Ook eerste mannen op de maan ontsnapten niet aan douane

De intussen 85-jarige Buzz Aldrin was de tweede man op de maan en daarvoor declareerde hij in 1969 zo'n 33,31 dollar bij NASA. Dat is te zien op een reisvoucher met zijn onkosten die de man eerder deze week online zette. Omgerekend zou dat vandaag de dag ongeveer 216,59 dollar (197,7 euro) zijn.

Op het document wordt de reis van Aldrins verblijfplaats in Texas beschreven naar Cape Kennedy in Florida, voor de lancering. Een deel van de aangegeven onkosten bedragen de huurauto die hij voor de reis gebruikte. Na een tussenstop op de maan landde hij in de Stille Oceaan, waarna het vliegdekschip USS Hornet hem oppikte en hij via Hawaï - na een quarantaine - terug naar huis keerde.

Maanstenen
Na honderden commentaren te hebben gekregen van fans, deelde Aldrin gisteren ook (opnieuw) het ondertekende douanedocument dat de bemanning van Apollo 11 moest invullen bij hun terugkeer naar de Verenigde Staten. Het document dateert van 24 juli 1969 en maakt duidelijk dat Aldrin, Neil Armstrong en Michael Collins bij hun aankomst in Honolulu "maanstenen en stalen maanstof" bij zich hadden.

Verder bleken de astronauten bij hun aankomst niet ziek te zijn, maar werd bij de vraag of er kans op verspreiding van ziektes was 'to be determined' ingevuld. Het was dus afwachten voor symptomen van 'maanziekte'. Aldrin liet ook weten dat de oppervlakte van de maan iets weg had van talkpoeder en 'sponsachtig' aanvoelde onder zijn voeten.

Reispas afgeven
Ook nu nog moeten astronauten door de douane, meldt NRC. Astronauten van het European Space Agency (ESA) zouden bijvoorbeeld op de 'normale' manier naar het lanceerplatform Bajkonoer in Kazachtstan reizen, waar ze voor de lancering hun reispas afgeven. Die krijgen ze bij hun terugkeer opnieuw in handen, waarna ze opnieuw via gewoon door Europa reizen.

De aangifte van buitenaards materiaal gaat echter uiteraard niet gewoon in de bagageruimte, maar wordt eerst onderworpen aan verschillende veiligheidstesten.