AchtergrondPlatformeconomie
Uber, Deliveroo en Airbnb groeien als kool. Maar de echte wereld groeit niet mee
Op zoek naar een vakantiehuis, een thuishulp, een babysit, een taxi of een thuisgeleverde maaltijd? Met platformen als Airbnb, Helpper, Bsit, Uber of Deliveroo is dat in een tik en een swipe gefikst. Maar laten we ons niet te veel opslorpen door die handige platformen?
“Deliveroo en Uber Eats mogen de horeca, die zwaar te lijden heeft onder de Covid-19-crisis, niet verzwakken.” Dat liet minister voor Zelfstandigen Denis Ducarme (MR) recentelijk verstaan nadat hij had samengezeten met vertegenwoordigers van de #SaveMyResto-campagne.
Een vijftigtal Brusselse restauranthouders klagen over de agressieve houding van bezorgingsplatformen Deliveroo en Uber Eats. Zij hanteren veel te hoge commissies en lanceren promotiecampagnes zonder eerst met de restaurants te overleggen. “Wie zijn dominante positie misbruikt, zal de overheid op zijn weg tegenkomen”, waarschuwde Ducarme vorige week. Als blijkt dat Deliveroo en Uber Eats zich schuldig maken aan oneerlijke praktijken, dan zijn sancties niet uitgesloten.
Bij onze noorderburen stond een ander bekend platform in de schijnwerpers. Sinds 1 juli is het in Amsterdam verboden om een huis of appartement in het oude centrum aan een toerist te verhuren via Airbnb of andere gelijkaardige spelers. In de rest van Amsterdam mag het alleen nog met een vergunning en dan voor maximaal dertig nachten per jaar aan telkens ten hoogste vier personen. De stad nam de maatregel omdat Airbnb en andere verhuurplatformen de huurprijzen in de stad de hoogte hadden ingejaagd. Buurtbewoners herkenden hun eigen stad niet meer. Elke maand waren 25.000 advertenties per maand te vinden voor tijdelijke huur.
Airbnb is niet te spreken over de nieuwe regel. “We zijn erg bezorgd omdat deze voorstellen illegaal zijn en de basisrechten van Amsterdammers schenden, alsook inkomsten afnemen in deze moeilijke tijden.” Het platform wil samenwerken met de stad aan duurzame oplossingen. “Maar niet aan kortetermijnoplossingen die kostbaar, verwarrend en schadelijk zijn voor de inwoners en het lokale bedrijfsleven.”
Gratis fans
De twee recente voorbeelden tonen nog maar eens aan hoe alomtegenwoordig platformen zijn in onze leefwereld. En hoe de Deliveroos, Ubers en Airbnb’s van deze wereld voor complexe vraagstukken zorgen die we maar niet opgelost krijgen. “Nochtans, wat er via platformen gebeurt, is nooit nieuw”, zegt Martijn Arets, die sinds 2012 onderzoek doet naar de opkomst van platformeconomie en de impact ervan op onze samenleving. Hij brengt deze maand zijn boek Platformrevolutie uit. Daarin probeert hij de complexe relatie tussen platform, het individu en de samenleving te vatten.
Arets is eerder een platform-optimist. Hij ziet veel platformen die mensen op de een of andere manier dichter bij elkaar brengen. Zo is hij zeer te spreken over Etsy, een plek waar iedereen zijn creaties, of het nu accessoires, kunst of kleding zijn, te koop kan aanbieden. Of het Nederlandse Bksy, een grote gedecentraliseerde boekenkast die het gemakkelijk maakt om andermans boeken te bekijken en die boeken aan elkaar uit te lenen. “Ik dacht initieel dat het initiatief een concurrent zou worden van de klassieke bibliotheek, maar niets is minder waar. Bksy helpt bibliotheken met zijn netwerk om community’s op te bouwen.”
Ook platformen van grote techspelers hebben volgens Arets hun meerwaarde bewezen. “Zonder een platform als YouTube zou ik me blauw betalen aan serverkosten. Dergelijke platformen hebben de kost om zelf te publiceren en te creëren zo goed als weggenomen. Zonder e-mailplatform Revue, waar ik een kleine maandelijkse som voor betaal, had ik nooit zoveel mensen kunnen bereiken die ook geïnteresseerd zijn in de platformeconomie.”
Arets herinnert er ons aan wat platformen zo sterk maakt: ze bouwen een brug tussen gefragmenteerde vraag en gefragmenteerd aanbod. YouTube is in se een platform waar makers gratis kijkers en fans kunnen bereiken. “Dat kon vroeger gewoon niet.”
Nog een voorbeeld: wie twintig jaar geleden een kamer of vakantiehuis wilde verhuren, deed dat via een krant of een magazine. Daar stak moeite en tijd in. “Het internet heeft dat een stuk gemakkelijker gemaakt”, zegt Arets. “Airbnb, dat focust op het verhuren van vakantiewoningen, heeft alle drempels weggenomen.” Het enige wat iemand nodig heeft om een kamer te huren, is een app en een kredietkaart.
Verborgen kosten
De focus op gebruiksgemak zorgt ervoor dat digitale platformen groeien als kool. Alleen groeit de echte wereld niet mee. “De taxi-app Uber kan oneindig veel chauffeurs op zijn platform toelaten, maar op de parking aan het station is maar een beperkte capaciteit”, zegt Arets. “Net zo met Airbnb, zij kunnen iedereen die een kamer in Amsterdam heeft op het platform toelaten. Maar Airbnb denkt daarbij niet aan de overlast en de financiële implicaties voor Amsterdammers wanneer iedereen zijn kamer of appartement begint te verhuren. En dan hebben we het nog niet over bedrijfjes die net om die reden panden opkopen in de stad.”
Platformen proberen via slimme marketing en veel gelobby uit te leggen waarom zij een goed zaak zijn voor de samenleving. Maar we gaan volgens Arets nog te veel mee in de redenering van die platformen. Zo noemen zij zichzelf graag transparant: Uber zorgt ervoor dat je weet dat je niet te veel betaalt voor een taxirit. Deliveroo zorgt er dan weer voor dat je perfect kan inschatten wanneer de bestelde maaltijd precies zal toekomen.
Arets ontkracht de claim dat dit soort transparantie altijd de beste oplossing is met een eenvoudig voorbeeld. “Toen ik tien jaar geleden naar Thailand reisde en ik wilde een tuktuk bestellen, had ik geen flauw idee wat een rit me zou kosten. Ik bood wel wat af om niet helemaal belachelijk gemaakt te worden. Maar hoever ik daar in kon gaan, was altijd onduidelijk. Wie nu naar Thailand gaat, downloadt de Grab-app, een Uber-variant, en kijkt hoeveel een ritje kost. Die achtergrondinformatie neem je mee in de onderhandelingen met een tuktukchauffeur. Als daarin staat dat een rit me 5 euro zal kosten, dan ben ik in het onderhandelen met de chauffeur waarschijnlijk bereid om tot 7 euro te gaan. Transparanter toch?”
Allerminst. Het probleem met dit soort platformen is dat ze enkel functioneel transparant zijn. Ze tonen wat de eindgebruiker moet betalen, maar verbergen de rest van de kosten. Platformen zijn helemaal niet transparant over de dynamieken die op de achtergrond van de app spelen. “Het is bijvoorbeeld goed mogelijk dat Grab aan marktaandeel wilde winnen, en daarom de prijzen in de app drukte. Grab betaalt de chauffeurs voor elke rit enkele euro’s bij achter de schermen. Als toerist heb ik dan een totaal verkeerd beeld van wat een redelijke prijs is.”
Hetzelfde probleem zien we terugkeren in de klacht van de #SaveMyResto-campagne. Welke commissie mogen Deliveroo en Uber Eats opleggen? Uiteindelijk maakt een keukenteam een gerecht klaar en zorgt een onafhankelijke fietskoerier dat het bij de klant aankomt. Het enige wat Deliveroo en Uber Eats doen, is vraag en aanbod bij elkaar brengen. “Platformen zijn marktmeesters. Ze zijn het alziend oog dat bepaalt wie toegang krijgt tot welke informatie. De vraag is of wij hen die machtspositie blind kunnen toevertrouwen.”
Iedereen krijgt kansen
De vraag opwerpen, is ze beantwoorden. “We weten al lang dat een markt zichzelf niet reguleert. Dat er altijd excessen zijn. We zijn naïef geweest om te denken dat digitale bedrijven die marktplaatsen organiseren wel een moreel kompas zouden hanteren.” Hij wil met zijn boek het debat over de plaats van platformen in onze samenleving openen. “Het is toch gek dat geen enkele politieke partij in Nederland of België een visie rond platformen uittekent?”
Het is de nagel waar de Amerikaanse professor Scott Galloway (New York University), internationale autoriteit op vlak van platformeconomie en auteur van onder andere De Vier: het verborgen DNA van Amazon, Facebook, Google en Apple, al jaren op klopt. “De macht van platformen is buiten proporties gegroeid.” Hij illustreert dat in zijn boek met een voorbeeld van Amazon.
“Amazon is zo’n sterke marktplaats. Net als een Jedi (figuren met speciale krachten uit de ‘Star Wars’-filmreeks, FE) kan Amazon een volledige industrie pijn doen, gewoon al door ernaar te kijken. Wanneer het sportmerk Nike aankondigt dat het zijn producten zal distribueren via Amazon, schiet zijn aandeel de lucht in. De aandelen van alle andere sportmerken kelderen. Wanneer het aandeel van Amazon toeneemt, daalt het aandeel van alle andere spelers in retail omdat iedereen ervan uitgaat: wat goed is voor Amazon, is slecht voor al de rest.” Galloway is dan ook al jaren een groot pleitbezorger om grote platformen op te breken.
Maar daar los je niet alles mee op. Platformen leggen volgens Arets blinde vlekken in onze samenleving bloot. Of beter, vlekken die we liever niet willen zien. Hij ergert zich regelmatig wanneer mensen de praktijken van Uber en Deliveroo vergelijken met een ideale wereld, “een wereld waarin iedereen een waardige en goed betaalde job heeft, maar dat is toch niet zo?”
“Wie zijn de mensen die op de fiets of een brommer kruipen om ons eten tot aan de deur te brengen? En welke mensen kiezen uiteindelijk voor de optie als Uber-chauffeur? Naast de studenten in de eerste categorie gaat het vooral om mensen die voor de rest weinig tot geen toegang hebben tot de arbeidsmarkt.” Arets wijst er in zijn boek op dat platformen veel inclusiever zijn dan welke werkgever ook. Iedereen kan zich aanmelden en krijgt een kans. “Je kan veel schrijven over de arbeidsomstandigheden, maar wat is het alternatief voor veel van die mensen? Een uitkering, in het zwart werken of kiezen voor criminaliteit?”
Kentering
Iedereen krijgt kansen, maar de risico’s worden wel verplaatst. Waar werknemers verzekerd worden door hun werkgever en via die weg ook hun sociale bijdragen betalen, leggen platformen die verantwoordelijkheid bij hun gebruikers. Op dat vlak is Arets teleurgesteld in vakbonden.
“Waarom verdedigen vakbonden vooral mensen die vast werk hebben terwijl er een duidelijke trend is naar meer freelancers?”, zegt Arets. “Kunnen we niet eens beginnen na te denken over hoe we meer evenwicht in de arbeidsmarkt kunnen organiseren? Zowel mensen zonder diploma als mensen met diploma zullen zich steeds meer als freelancer staande moeten houden op de arbeidsmarkt, die in vele gevallen door platformen wordt gecontroleerd. Ook zij verdienen een goede verzekering en later een mooi pensioen. Misschien is de opstap wel eerst een arbeidsverzekering voor iedereen die werkt. Freelancer of niet.”
Het is een oefening waar vakbonden in heel Europa al even mee bezig zijn. Zo richtte het ACV een jaar geleden een nieuwe dienst op: United Freelancers. Van pakjesbezorgers, taxichauffeurs tot journalisten die op freelancebasis werken, krijgen net als werknemers steun bij de administratie en advies over contracten. De vakbond springt zelfs in als er conflicten zijn met werkgevers over bepaalde opdrachten. En ook op Europees niveau bekijkt de vakbondskoepel ETUC welke rol vakbonden kunnen spelen. Maar het blijft een enorme uitdaging om die grote, maar zeer heterogene groep van mensen, te verzamelen voor een eenduidig verhaal. “En ondertussen pompen platformen miljarden in lobbyen. Ze overwoekeren onze parlementsleden met hun verhalen en goede bedoelingen”, zegt Arets.
Hij heeft de indruk dat we steeds meer de grip op platformen verliezen. “Wie had ooit gedacht dat Europees commissaris voor Mededinging de meest rock-’n-roll functie binnen Europa zou zijn?”, vraagt hij zich wat schertsend af. “Platformen ontgroeien de landsgrenzen en de enige manier waarop we ze nog een beetje in toom kunnen houden is via boetes van miljarden euro’s.”
Toch gelooft hij dat er stilaan een kentering aankomt. “Europa werkt op dit moment aan een richtlijn die grote e-commerceplatformen verplicht om transparanter te zijn. Zo zullen onlinemarktplaatsen, zoals Amazon, moeten uitleggen aan gebruikers op welke manier zij de producten op hun website rangschikken. Dat klinkt heel basic, maar het toont aan dat Europa stilaan doorheeft dat het de macht van grote platformen ook op een slimme manier kan inperken.”