Nieuws
Ruimtetelescoop James Webb arriveert veilig op bestemming
Anderhalf miljoen kilometer staat-ie nu bij ons vandaan. Ruimtetelescoop James Webb, het nieuwe vlaggenschip van de moderne astronomie, is na een reis van bijna een maand eindelijk op zijn bestemming gearriveerd.
Die bestemming is een plek waar Webb de zon, aarde en maan continu aan zijn ‘onderzijde’ kan houden, het gedeelte van de telescoop waar een gelaagd schild ter grootte van een tennisveld de warmtestraling van die hemellichamen bij de gevoelige instrumenten weg houdt.
Webb moet namelijk subtiele signalen uit de diepste regionen van de kosmos plukken die onder meer onthullen hoe de eerste sterrenstelsels zich vormden, of wat er gebeurt in de atmosferen van verre werelden die draaien om een andere ster dan de zon. Omdat straling zo diep uit het heelal onderweg naar hier is uitgerekt, is het van zichtbaar licht veranderd in warmtestraling – ‘licht’ met een langere golflengte.
Om op zijn bestemming te komen, voerde Webb maandag succesvol een korte koerscorrectie uit. Daarmee kwam hij precies volgens plan in een baan terecht om het zogeheten Lagrangepunt L2, een plek in de ruimte waar de zwaartekracht van de aarde en zon elkaar zodanig in balans houden dat een sonde of satelliet daar een relatief vaste positie kan behouden. Om technische redenen is het vervolgens slimmer niet in dat exacte punt te gaan zitten, maar in een baan er omheen. De baan die Webb om L2 beschrijft is overigens groter dan de baan die de maan beschrijft om de aarde.
Exact de juiste snelheid
De ruimtetelescoop is lang niet het enige door mensen gemaakte object dat om L2 cirkelt, maar door de vorm van Webb was dit toch een moeilijke manoeuvr. Webb moest namelijk met exact de juiste snelheid arriveren, snelheid die hij kreeg van de raket tijdens de lancering.
Als die raket hem ook maar een iets te harde zet had gegeven, was Webb namelijk voorbij zijn bestemming geschoten. De enige oplossing was dan geweest om de telescoop te laten afremmen, een actie waarvoor hij 180 graden had moeten draaien, omdat Webb maar aan één kant ruimte had voor stuurraketten. Daarbij was de koude onderkant van de telescoop, die normaal beschermd wordt door het schild, in het directe zonlicht gekomen. Het gevolg daarvan is dat de meetinstrumenten zodanig warm worden dat de lijm die de onderdelen op hun plek houdt gaat smelten. Daarvan was dankzij de nauwkeurige lancering echter geen sprake.
Tot nog toe is de opstartfase van het peperdure instrument – totale prijskaartje: zo’n 10,4 miljard euro – volkomen volgens het boekje verlopen. Zo klapte de ruimtetelescoop, die bij de lancering op Eerste Kerstdag nog als een origamiwerkje opgevouwen zat in de neus van een raket, voor deze laatste manoeuvre onder meer al zijn onderdelen zonder problemen uit.
Nu Webb in zijn baan om L2 draait, zal hij langzaam in gebruik worden genomen. Het uitlijnen, kalibreren en testen van alle instrumenten duurt nog ongeveer vijf maanden. Daarna kan de telescoop zijn eerste meetgegevens gaan verzamelen.