FilmrecensieA Parked Life
‘A Parked Life’: wanneer elk shot een pareltje is ★★★★☆
Met de vlam in de pijp scheurt Petar Doychev over veel meer wegen dan alleen de Brenner-pas. A Parked Life kenschetst stijlvol het geïsoleerde leven van een van die honderdduizenden Oost-Europese truckchauffeurs.
Als kind wilde de Bulgaar Petar Doychev in een Sojoez het melkwegstelsel doorklieven. Kosmonaut is hij niet geworden, maar per twee jaar legt hij ongeveer de afstand tussen de aarde en de maan af.
Die kleine 200.000 kilometer per jaar brengt Doychev door aan het stuur van een truck, het hele oude continent doorkruisend. Van de barre sneeuwvlakten in Scandinavië tot de dorre woestijnen van het Iberische schiereiland, van het grauwe koninkrijk aan gene kant van de Kanaal-tunnel tot zijn vaderland aan de Zwarte Zee.
Regisseur Peter Triest – hij portretteerde eerder muzikant Howe Gelb, nog zo’n ronddolende einzelgänger – heeft voor A Parked Life Doychev over een periode van drie jaar gevolgd. De chauffeur is telkens een drietal maanden van huis. Zijn zoontje Jordan (Dani) en diens moeder: niet meer dan een overbelicht beeld op zijn telefoon. Doychev miste de bevalling van Jordan, heeft geen grip op diens opvoeding, terwijl de relatie met de moeder tijdens elke trip meer en meer verpietert.
Inhoudelijk kiest Triest voor een vlieg-op-de-muuraanpak. Schijnbaar intervenieert hij nooit, er is ook geen commentaarstem en amper een tussentitel. Vlieg op de muur is vaak een excuus om geen aandacht te besteden aan de vorm, maar dat is in A Parked Life niet het geval. Het breedbeeld is al ongewoon voor een documentaire, maar de mise-en-scène is pas écht ongezien: elk shot is een pareltje.
De genuanceerde soundtrack van maestro Bert Dockx (Flying Horseman) is even veelzeggend als tien commentaarstemmen samen. Hoewel Triest ook wat wil vertellen over het Europa van vandaag is deze van het eerste, unheimliche shot naar de keel grijpende docu vooral de levensschets van een immer karrende kluizenaar.
Vanaf morgen in de bioscoop.