Omstreden 'bijen-insecticide' treft ook zwaluw en spreeuw
Niet alleen bijen, ook vogelpopulaties ondervinden ernstige schade van 'neonicotinoïden', de meest gebruikte klasse insecticide ter wereld. De gifstoffen doden zoveel insecten, dat de vogels te weinig te eten hebben en in aantal teruglopen, stellen een aantal wetenschappers in Nature.
Dat is "sterk bewijs" dat "het debat over de bijen het grotere plaatje heeft gemist", schrijft de niet bij de studie betrokken ecoloog Dave Goulson in een commentaar in Nature. De gedupeerde vogels eten immers geen bijen, maar insecten waarvoor doorgaans minder aandacht is, zoals muggen en vliegen.
"Het gaat hier om de bulk van insecten die als voer dient voor veel organismen", zegt Ruud Foppen van het Nederlandse Sovon Vogelonderzoek. "Daarover zijn nauwelijks meetgegevens. Maar ondertussen zien we dat er zoveel is veranderd dat het nu meetbaar is in de vogelwereld." Ook andere experts signaleren dat er een "instorting" gaande is van de insectenwereld.
De wetenschappers spreken van een sluipend maar schrikbarend proces. "Er is hier iets aan onze aandacht ontsnapt", zegt Foppen. "De vogels vallen niet dood neer; de meest aannemelijke verklaring is dat ze niet genoeg voer hebben. Dus zie je de vogelpopulaties overal waar dit gif wordt gebruikt achteruit kachelen."
Gif
Voor hun onderzoek vergeleken Nederlandse onderzoekers uit Nijmegen zeven jaar vogelwaarnemingen met meetgegevens over het neonicotinoïde imidacloprid in slootjes en andere wateren. Hoe meer gif er in het water zat, des te sneller nam het aantal insecten etende vogels af. Van de vijftien onderzochte vogelsoorten zijn er veertien getroffen: daaronder soorten als de spreeuw, boerenzwaluw, grote lijster, veldleeuwerik, ringmus, geelgors en gele kwikstaart.
Neonicotinoïden werden eind jaren negentig binnengehaald als nieuw wondermiddel tegen onder meer bladluis. In ons land wordt jaarlijks ruim 10 duizend kilogram imidacloprid ingezet.
Keerzijde is echter dat het gif langzaam afbreekt en insecten zenuwschade toebrengt die zich langzaam ophoopt. Al in de jaren negentig sloegen bijenexperts daarom alarm: het insecticide zou bijenkolonies verzwakken en tenminste gedeeltelijk bijdragen aan de geheimzinnige sterfte onder bijenvolkeren.
Europese regelgeving onvoldoende
Vorig jaar besloot de Europese Unie daarom tot een moratorium op drie van de vijf bekendste neonicotinoïden. Volgens Natuurpunt, Vlaanderens grootste natuurvereniging, volstaat dat geenszins. "Slechts vier van de negen neonicotinoïden zijn verboden. Bovendien gaat het om een tijdelijk verbod van twee jaar op een beperkt aantal teelten, eigenlijk teelten die het meest aantrekkelijk zijn voor bijen", konk het in juni.
Natuurpunt wijst ook op heel wat uitzonderingen in het tijdelijk verbod. "Zo mag er in serres wel gesproeid worden, waardoor er wel een uitspoeling naar de bodem en verontreiniging van het oppervlaktewater blijft bestaan."
De verdwijnende vogels zetten het probleem alvast op scherp. In Nederland pleit de Vogelbescherming er naar aanleiding van de onderzoekscijfers voor een verbod van neonicotinoïden. "Vogelbescherming roept de politiek op per direct het landbouwgif imidacloprid te verbieden", klinkt het. "Vogels die leven op het boerenland hebben het al moeilijk: sinds de jaren '60 van de vorige eeuw is het aantal met 60 procent afgenomen."