InterviewBill Nighy
Acteur Bill Nighy over leven en ‘Living’: ‘Het idee van een Oscar doet me weinig’
Een film met een titel als Living nodigt uit tot een gesprek over de dingen des levens met hoofdrolspeler Bill Nighy. Over uitstelgedrag, over het moment waarop hij dacht dat hij ging sterven, en over de Oscar-nominatie die hij op zijn 73ste – naar alle waarschijnlijkheid – eindelijk zal krijgen.
Bill Nighy staat bekend als een van Engelands meest stijlvolle, hardstwerkende acteurs. Op zijn rijk gevulde cv prijken rollen in uiteenlopende films als Shaun of the Dead, Pride, Love Actually... en ja, hij was de man achter de tentakels van zeemonster Davy Jones uit Pirates of the Caribbean: Dead Man’s Chest. Maar daarnaast staat Nighy óók bekend als een groot voetballiefhebber – zijn hart ligt bij de Zuid-Londense club Crystal Palace F.C. Dus wat doet een mens om een interview met deze 73-jarige klasbak luchtig te beginnen? Over het WK beginnen natuurlijk – op het moment van ons gesprek heeft Engeland zich net geplaatst voor de achtste finales.
Helaas zakken we meteen door het ijs dat we zonet nog probeerden te breken: Nighy heeft nog geen seconde naar het WK gekeken. “Natuurlijk niet”, zegt hij. “Om ethische redenen. Het hele gebeuren daar in Qatar is een schande. Ik kan er onmogelijk naar kijken. Erg jammer wel, want op zijn mooist kan voetbal echt een kunstvorm zijn.” Achter zijn zware bril beginnen zijn ogen te glinsteren: “Ik ben de laatste tijd opnieuw verliefd geworden op Lionel Messi: ik zit de ene na de andere compilatie van zijn kunstjes te bekijken. De schoonheid daarvan beweegt me soms tot tranen toe.”
Minstens even ontroerend is Living, de film waarover we Nighy eigenlijk aan de tand zouden moeten voelen. Hij speelt Mr. Williams, een grijze ambtenaar bij de stad Londen, die zijn levenslust verloren is tussen een stapel paperassen. Wanneer zijn dokter hem duidelijk maakt dat zijn dagen geteld zijn, klikt er iets in zijn hoofd: “Mr. Zombie”, zoals Williams door zijn collega’s genoemd wordt, komt eindelijk tot leven. In zijn laatste maanden wil hij echt iets gaan betekenen voor zijn medemens.
Acteren als uitstelmanoeuvre
De film is een remake van Kurosawa’s Ikiru. De Brits-Japanse Nobelprijswinnaar Kazuo Ishiguro (scenarist van o.a. The Remains of the Day) verplaatste het verhaal naar Londen, en zag tijdens het schrijven meteen Nighy’s gezicht voor zich. Dat alleen al volstond voor Nighy om de rol van Mr. Williams te willen spelen, maar daarnaast herkende hij zichzelf ook in het verhaal: “Eigenlijk is dit een film over uitstelgedrag, want Mr. Williams heeft het leven altijd voor zich uit geduwd. Dat kwam me bekend voor: ik procrastineer zelf op olympisch niveau. Ik kan sommige dingen een heel leven lang uitstellen. Als kind wilde ik bijvoorbeeld schrijver worden. Maar ik had niet de moed, de focus of het doorzettingsvermogen om op mijn eentje in een kamer te gaan zitten voor een leeg blad papier, dus dan ben ik maar gaan acteren. In die zin kun je mijn hele carrière als één groot uitstelmanoeuvre bekijken.” (lacht)
Nog een raakvlak met Mr. Williams: ook Nighy keek de dood ooit al in de ogen. Of dat dacht hij toch, een paar uur lang. “Ik kwam terug van een trip naar Australië en ik voelde me heel raar. Ik ging naar de dokter, zij onderzocht me kort, en bleef toen een hele tijd stil. Toen zei ze: ‘Hebt u nog plannen voor vandaag? Want ik denk dat we moeten onderzoeken of al uw vitale organen wel goed functioneren.’ Ik moest toen een uur of twee wachten voordat ze me verder onderzocht, en in die uren wist ik totaal geen blijf met mezelf. Ik heb mijn familie opgebeld: ik vertelde hen niet wat er aan de hand was, want ik wilde hen niet nodeloos ongerust maken, maar ik wilde gewoon hun stemmen horen. Uiteindelijk bleek ik kerngezond, maar die dokter heeft me wel doodsbang gemaakt.”
Te druk om te voelen
De perfecte voorbereiding dus op zijn terminale rol in Living? Nighy wuift de gedachte meteen weg. “Ik gebruik mijn privéleven niet in mijn werk. Je acteert namelijk niet je eigen ervaringen, maar die van iemand anders. Er zijn incompetente amateurregisseurs die bijvoorbeeld vinden dat iemand die een drugsverslaafd personage speelt, zelf ook eens high moet worden om zich op die rol voor te bereiden. Absolute kletskoek natuurlijk. Acteren is: je inbeelden wat iemand anders zou voelen in een bepaalde situatie. Ik hoef dat daarom zelf niet te voelen. Meer zelfs: wanneer ik aan het werk ben, ben ik veel te druk bezig om te voelen. Ik moet heel bewust letten op elke beweging, elke gelaatsuitdrukking, elke stembuiging, om dat gevoel weer te geven.”
Dat zijn techniek werkt, blijkt uit de Oscar-buzz die rond Nighy’s vertolking hangt: volgens experts kan de Brit niet meer naast een nominatie grijpen – het zou de eerste in zijn lange carrière zijn. “Al heb ik er volgens verschillende taxichauffeurs, en een man op straat in Toronto, al een gewonnen”, lacht Nighy. “Veel mensen vinden blijkbaar dat ik er als een Oscar-winnaar uitzie. Maar in alle ernst: het idee van een Oscar doet me eigenlijk weinig. Ik heb altijd lage verwachtingen gehad. In het begin van mijn carrière werkte ik in het theater, en toen had ik nooit verwacht of gehoopt om tv-rollen te krijgen, laat staan om in films te spelen. Ik heb op professioneel vlak nooit veel verlangd, en dat is nog altijd zo. Ik verlang naar andere dingen. Dat Lionel Messi een wereldbeker wint, bijvoorbeeld. Maar verder wil ik niet zo bijster veel.”
Living speelt vanaf 28/12 in de bioscoop.