InterviewStanley Plotkin
Peetvader van de vaccinologie: ‘Het klopt niet dat we nu een wonder verrichtten met het coronavaccin’
De komst van de apenpokken hoeft niet te verbazen. En neen, we zijn nog niet klaar met corona. Dat stelt Stanley Plotkin (90), uitvinder van het rodehondvaccin en grondlegger van de moderne vaccinologie. ‘Ik heb jammer genoeg wel nog geen vaccin tegen domheid’, zegt de wetenschapper die bij ons eredoctoraten krijgt.
“Ik ben heel trots”, zegt Stanley Plotkin terwijl we door de gangen stappen van de Faculteit Geneeskunde aan de Universiteit Antwerpen. De goedlachse New Yorker, zonet 90 geworden en strak in het pak, heeft enorm veel om trots op te zijn. Zo speelde de kinderarts en microbioloog (Universiteit van Pennsylvania) in de jaren zestig een sleutelrol in de ontdekking van het vaccin tegen de rodehond. Zwangere vrouwen die besmet raken, riskeren een baby met zware aangeboren afwijkingen zoals doofheid en hartziektes. Plotkins vaccin veegde veel angst en leed weg en verdreef het virus in de VS en Europa.
Ook was hij nauw betrokken bij de ontwikkeling van vaccins tegen hondsdolheid, het rotavirus, polio, het cytomegalovirus en de waterpokken. Zijn boek Vaccines is de absolute referentie in de vaccinologie.
Maar vandaag is Plotkin trots omdat er in ons land een nieuw onderzoekscentrum met zijn naam opengaat: het European Plotkin Institute of Vaccinology. Met een site aan de Université Libre de Bruxelles en een aan de Universiteit Antwerpen wordt het een unieke plek waar alle mogelijke onderzoeken naar vaccins samenkomen. Dankzij spitstechnologie en studies met vrijwilligers zullen wetenschappers er precies en snel de immuunreacties op vaccins onthullen.
Plotkin, die aan beide universiteiten eredoctoraten krijgt, is in zijn nopjes over de ‘human challenges’ waarbij vrijwilligers met opzet besmet worden. “Alleen zo krijg je een volledig beeld van wat een virus met ons doet”, zegt hij. “Ik ben die vrijwilligers erg dankbaar. Dit is pas je inzetten voor de maatschappij.”
Hoeveel risico lopen zij?
“Deze studies worden zeer nauwkeurig opgezet om alle risico’s te minimaliseren. Medische interventies zoals een antibioticum of een behandeling tegen infectie zijn direct voorhanden als dat nodig is en er wordt gewerkt met een kleine dosis van de ziekteverwekker. De vrijwilligers worden in speciale units in isolatie gehouden en nauw opgevolgd. Het is al jaren een aanvaarde manier van onderzoeken, maar het gebeurt niet zoveel. Vooral de Britten zetten erop in, nu ook voor corona.”
Wat is het precieze nut van gezonde mensen besmetten?
“Wanneer iemand hoest en jij raakt zo besmet met corona, dan krijg je pas later mogelijke symptomen. Alles wat gebeurt tussen de besmetting en de symptomen is ons onbekend. Met vrijwilligersstudies kunnen we dat te weten komen. Ook kunnen we dan achterhalen hoeveel virus er nodig is om besmet te raken en wat de rol is van de drie takken van onze immuniteit. Over de antistoffen in het bloed bij corona weten we al veel, over de T-cellen (afweercellen, BDB) minder en over de mucosale immuniteit zelfs weinig. Dat is de afweer in de slijmvliezen van je neus en keel die de voortplanting van het virus afremt. In human challenges kun je die bestuderen met keel- en neuswissers. Die kennis kan een basis zijn voor betere of nieuwe therapieën.”
Wat moet het European Plotkin Institute for Vaccinology zeker onderzoeken?
“Het is niet omdat het mijn naam draagt dat ik orders te geven heb, maar het zou interessant zijn om met vrijwilligersonderzoek na te gaan hoe de immuniteit na vaccinatie zich ontwikkelt en hoe je ze op peil houdt. Want hoewel de coronavaccins goed werken, bieden de mRNA-vaccins geen langdurige immuniteit. Mogelijke oplossingen kunnen getest worden in de vrijwilligersstudies. Dat gaat een pak sneller dan in gewoon bevolkingsonderzoek. Die studies kunnen ook helpen om meer soorten vaccins tegen corona te ontwikkelen.”
We hebben er toch al veel?
“Als we in de ontwikkelingslanden voldoende willen vaccineren hebben we niet alleen meer vaccindosissen nodig, maar ook meer types. Denk aan goedkopere coronavaccins, exemplaren waarvan je niet meerdere injecties nodig hebt of vaccins die betere mucosale immuniteit geven.
“Maar het is moeilijk om dan de klassieke onderzoeken in fase één, twee en drie nog te doen. Er circuleert op veel plekken te weinig virus om te rekenen op voldoende spontane besmetting in de bevolking. Ook is het ethisch een probleem, want we hebben goed werkende coronavaccins. Maar in zo’n onderzoek geef je die aan één helft van de deelnemers en aan de andere helft geef je je nieuwe vaccin, waarvan je niet weet of het beschermt. Dan vallen er mogelijk meer doden dan nodig. Vrijwilligersstudies zijn dan meer aanvaardbaar en ook sneller.”
Klopt het dat de vaccinologie in deze pandemie alle verwachtingen overtrof?
“Het grote voordeel is dat we nu veel meer manieren hebben om een vaccin te maken in vergelijking met toen ik startte. Maar het klopt niet dat de vaccinologie nu een wonder verrichte. De vaccins waren er erg snel, maar dat was alleen mogelijk omdat we bouwden op twintig, dertig jaar basisonderzoek naar mRNA-toepassingen. Alleen basisonderzoek geeft nuttige resultaten, maar het vergt veel tijd en centen.”
Wat nu? Om de zoveel tijd coronaboosters of multivaccins die meerdere varianten aanpakken?
“Het zou goed zijn moest onderzoek uitwijzen waarom de mRNA-vaccins onvoldoende immunologisch ‘geheugen’ opwekken waardoor je al snel een booster nodig hebt. Gelukkig doen ze dat wel deels, waardoor mensen die meerdere dosissen kregen weinig risico lopen op sterfte, ook al zijn de antistoffen in hun bloed verdwenen.
“Vaccins die tegen meerdere varianten beschermen hebben we nog niet. Er zijn alleen nog maar resultaten in muizen. Maar er wordt hard aan gewerkt en ik ben optimistisch. Wellicht lukt het om een vaccin te ontwikkelen dat brede bescherming biedt, ook tegen de volgende SARS-variant (het huidige coronavirus is SARS-CoV-2, BDB).”
De volgende variant. Dat zullen velen niet graag horen.
“Het is niet voorbij. Als niet bijna iedereen immuniteit heeft, blijft dit virus circuleren en muteren. Dit virus is ook niet het eerste en niet het laatste van de coronafamilie waarmee we te maken krijgen. En vergeet niet dat we met het eerste SARS-virus veel geluk hadden. Dat doodde tussen de 20 en 30 procent van de besmetten, maar gelukkig had wie besmettelijk was symptomen zodat zij geïsoleerd konden worden. Het huidige coronavirus geeft ook besmettingen zonder symptomen.
“Door de geschiedenis heen zien we om de eeuw ongeveer een epidemie of pandemie. Eigenlijk is dat frequent. En de laatste decennia is dat toegenomen met onder andere SARS-CoV1, MERS, chikungunya, en ebola. De verklaring is eenvoudig: met het vliegtuig kun je vanochtend in Kaapstad zijn en vanavond in Brussel. Daarom duiken de apenpokken hier nu op. De Afrikaanse infectie werd zo naar Europa en Noord-Amerika gebracht.”
Moeten we nu vaccineren met het pokkenvaccin?
“Het is nog vroeg en lastig te voorspellen hoe dit evolueert. De verwachting is dat het pokkenvaccin voor een stuk beschermt tegen apenpokken. Mocht ik als arts een patiënt hebben die met apenpokken is besmet, zou ik alvast diens nauwe contacten een pokkenvaccin aanbieden.”
Had u dit kunnen voorspellen?
“Nee. Maar ik weet wel dat we niet verbaasd hoeven te zijn over de komst van dit virus. Dat zal nog gebeuren. Net daarom ben ik blij dat de Coalition for Epidemic Preparedness (CEPI) is opgericht nadat ik in 2015 met collega’s pleitte voor zo’n instituut. Je kunt nooit voorspellen welk virus exact zal opduiken, maar de te duchten virussen kun je in groepen verzamelen. CEPI neemt dan een prototype uit zo’n groep en kijkt of we daartegen een vaccin kunnen ontwikkelen. Wellicht slaat ooit net een ander virus uit die groep toe, maar zo ben je wel voorbereid om een vaccin te maken. Bij de apenpokken is dan waterpokken het prototype en daartegen hebben we al een vaccin. Op basis daarvan kun je dan een specifieker vaccin maken.”
Welke virussen of virusgroepen staan nog op de lijst?
“Het zijn er een hele resem waaronder coronavirussen, flavivirussen die via muggen worden doorgegeven en virussen die de luchtwegen aantasten zoals griepvirussen. Ook in de gaten te houden is het nipahvirus van de familie van de paramyxovirussen (een RNA-virus dat de helft tot driekwart van de besmetten doodt, BDB).”
Hoe kijkt u naar de antivaxbeweging?
“Gefrustreerd. Ik ben heel oud en was getuige van vreselijke ziektes die dankzij vaccins niet meer bestaan. Maar net door dat succes vergeten velen hoe nuttig vaccins zijn. In de coronapandemie maken antivaxers de keuze om het virus te helpen blijven circuleren. Je niet laten vaccineren is ook een keuze die jij maakt voor anderen. Als jij geen vaccin neemt, breng je je neef met kanker in gevaar. Maar jammer genoeg is er nog geen vaccin tegen domheid.”
Is het niet ook angst?
“Dat kan. Maar als je naar de feiten kijkt, is er geen reden voor angst. Veel mensen begrijpen niet wat risico is. Bij vaccinatie is het risico op een problematische bijwerking vele keren lager dan het risico dat je als niet-gevaccineerde loopt bij besmetting. Mijn oplossing is dan ook ieder kind lessen statistiek te geven. Zodat mensen al van jongs af snappen dat er een verschil is tussen een risico van één op honderd en een van één op tienduizend. Misschien zal dat nog niet volstaan, maar ik merk wel dat kinderen nieuwe kennis met minder vooroordelen en gezwollen ego’s opnemen in vergelijking met volwassenen.”