Voeding
Zoetstoffen zijn niet ongezonder dan suiker
Kunstmatige zoetstoffen zoals sacharine en aspartaam hebben een slechte naam, maar zijn in werkelijkheid niet ongezonder dan suiker. Dat schrijft professor Aaron E. Carroll in The New York Times.
Er zijn bewijzen genoeg dat er een correlatie is tussen suikerconsumptie en gezondheidsproblemen, maar die zijn er niet voor kunstmatige zoetstoffen. Een van de oudste kunstmatige zoetstoffen is sacharine. In de jaren 80 besliste het Amerikaanse Congres dat er op elk product met sacharine een gezondheidswaarschuwing moest staan. Onderzoek op ratten had immers uitgewezen dat sacharine kankerverwekkend was.
In 2004 bleek uit een artikel in The Annals of Oncology dat de bewijslast uit de studies nogal mager was. De testen gebeurden onder meer op een soort rat die vaak kampt met een parasiet die blaasproblemen veroorzaakt. De link tussen sacharine en blaaskanker kon bij mensen nooit worden vastgesteld, ondanks verscheidene onderzoeken in Groot-Brittannië, Denemarken, Canada en de VS. Op basis van die recentere onderzoeken werd sacharine in 2000 van de lijst met kankerverwekkende producten gehaald, maar tegen die tijd was iedereen er al van overtuigd dat sacharine ongezond was.
Wankel onderzoek
Aspartaam was hetzelfde lot beschoren. De eerste studies toonden aan dat aspartaam niet kankerverwekkend was, maar een studie uit 1996 zag een mogelijke link tussen hersentumoren en aspartaam. Volgens de studie was er een toename van het aantal gevallen van hersenkanker tussen 1975 en 1992. De onderzoekers legden de link met de toegenomen consumptie van aspartaam, maar die link bleek op weinig gebaseerd. De grootste stijging van het aantal kankers vond plaats bij mensen van 70 jaar en ouder, lang niet de grootste gebruikers van aspartaam. Bovendien werd aspartaam pas in 1981 goedgekeurd, waardoor de zoetstof niet gelinkt kan worden aan toegenomen hersentumoren in de jaren 70.
Bijkomende, meer uitgebreide onderzoeken - onder meer door het nationaal kinderkankerinstituut in de VS en een studie bij meer dan 450.000 volwassenen - konden geen enkele link vinden tussen aspartaam en kanker. Ook een onderzoek uit 1998 vond geen neuropsychologische, neurofysiologische of gedragsveranderingen door het gebruikt van aspartaam. Zelfs in een dosis die tien keer hoger lag dan het normale gebruik voor consumptie had geen effect op kinderen met een aandachtsstoornis. In 2007 werd geoordeeld dat aspartaam uitgebreid was onderzocht en dat alle bewijs aantoonde dat de zoetstof veilig was.
Diabetes en overgewicht
Onderzoeken naar toegevoegde suikers tonen wel een duidelijke link tussen suiker en gezondheidsproblemen aan. Volgens de Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention krijgen kinderen gemiddeld tussen de 282 calorieën (voor meisjes) en 362 calorieën (voor jongens) per dag binnen. Dat betekent dat meer dan 15 procent van hun dagelijkse aantal calorieën van toegevoegde suikers komt.
Onderzoek heeft aangetoond dat de consumptie van toegevoegde suikers een verhoogd risico op diabetes type 2 inhoudt. Ook is er een duidelijke link aangetoond tussen suiker en overgewicht. Zo is alleen de consumptie van frisdranken al verantwoordelijk voor gewichtstoename bij volwassenen, stelde een studie in The American Journal of Clinical Nutrition in 2013.
Ter vergelijking, een analyse van testen met kunstmatige of caloriearme zoetstoffen in dezelfde publicatie vorig jaar toonde aan dat suikerarme drankjes net leiden tot een lager lichaamsgewicht en lager vetpercentage.
