Over twintig jaar dubbel zoveel hete dagen in steden

Onderzoekers van de afdeling Geografie en Toerisme van de KU Leuven gingen met computersimulaties aan de slag om de hitte in ons land in kaart te brengen. Waar steden aan het einde van de 20ste eeuw en het begin van de 21ste eeuw nog te maken kregen met gemiddeld 6 hittegolfdagen per jaar, loopt dat tegen het midden van deze eeuw waarschijnlijk op tot 17 dagen. Een hittegolf is een periode van minstens 3 aaneensluitende dagen met een maximumtemperatuur van meer dan 30 graden en een minimumtemperatuur van meer dan 18 graden.

Hitte-eilanden

"Uit onze analyse blijkt dat er 's nachts een gemiddeld temperatuurverschil van 1 tot 3 graden is tussen stad en platteland", aldus onderzoeker Matthias Demuzere. "Tijdens hittegolven loopt dat verschil, vooral in grootsteden, op naar 8 tot 12 graden. Zo ontstaan er stedelijke hitte-eilanden."

"Het is al langer geweten dat steden warmer worden omdat steen en beton meer zonne-energie omzetten in warmte en de warmte ook langer vasthouden", vult onderzoekster Nicole van Lipzig aan. "Daarnaast genereren ook de grote aanwezigheid van menselijke en industriële activiteiten warmte. Bovendien zijn er veel minder planten of wateroppervlaktes om voor verkoeling te zorgen."

De hitte zal heel wat gevolgen hebben voor de mensen in de steden: meer sterfte, verminderde arbeidsprestaties en een hoger energieverbruik. Toch zien de onderzoekers de toekomst niet al te somber tegemoet: "Lokale overheden kunnen wel degelijk iets doen. Meer groen, water, schaduw en minder verharding kunnen het effect van de hitte door klimaatopwarming deels compenseren."