Review
Abba zoekt Frida: ABBA is van iedereen
"Als kind, als tiener, luisterde ik al naar hen. En nu werd mijn liefde voor die groep aangewakkerd door mijn lief die me verder deed kijken dan het ongenunanceerde beeld dat men van hen heeft, zijnde twee sexy Zweedse vrouwen, hun mannen, discoballen, gekke kleren en poppy songs." Aldus Maarten Vandewiele over de beweegredenen van zijn nieuwste strip.
Die gaat, anders dan je zou verwachten niét over Agnetha, Björn, Benny en Anni-Frid, maar over een Vlaamse tribute-band bestaande uit Anneleen, Bert, Bavo en Astrid. Met hun band de Honey Honeys schuimen ze Vlaanderen af. Eerst op amateuristische wijze op schlagerpodia ("We zijn het beleg in een schlagersandwich"), later steeds professioneler in grote zalen. Het is dan dat het onderlinge conflict toeneemt en ze steeds vaker op hun idolen lijken.
Vandewiele liet zich in het verleden opmerken met verhalen waarin erg vaak holebi-iconen centraal stonden. Dynasty- en Valley of the dolls-toestanden waren een tijdje schering en inslag. Ook zijn gelauwerde, meermaals vertaalde tweeluik I love Paris/I hate Paris uit 2009 neigde ernaar. Maar hem labellen? Of erger: ABBA in het roze kamp duwen? Wat een onbeschaamdheid. "ABBA is inderdaad door de homogemeenschap opgenomen toen niemand om hen gaf, maar ondertussen zijn ze dat stadium al lang voorbij. ABBA is nu van iedereen: kinderen, volwassen, hetero's, holebi's,... Of denk je dat de film Mamma Mia zo'n grote hit werd omdat enkel holebi's er naar gingen kijken?" Zijn werk omvat dus meer dan enkel verwijzingen naar de roze gemeenschap, zegt hij, verwijzend naar onder meer zijn vorige thriller Monsieur Bermutier, naar de verhalen van Guy de Maupassant. "Ik heb inderdaad interesse in homo-iconografie," klinkt het, "maar ik heb nog meer interesse in seriemoordenaars, true crime en horror. Geen typische homo interesses, toch? Ik heb ABBA zoekt Frida net gemaakt omdat mijn vorige boek (Monsieur Bermutier, GDW) zo donker was en ik terug nood had aan iets lichts."
Licht is zijn nieuwste worp zonder meer. Verwacht geen ingewikkelde verhaallijnen of diepgaande psychologische inzichten. ABBA zoekt Frida is lichtvoetig amusement. Niets meer, niet minder. Vier jongelui op een roetsjbaan waarin de hoogtes even snel af hen af komen dan de laagtes, en waarin personages mekaar dan ophemelen, dan saboteren.
Zo gek ver staan de onderlinge verhoudingen tussen hen en de echte groepsleden niet, zo blijkt. "De originele ABBA-groep bestond ook uit twee koppels. We weten hoe dat is afgelopen," klinkt het.
Met ABBA zoekt Frida laat Vandewiele zijn Paris-tweeluik ver achter zich. Die graphic novel had veel meer om het lijf, terwijl met deze worp entertainen voorop staat. Het gemis aan decor en het teveel aan schreeuwerige kleuren? "Bij ABBA horen net vrolijke kleuren en een eenvoudige vormgeving," reageert de auteur. Grappig is hoe hij de songteksten vertaalde en hoe ongedwongen en speels hij zich door het verhaal beweegt. De ABBA-magie is er wel degelijk, al is dit boek geen hoogvlieger, eerder een snel te lezen tussendoortje. Maar dan wel eentje die een grijns op je gezicht tovert.
Abba zoekt Frida verscheen bij Oogachtend, 184 p., 24 euro.