Maandag 20/03/2023

Muziek

‘Ace of Spades’ van Motörhead wordt 40: ‘Het beste sex, drugs & rock-’n-roll-album ooit gemaakt’

Rauw en luid, zo hadden Lemmy Kilmister, Phil Taylor en Eddie Clarke het graag toen ze aan het eind van de jaren 70 aan het succes van Motörhead timmerden.  Beeld Alamy Stock Photo
Rauw en luid, zo hadden Lemmy Kilmister, Phil Taylor en Eddie Clarke het graag toen ze aan het eind van de jaren 70 aan het succes van Motörhead timmerden.Beeld Alamy Stock Photo

Hij leek – vlot de ene overdosis na de andere overlevend – onverwoestbaar, maar vijf jaar geleden moest rockicoon Lemmy toch zijn meerdere erkennen in de man met de zeis. Zijn nalatenschap: een reeks onverwoestbare platen van zijn band Motörhead, waarvan de bekendste – Ace Of Spades – veertig jaar na verschijning een luxueuze heruitgave krijgt. ‘Ongepolijst en volle gas rechtdoor: dit album was zijn tijd ver vooruit.’

Tom De Smet

Ian Fraser Kilmister – Lemmy voor de vrienden – is al enkele jaren de bassist van de Britse spacerockband Hawkwind als hij in 1975 op tournee in Canada gearresteerd wordt voor drugsbezit. De rest van de band koopt hem vrij, zodat het volgende optreden kan doorgaan. Wat Lemmy niet weet, is dat zijn vervanger al onderweg is. Als die arriveert, wordt de bassist ontslagen. Lemmy is woedend en besluit Hawkwind een lesje te leren, door de luidste band ter wereld te starten: Motörhead, met hemzelf op zang en bas, en na enkele wissels Phil Taylor op drums en Eddie Clarke op gitaar. Simpele drie-akkoordenrock vormt de basis, maar Motörhead koppelt er de agressiviteit van de punk en de snelheid en de decibels van de heavy metal aan vast. Resultaat is een op dat moment uniek geluid.

De muziekpers vindt de agressieve muziek van de drie nozems maar niets en de titelloze debuutplaat flopt. In de jaarlijkse poppoll van het magazine Sounds wint Motörhead de categorie ‘beste slechtste band van de wereld’. “In die tijden gaven we geregeld concerten met maar tien mensen in het publiek”, vertelde Lemmy ons enkele maanden voor zijn dood. “Om te vermijden dat ik hen moest aankijken, stelde ik mijn microfoon zo op dat hij naar boven wees en ik dus naar het plafond kon staren terwijl ik zong.” Lemmy zou dat de rest van zijn carrière volhouden, ook wanneer de band voor duizenden mensen speelt.

Maar die duizenden mensen zouden er niet zomaar komen. Lemmy en co zwoegen zich in de tweede helft van de jaren 70 een weg naar de top. Door onophoudelijk voor een appel en een ei op te treden in allerlei pubs weet Motörhead stilaan een klein publiek aan zich te binden. Vaak gaat het om arbeiders die de ellende van de Britse seventies – stakingen, hoge werkloosheid, dito inflatie – door willen spoelen met bier en decibels. De platenlabels en de media halen echter hun neus op voor de band. Motörhead besluit dan maar om ermee te kappen en een afscheidsconcert te spelen. Na dat optreden worden Lemmy en co benaderd door een talentenscout van het kleine platenlabel Bronze. Hij wil Motörhead alsnog een kans geven. Het label slaagt erin om producer Jimmy Miller te strikken. Die zat achter de knoppen bij legendarische Rolling Stones-albums als Sticky Fingers en Exile On Main St.. Normaal gezien een veel te dure vogel voor een klein label en een onbekende band, maar Miller kampt met een heroïneverslaving en komt haast niet meer aan de bak. Waarom, dat blijkt al snel na de start van de opnames. Lemmy en de andere bandleden zitten al uren in de studio te wachten op hun producer als ze hem plots buiten in de sneeuw zien rollen. Even later komt hij binnen en zegt: “Sorry dat ik te laat ben, maar ik had autopech. Ik heb drie uur door de sneeuw gewandeld, zoals jullie aan mijn kleren kunnen zien.”

Het geluid en de attitude van oerrocker Lemmy heeft tal van bands en artiesten beïnvloed.  Beeld Redferns
Het geluid en de attitude van oerrocker Lemmy heeft tal van bands en artiesten beïnvloed.Beeld Redferns

De opnames worden constant onderbroken omdat Miller “even naar het toilet” moet. De wc-pauzes duren vaak langer dan uur. Maar ondanks dergelijke fratsen slaagt Miller erin om de rauwe energie van Motörhead op plaat te vatten en de band naar een hoger niveau te brengen. Het resultaat is Overkill, de tweede Motörhead-plaat die in maart 1979 uitkomt en een eerste, beperkte doorbraak voor de groep betekent. Het album haalt de hitparade, de BBC moet daardoor – met frisse tegenzin – de muziek spelen, en een breder publiek ontdekt de band. Lemmy, die al enkele jaren overnachtte bij vrienden en in kraakpanden, kan met de royalty’s een flat huren.

Het ijzer smeden als het heet is, denkt het platenlabel, en Motörhead en Miller worden haast onmiddellijk opnieuw de studio ingestuurd. Tussen Millers heroïneroezen door maken ze Bomber. Die plaat verschijnt in oktober 1979 en doet het nog ietsje beter dan Overkill. De band die een jaar geleden nog in lege zalen stond, speelt nu geregeld voor een publiek van een paar honderd fans.

Maar dé klapper van de band, de plaat die Lemmy en co naar de top van de charts zal brengen en ook wereldwijd op de kaart zal zetten, moet dan nog komen. In de zomer van 1980 trekt Motörhead de studio in met een nieuwe producer: Vic Maile vervangt Miller, met wie echt niet meer te werken valt. Maile zat al achter de knoppen bij kleppers als Fleetwood Mac, Jimi Hendrix en The Who. De bandleden van Motörhead noemen hem consequent ‘de schildpad’ – “omdat hij nu eenmaal de kop van een schildpad heeft” – maar Maile is niet onder de indruk van hun woeste imago. Hij eist én verkrijgt veranderingen. Zo is Motörhead het gewoon om maximaal twee takes te spelen. Van Maile moeten ze blijven spelen tot het helemaal goed zit. De producer pakt ook de zang aan: Lemmy wordt gedwongen om minder te mompelen en meer te zingen. “Haal de Bing Crosby in je naar boven”, geeft Maile de frontman als advies.

De nieuwe producer drijft Motörhead tot het uiterste: de nummers worden gekneed tot ze helemaal goed zitten. De box die BMG nu op de markt brengt en die de veertigste verjaardag van het album viert, bevat enkele demo’s die mooi aantonen hoe de oervormen van enkele songs behoorlijk afwijken van wat er uiteindelijk op Ace Of Spades zou belanden. Zoals het titelnummer, dat tot dé Motörhead-hit zou uitgroeien. “Voor duizenden fans is die song ongetwijfeld de aanleiding geweest om de band te gaan ontdekken”, zegt öpperfan Jan Vermeerbergen, beter bekend als Johnny Jailbait van het deejayduo Goe Vur In Den Otto. “Het is dé Motörhead-klassieker die ook decennia later op elk concert nog enthousiast door het publiek meegebruld zou worden.”

‘Nog andere nummers gemaakt’

Lemmy had op het eind van zijn leven gemengde gevoelens bij het titelnummer. “Het is een goede song, maar we worden vaak wel gereduceerd tot dat ene nummer”, zei hij. “Alsof we daarna gemummificeerd zijn. We hebben echt nog wel goeie nummers uitgebracht. Het is dat de fans het bij elk concert willen horen, anders zou ik ‘Ace Of Spades’ niet meer spelen.”

Met de song en het gelijknamige album inspireert Motörhead een generatie jonge muzikanten. Zonder ‘Ace Of Spades’ geen Metallica, bijvoorbeeld. “Maar ook geen Guns N’ Roses of Foo Fighters”, zegt Jan Vermeerbergen. “Motörhead heeft met dit album, en zijn hectische ritmes en schuurpapierzang, de weg vrijgemaakt voor heel wat subgenres. Er zijn dan ook maar heel weinig hedendaagse hardere bands die kunnen zeggen dat ze niet op een of andere manier de mosterd bij Motörhead hebben gehaald. Ongepolijst en volle gas rechtdoor: dit album was zijn tijd ver vooruit.”

Channel Zero-zanger Franky De Smet-Van Damme is het daarmee eens: “Alles aan deze plaat ademt een levensstijl die voor velen toen aantrekkelijk was: plezier, snelheid, buiten de lijntjes kleuren, rebellie. Iedereen wou na die plaat Lemmy zijn. Ik denk dat hij op zijn eentje verantwoordelijk is voor de helft van alle hardrockbands die ooit op deze planeet rondliepen.”

“Voor mij is dit het beste sex, drugs & rock-‘n-roll-album ooit gemaakt”, concludeert Vermeerbergen, wiens podiumnaam Jailbait verwijst naar een song op ‘Ace Of Spades’. “Op élke Goe Vur In Den Otto-show hebben we minstens één Motörhead-song gespeeld, en we zullen dat ook tot onze laatste show blijven doen.”

Commerciaal hoogtepunt

Met Ace Of Spades bereikt Motörhead zijn commercieel hoogtepunt: de plaat haalt begin 1981 goud in het Verenigd Koninkrijk en betekent de internationale doorbraak voor de band. Maar zoals dat zo vaak gaat: het succes baart problemen. Gitarist Eddie Clarke is het niet eens met de muzikale koers en verlaat Motörhead in de lente van 1982. Het is het begin van enkele woelige jaren, met diverse line-upwissels. Legendarisch is de korte passage van ex-Thin Lizzy-gitarist Brian Robertson. De man weigert verschillende Motörhead-klassiekers, zoals ‘Ace Of Spades’, live te spelen en daagt tijdens een door de Hells Angels georganiseerd concert op in witte balletschoenen en groene shorts. Lemmy kan nog net verhinderen dat zijn gitarist gelyncht wordt. Als Robertson enkele maanden later tijdens een concert in Hannover drie keer na elkaar hetzelfde nummer inzet, wordt hij uit de groep gegooid. Pas in de jaren 90 zal de band weer een stabiele line-up vinden, met Phil Campbell op gitaar en Mikkey Dee op drums. Met dat duo zal Lemmy ook platen blijven maken tot vlak aan zijn dood, op 28 december 2015. Zijn status van rockicoon groeide met de jaren, maar het succes van Ace Of Spades heeft Lemmy nooit meer kunnen evenaren.

BMG brengt ‘Ace Of Spades’ in verschillende vormen opnieuw uit. Voor de liefhebbers is er een luxebox die naast het originele album allerlei nog nooit eerder uitgebrachte live-opnames, instrumentale tracks en outtakes bevat, met daarnaast ook exclusieve foto’s en memorabilia.

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234