner niet goed weet waar je aan toe bent. Ik had vertrouwen in de keuzes die ik maakte, maar nu lijkt alles me een stuk ingewikkelder.”
Nog even over uw nieuwe film met George Clooney. Viel het mee om de romcomspieren weer los te gooien?
“Het goede nieuws is: ja. Ik hou van lachen en grappen maken. De endorfines die door je heen gaan als je iets grappigs zegt en de mensen daarop reageren! Al gauw zit je in een automatische modus waarin alles in functie staat van plezier maken. Het is heerlijk om op die manier te werken. En het was lang geleden.”
Kunt u uw kenmerkende Julia Roberts-trekjes – brede glimlach, uitbundige lach – nog zonder gêne uitspelen?
“Als iets grappig is, lach ik. Als iets niet grappig, lach ik niet. Ik was waarschijnlijk verder gekomen in mijn carrière als ik daar wat meer controle over had.”
Dat klopt, u bent dan ook niet ver gekomen.
(lacht) “Maar toch!”
Is het waar dat uw glimlach verzekerd is? Volgens verschillende bronnen heeft dat u 30 miljoen dollar gekost.
“Nee. Waartegen zou ik hem moeten verzekeren? Dat kan toch helemaal niet?”
Geen idee. Tina Turner heeft haar benen toch ook verzekerd, zeggen ze.
“O, dat heb ik ook gehoord. Maar ik bedoel, als mijn glimlach verzekerd was, zou er iedere avond iemand bij mijn huis moeten staan om me aan te sporen langer te flossen of zo.”
Ik vind het boeiend om u over uw glimlach te horen vertellen, want als ík breed naar mensen glimlach, reageren ze meestal met ‘Gaat het wel?’ of ‘Ben je al naar de dokter geweest?’
(lacht) “O, hou op.”
Naar het schijnt compenseer ik dat dan weer met mijn innemende persoonlijkheid. Maar goed, we hadden het daarnet over de rollen die u later in uw carrière aannam. Zijn er persoonlijke redenen waarom u werd aangetrokken tot zwaardere thema’s?
“Ik ben 54. Je begint meer zicht te krijgen op wat er zich in de wereld afspeelt en wat echt belangrijk is. Daar wil je iets mee kunnen doen. En het heeft ook te maken met het feit dat ik zelf een gelukkig leven leid. Waarom zou ik personages willen spelen die een even gelukkig leven leiden als ikzelf?”
Rond 2001, 2002 stopte u met films te maken waarin uw personage de spil van het verhaal was. Ik vraag me af hoe dat kwam, los van uw veeleisende gezinsleven. Ik heb Brad Pitt een keer geïnterviewd en ook bij hem loopt er een scheidslijn door zijn carrière, waarna hij op zoek ging naar andere rollen. Toen ik hem daarnaar vroeg, zei hij dat hij op de set van Troy een openbaring had gehad: hij besefte dat hij in ieder frame centraal stond, hij was altijd en overal de held, en dat wilde hij niet langer. Was er voor u ook zo’n scharniermoment?
“Euh, nee. Maar ik weet nog dat ik Troy zag en dacht: Brad zou niet altijd in het middelpunt moeten staan. Voor Brad zag ik dat heel duidelijk. Voor mezelf was het misschien meer onderbewust. Ik heb nooit actief beslist om naar iets anders op zoek te gaan.”
Om op Gaslit terug te komen: er lijkt een trend te zijn om de verhalen te vertellen van vrouwen die in het verleden hard zijn beoordeeld door de publieke opinie, zoals Monica Lewinsky of Tonya Harding. Ook de manier waarop Martha Mitchell wordt afgebeeld in Gaslit past in dat narratief van eerherstel. Ziet u haar ook zo? En is het geen risico om een historisch personage door een moderne bril te bekijken?
“Wat Martha vijftig jaar geleden is overkomen, kan vandaag nog altijd gebeuren: iemand die het zwarte schaap wordt, tegen wie een roddelcampagne wordt gevoerd. ‘Ze is gek. Ze is aan de drank.’ En je staat pas echt voor gek als je iedereen probeert duidelijk te maken dat je niet gek bent. Volgens jou is de publieke opinie snel met haar oordeel. Maar oordeel je zelf dan ooit langzaam? Nee. Dat lukt gewoon niet. Daarom is het logisch dat je een bepaalde situatie of een bepaald persoon met een mildere blik zult bekijken als er wat tijd overheen is gegaan en je afstand kunt nemen.”
Er is natuurlijk ook de kloof tussen hoe iemand zichzelf ziet en hoe die persoon wordt gezien door het grote publiek. Hebt u zelf ooit met die kloof te maken gehad? Uw liefdesleven was in de jaren negentig een populair onderwerp in de tabloids.
“Ik heb me er al lang geleden bij neergelegd dat ik nooit echt zal begrijpen wat mensen van me vinden, en dat hoeft ook niet. Volgens mij heb ik een redelijk neutraal imago, ik ben niet polariserend – dat denk ik tenminste. Ik weet het niet. Maar omdat mijn werk maar een van de vele prioriteiten in mijn leven is, verspil ik geen energie aan de vraag wie mensen precies denken dat ik ben, en of dat wel klopt.”
Deed u dat vroeger wel?
“Toen ik vooraan in de twintig was, heb ik me weleens afgevraagd wie ik eigenlijk was, ja.”
En wat vond u in die tijd van uzelf?
“In die periode, vooral toen ik een tijdlang niet werkte (nadat haar carrière gelanceerd was, nam de actrice in 1991 en 1992 een pauze. In 1993 maakte ze haar comeback door naast Denzel Washington de hoofdrol te spelen in ‘The Pelican Brief’, red.), was het me niet helemaal duidelijk wat ik zocht, maar ik wist wel heel goed wat ik níét zocht. Dat was tenminste iets. Ik kon een script lezen en zeggen: ‘Nee, dat wordt ’m niet.’ Mensen vragen vaak aan acteurs wat hun droomrol is. Ik heb geen idee. Ik kan het me niet voorstellen.”
Had die periode dat u zoekende was iets te maken met het feit dat u op jonge leeftijd opeens zo beroemd was geworden? U was 22 toen u in Pretty Woman speelde.
“Voor een deel wel. Maar in 1990 betekende dat allemaal iets heel anders dan nu. De laatste decennia zijn er zoveel technologische innovaties geweest dat de hele maatschappij en de manier waarop mensen communiceren is veranderd. Het is gewoon anders.”
Hoe ziet uw ideale dag eruit in een periode waarin u niet hoeft te werken?
“Ik wil niet onnozel klinken. Als ik je dat vertel, zullen de mensen ofwel ‘O, wat schattig’ zeggen, ofwel ‘O, fuck off.’”
Ik dacht dat het u niks uitmaakte wat de mensen zeggen.
“Ik ben niet van steen, hoor! Ik vind het niet leuk als er dingen over me worden gezegd zonder dat ik kan reageren. En je stuk is tot nu toe ontzettend boeiend – ik weet zeker dat veel mensen me interessanter zullen vinden dan ze ooit hadden gedacht dat ik was – dus verpest het nu niet. Als ik zelf iets over acteurs lees en ze over hun eetgewoonten en fitnessoefeningen vertellen, vind ik dat heel dubbel. Aan de ene kant denk ik: o, zij eten dat, en ze zien er geweldig uit, en ik eet die dingen niet. Maar aan de andere kant denk ik dan: o, fuck off.”
Wat een ontwijkend antwoord op de vraag: wat vindt u nu eigenlijk leuk om te doen?
(lacht) “Oké, dat zal ik je vertellen. Ze zeggen dat je maar zo happy kunt zijn als je minst gelukkige kind. Ik voel me dus het beste als alles in ons gezin harmonieus verloopt. Ik sta op, maak ontbijt en zwaai de kinderen uit als ze naar school vertrekken. Dan trek ik eropuit met mijn man. We gaan fietsen en ergens koffie drinken of lunchen, daarna neem ik wat tijd voor mezelf, en dan is het alweer drie uur. Ik haal de kinderen op van school, breng ze naar de lacrossetraining. Maak avondeten. Saai, hè! Dus nu wil jij vast zeggen: ‘O, fuck off.’ Het is dankzij mijn werk dat ik zo van die kleine dingen des levens kan genieten. Als ik al achttien jaar aan een stuk het huishouden deed, zou het waarschijnlijk veel van zijn glans verloren hebben. Maar af en toe ben ik lang van huis en dan mis ik mijn gezinsleven ontzettend. En als ik terugkom, is het des te mooier. Zeg me alsjeblieft dat ik niet de sufste persoon ben die je ooit hebt geïnterviewd. Nee, serieus, alsjeblieft!”
De miniserie Gaslit is momenteel enkel te zien op het streamingkanaal Starz, starz.com
© The New York Times