NieuwsSpermakwaliteit
‘Tegen 2045 bevat een zaadlozing niets bruikbaars meer’
In een zaadlozing van de gemiddelde westerse man zwemt vandaag maar half zo veel sperma als in die van zijn grootvader. En vrouwen van 20 zijn maar even vruchtbaar als hun grootmoeder toen die 35 was. ‘We worden een bedreigde diersoort’, zegt de Amerikaanse wetenschapper Shanna Saw.
The Countdown heet het boek van Shanna Saw, dat onlangs in het Engels is verschenen. Volgens de professor milieu-epidemiologie zijn we aan het aftellen naar onze eigen uitroeiing. Ze baseert zich op een grootschalige studie die ze in 2017 afrondde. Daaruit bleek dat het aantal spermatozoïden de voorbije veertig jaar met 59 procent is afgenomen.
Als de spermaproductie van de westerse man in hetzelfde tempo blijft dalen, dan zit er tegen 2045 helemaal niets bruikbaars meer in een zaadlozing, zegt ze. Dat het ooit zo ver zou komen, noemt ze twijfelachtig, maar toch concludeert ze dat de mens zich nu al in de positie van bedreigde diersoort heeft gemanoeuvreerd. Door die dalende vruchtbaarheid, maar ook omdat we van ons milieu, onder meer door de klimaatopwarming, een bedreiging voor de gezondheid hebben gemaakt.
Everywhere chemicals
De grote boosdoener voor de dalende spermakwaliteit zijn chemicaliën, meer bepaald de ‘everywhere chemicals’ die in cosmetica, poetsproducten, plastics en pesticiden zitten. Die tasten niet alleen de mannelijke vruchtbaarheid aan, ook die van de vrouw lijdt eronder en ze doen het aantal miskramen stijgen. De stoffen zouden ook leiden tot genitale misvormingen bij foetussen en voor verminderde seksueel appetijt. Ook onze levensstijl helpt niet: obesitas, nicotine- en marihuanagebruik zijn eveneens nefast voor de kwaliteit van het sperma.
Bovendien krijgen we sowieso al niet zo veel kinderen als vroeger, vooral uit vrije wil. In veel westerse landen baart de gemiddelde vrouw al minder dan 2,1 kind. Die 2,1 is de drempel om de soort in stand te houden. De combinatie van die trend met de dalende vruchtbaarheid brengt ons volgens Saw in een gevarenzone.
“Toch een beetje overdreven,” zegt Dominic Stoop, hoofd van de afdeling reproductieve geneeskunde van de UGent. “Er zijn nog nooit zo veel mensen op aarde geweest als nu. Maar dat er een negatieve trend is, kan niemand ontkennen. Enkel in Afrika neemt de bevolking nog toe. Overal elders daalt ze.”
De dalende kwaliteit van het sperma heeft daar volgens hem wel degelijk mee te maken. “Steeds meer mannen kampen met een tekort aan zaadcellen of een tekort aan goeie zaadcellen, en de aanwezigheid van toxische stoffen in onze omgeving speelt daar inderdaad een rol in. Maar klimaatopwarming, luchtvervuiling, microplastics en chemicaliën zijn op veel andere manieren nog veel bedreigender voor onze gezondheid.”
Economische problemen
Helemaal niet reageren is volgens Stoop ook geen goed idee. “Voor we met uitsterven bedreigd zijn, riskeren we door de dalende geboortecijfers economisch in de problemen te komen. Als we nog verder onder dat cijfer van 2,1 kinderen blijven zakken, komt het hele pensioensysteem op de helling te staan, om maar iets te noemen.”
Dat de man ooit aan gemiddeld nul zaadcellen per lozing zou komen, zoals Shanna Saw vooropstelt, doet Stoop lachen. “Dat is beeldspraak, om haar standpunt kracht bij te zetten. Om een kind te verwekken heeft een man 15 tot 30 miljoen goeie zaadcellen per lozing nodig. Zodra het minder is, wordt het problematisch. Dus je zit al in de knoei lang voor je die nul bereikt.
“Je mag niet vergeten dat we ons baseren op metingen bij mannen uit een koppel dat vruchtbaarheidsproblemen kent. Bij wie vanzelf een kind krijgt, wordt het sperma zo goed als nooit onderzocht. We staan er met andere woorden niet zo slecht voor als die cijfers doen vermoeden. Wat niet wegneemt dat de kwaliteit in het algemeen daalt. Ook wanneer het probleem bij de vrouw ligt, zien we dat de kwaliteit van het sperma van de man gemiddeld lager is dan pakweg twintig, dertig jaar geleden.”