Cannabisgebruik kan volgens een groeiend aantal onderzoeken psychoses veroorzaken. Een risico waarvoor snel meer aandacht moet komen, volgens de psychiater. Maar hoe overtuigend is het verband?
In zijn puberteit rookte Peter Groen (55) weleens wiet, maar pas rond zijn 30ste ging het mis. Omdat hij zijn hele leven al last had van depressies, raadde zijn buurman – een hartstochtelijke blower – hem aan weer eens een joint te roken, dat zou de symptomen verlichten. Wel lichter spul dan vroeger, toen hij weleens wat paranoïde werd van het blowen. Dit keer was het aanvankelijk vooral fijn. “Ik voelde me minder depressief en genoot meer van muziek.”
Dat duurde niet lang. “Voor ik het wist was ik totaal in de war. Ik kreeg wanen, dacht dat ik de nieuwe Verlosser was en de wereld ging redden.” Een jaar lang leefde de Rotterdamse muziekdocent in de bossen en verzamelde zelfs een schare volgelingen om zich heen. Hij besefte dat er iets niet helemaal klopte, maar het was moeilijk om zomaar met de cannabis te stoppen. Dat zou verraad betekenen aan zijn missie. “Ik had een boodschap van vrede, die moest ik uiten.”
Uiteindelijk weet hij met hulp van vrienden te stoppen. Langzaam verdwijnen de wanen naar de achtergrond. Daarna zoekt hij professionele hulp. Daar wordt hem duidelijk dat zijn cannabisgebruik de psychose waarschijnlijk heeft uitgelokt. “Ik merkte wel dat ik anders reageerde op wiet dan mensen om me heen. Die werden relaxt en kregen lachkicks, terwijl ik juist actiever werd. Maar ik had geen idee dat er een link met psychoses was.”
Naar schatting een op de honderd Nederlanders krijgt tijdens zijn leven ooit een psychose. Bij een psychose verliezen mensen het contact met de werkelijkheid. Ze krijgen wanen, gaan hallucineren, of vertonen verward gedrag. Bij ernstige, langdurige psychoses spreken psychiaters van schizofrenie.
Een deel van de psychosegevallen wordt waarschijnlijk veroorzaakt door cannabisgebruik, zeggen steeds meer wetenschappelijke studies, vooral als mensen voor hun 18de al beginnen met blowen. Een risico dat relatief onbekend is, maar wel steeds urgenter wordt. De percentages THC (tetrahydrocannabinol, de stof die high maakt) nemen al jaren toe, zeker in wiet van coffeeshops die bij toeristen populair zijn. Ook gaat de overheid experimenteren met legale wietteelt. In landen als Canada en Uruguay is cannabis al legaal.
Jim van Os, hoogleraar psychiatrie bij het UMC Utrecht, pleit al jaren voor meer aandacht voor de geestelijke gevolgen van wietgebruik. “Op veel middelbare scholen, zeker in Amsterdam, is wietgebruik volkomen normaal”, zegt Van Os, die geldt als een belangrijke Nederlandse autoriteit op het gebied van psychoses. “Jongeren kennen de gevaren vaak niet, maar juist zij lopen de grootste risico’s.”
Toch schrikt dat jongeren niet af, weet de hoogleraar. Patiënten verdwijnen meestal uit beeld, de psychiatrie in. Bovendien zien mensen psychiatrische stoornissen vaak als iets wat alleen iemand anders overkomt. “De oorzaak leggen ze bij die persoon, in plaats van bij het wietgebruik.”
Negatief stigma
Zulke bagatellisering is gevaarlijk, zegt Van Os. “Psychoses hebben een enorme impact op iemands leven. Vooral als iemand opgenomen is geweest, is het moeilijk om terug te keren naar de samenleving.” Mensen missen een aantal jaar werk of opleiding en ook het negatieve stigma maakt reïntegratie lastig. De maatschappelijke kosten van een psychose zijn daarmee vele malen groter dan bijvoorbeeld die van een depressie, aldus de psychiater.
Maar hoe overtuigend is de relatie tussen wiet en psychoses? Een groot internationaal onderzoek liet in maart zien dat het cannabisgebruik ruim viermaal zo groot was onder mensen die met een eerste psychose bij een geestelijke zorginstantie zoals de ggz kwamen, dan in een ‘controlegroep’ zonder psychoses. Van Os was een van de auteurs van dit onderzoek onder tweeduizend mensen verdeeld over elf landen, dat gepubliceerd werd in Lancet Psychiatry. 30 procent van de onderzochte patiënten gebruikte dagelijks wiet versus slechts 7 procent van de controlegroep. Bovendien kwamen er meer psychoses voor in regio’s waar het THC-gehalte in de wiet hoger was dan 10 procent, vooral onder mensen die voor hun 15de voor het eerst wiet rookten.
Ter geruststelling: de meeste mensen krijgen nooit een psychose, ook niet als ze veel cannabis gebruiken. Ze zijn er simpelweg niet gevoelig voor. “Psychosegevoelig” ben je als er psychische aandoeningen in je familie zitten, je die zelf hebt (gehad), of als je eerder een slechte ervaring met wiet hebt meegemaakt.
Het risico op een psychose wordt vaak geschat op 1 procent, al komen sommige studies hoger uit. Psychoses zijn nu eenmaal lastiger vast te stellen dan, zeg, lichaamsgewicht. De aandoening bestrijkt een spectrum van heel lichte tot zware symptomen. Bovendien krijgen niet alle patiënten een officiële diagnose. Cannabis is verantwoordelijk voor eentiende tot een kwart van die gevallen, denken wetenschappers op basis van studies zoals die in Lancet Psychiatry.
Verborgen epidemie
Alex Berenson, oud-journalist van onder andere The New York Times, noemt door cannabis veroorzaakte psychoses in zijn in januari verschenen boek Tell Your Children een ‘verborgen epidemie’. Cannabis leidt tot psychoses en psychoses leiden tot geweldsdelicten, is zijn conclusie op basis van de wetenschappelijke literatuur. Zelf werd hij wakker geschud toen zijn vrouw, forensisch psychiater, hem erop wees dat cannabisgebruik vaak voorkomt in moordzaken. Berenson begint zijn boek met zo’n gruwelijk geval, waarbij een 37-jarige vrouw uit het Australische Cairns zeven van haar kinderen en een nichtje doodsteekt. De oorzaak van de gruweldaad, volgens de psychiaters die haar beoordeelden: schizofrenie, veroorzaakt door jarenlang intensief cannabisgebruik.
Het boek leidt tot verhitte discussies in de VS. “Voor veel mensen is het een onwelkome boodschap”, verklaart Berenson aan de telefoon vanuit zijn woonplaats New York. “Ze ontkennen de risico’s liever dan dat ze zich in het wetenschappelijke bewijs verdiepen.” Niet zo gek, zegt hij. In Noord-Amerika is legale wietteelt en -verkoop tegenwoordig big business. Niet alleen Canada, maar ook meer dan tien staten in de VS hebben cannabis gelegaliseerd, sinds daar het federale verbod werd opgeheven in 2013. Alleen al in Californië levert cannabis miljarden aan belastinginkomsten op. Berenson: “Die legale cannabisindustrie is een groot probleem, het leidt tot een enorme toename in gebruik. Er roken nu bijna net zoveel mensen wiet als dat er alcohol drinken.”
Het belangrijkste punt van kritiek dat Berensons boek treft, houdt ook de wetenschappelijke gemoederen bezig: is er wel een oorzakelijk verband? De relatie tussen cannabis en psychose kan net zo goed andersom zijn. Misschien gebruiken mensen die gevoelig zijn voor psychoses nu eenmaal vaker wiet – als een vorm van zelfmedicatie bijvoorbeeld, om symptomen te onderdrukken.
Zogeheten epidemiologisch onderzoek, zoals de eerdergenoemde Lancet-studie, geeft hierover per definitie geen uitsluitsel. Bovendien wordt het effect van andere cannabis-bestanddelen, zoals het hallucinatie-onderdrukkende cannabidiol daarin vaak genegeerd.
Ook spelen bij psychoses erfelijke factoren een rol. Welke genen precies, is onbekend. Wel is duidelijk dat als iemand van een eeneiig tweelingpaar schizofrenie heeft, de kans ongeveer 50 procent is dat de tweelingbroer of -zus de aandoening ook krijgt. Misschien zorgt diezelfde genetische aanleg er ook voor dat iemand sneller naar cannabis grijpt?
Veel experts houden dan ook een slag om de arm, zoals psycholoog Suzanne Gage van de universiteit van Liverpool. Misschien werkt het wel twee kanten op, schrijft ze in een commentaar onder Van Os’ Lancet Psychiatry-publicatie. Het kan dat een deel van de deelnemers aan deze studie al onopgemerkte, licht-psychotische kenmerken had die hen juist naar de cannabis deed grijpen, redeneert ze.
Gerandomiseerd klinisch onderzoek
Om een oorzakelijk verband overtuigend te bewijzen zouden wetenschappers het liefst een zogeheten ‘gerandomiseerd klinisch onderzoek’ doen. Dan laat je één groep mensen wel en een andere groep geen cannabis gebruiken. Vervolgens kijk je of in de eerste groep meer psychoses optreden. Maar zo’n type onderzoek is ethisch onverantwoord, de negatieve gevolgen voor de deelnemers zijn te groot. Om dezelfde reden zijn er ook nooit dit soort gerandomiseerde klinische onderzoeken gedaan naar de relatie tussen roken en longkanker, weet Van Os. “Daardoor heeft de tabaksindustrie ook zo lang de gevolgen van roken kunnen ontkennen.”
Net zoals bij tabak is ook bij wiet het indirecte bewijs overweldigend, vindt hij. “Onafhankelijke studies tonen het verband keer op keer aan, we zien een grotere kans op psychoses bij sterkere wiet, en ten derde versterken cannabis en genetische gevoeligheid voor psychose elkaar.” Dat laatste volgt uit een publicatie van zijn hand die begin mei uitkwam in vakblad World Psychiatry.
Bovendien hebben wetenschappers ook een aardig idee wat er biologisch gebeurt. THC lijkt sterk op een signaalstofje uit het brein en kan daardoor hersenprocessen in de war schoppen.
Juist bij jongeren is dat precair, omdat hun hersenen nog volop in ontwikkeling zijn. In Van Os’ woorden: jongeren verkeren eigenlijk permanent in een licht psychotische staat. Veel kinderen horen stemmetjes en hebben een sterke verbeeldingskracht. “Dat is in feite een vorm van psychosegevoeligheid, die hoort bij het natuurlijke rijpingsproces van de hersenen.”
Regulering
Hoe nu verder? Honderd procent bewijs is er misschien niet, zegt de Utrechtse hoogleraar, maar de aanwijzingen zijn zo groot dat er wel iets moet gebeuren. Geen cannabisverbod wat hem betreft, wel regulering, net als bij alcohol. “Anders gaat de handel ondergronds, dat is veel erger.” Stel het maximumgehalte van THC op 5 procent, zegt hij. Ter vergelijking: nederwiet bevatte vorig jaar gemiddeld 16,8 procent THC, volgens verslavingsinstituut Trimbos, nederhasj 29,2 procent. Ook wil de psychiater meer leeftijdscontroles onder wietgebruikers en betere voorlichting – door de overheid, maar het liefst nog via leeftijdgenoten. “Ga niet blowen als je psychosegevoelig bent. En als je dan tóch gebruikt, zorg dat het slappe wiet is.”
De aandacht voor preventie noemt ook de commissie-Knottnerus in haar advies aan de regering over hoe proeven met de legalisering van cannabis eruit kunnen zien. Over het aanbevolen THC-gehalte geven zij geen advies.
Coffeeshops mogen hun middelen officieel niet testen op sterkte. “Dat heet een verkoopbevorderende handeling”, legt Wouter van Egmond uit, woordvoerder van het Platform Cannabisondernemingen Nederland en directeur van coffeeshop Xpresso in Zwijndrecht. Veel coffeeshops geven al voorlichting over wietgebruik, zegt hij, via websites en folders in de winkel. Daarin komt de link met psychoses ook aan bod – “al ben ik er nog niet van overtuigd dat er een causaal verband is” – en wordt aangeraden om cannabis “bewust, met mate, en voor je plezier” te gebruiken. Tegelijkertijd wil Van Egmond niet belerend zijn. “Als iemand opvallend vaak in mijn shop komt, gaan we het gesprek aan, maar cannabisgebruik blijft iemands eigen keus.”
Aan minderjarigen verkopen coffeeshops sowieso niet. “Daar zijn we heel strikt in. Als de politie je betrapt, kunnen ze je zaak sluiten.”
“Iedereen functioneert anders en reageert anders op drank en drugs”, zegt ook Peter Groen, de man die wiet rookte en daarna dacht dat hij de Messias was. Daar mag van hem best meer aandacht voor zijn. Zelf is hij naar eigen zeggen mentaal helemaal hersteld, dankzij hulpverlening en medicijnen. “Ik voel me gezond. Ik kom bijna nooit meer in de verleiding om te blowen. Dat levert zoveel ellende op, dat wil ik niet meer meemaken.”
Waarom word je high van wiet?
Bart Rutten, hoogleraar neurowetenschappen van psychische stoornissen in Maastricht, legt het geestverruimende effect van cannabisgebruik uit: “THC lijkt op lichaamseigen signaalstofjes die de communicatie tussen hersencellen beïnvloeden. Als je blowt, krijg je een overmaat aan dit soort stofjes, wat de normale hersenactiviteit verstoort. De hersenen maken bijvoorbeeld meer van de beloningsstof dopamine aan, waardoor je je prettig en high gaat voelen. Ook waarnemingsgebieden gaan zich anders gedragen. Informatie van de zintuigen, maar ook vanuit andere hersengebieden, krijgt een andere betekenis, met wanen en hallucinaties tot gevolg.”