AchtergrondVraag van de Week
Moet je echt altijd consequent zijn met je kinderen?
Consequent zijn lijkt de heilige graal in opvoedland. Maar als ouder ben je ook maar een mens. En dus geef je, als je zelf moe bent na een lange werkdag, je kind vlak voor bedtijd opeens wél een snoepje om snel van het gezeur af te zijn. Heel erg?
Consequent opvoeden is eigenlijk een vorm van klassieke conditionering, legt orthopedagoog Mariëlle Beckers uit. “Je kind doet iets en daar koppel je een gevolg aan. Als je dat vaak genoeg doet, hoef je dat gevolg niet meer te geven, want het kind heeft de regel geleerd. Uit onderzoek blijkt dat dit werkt.” Vooral bij jonge kinderen moet je als ouder een lijn trekken. “Wanneer een peuter in de winkel gaat gillen om speelgoed, dan is het handig consequent te zijn. Dan weet hij als 7-jarige dat dit gedrag geen zin heeft.”
Het is een misverstand dat consequent zijn betekent dat je altijd en overal precies dezelfde regels hanteert, zegt pedagoog Eva Bronsveld. “Dat is niet nodig. Belangrijk is wel dat je zegt wat je doet en doet wat je zegt. Die voorspelbaarheid geeft kinderen rust. Dus als jij een grens trekt, zoals aan tafel blijven zitten, dat je daar ook aan vasthoudt.”
Een uitzondering maken, zoals een avondje eten voor tv, kan best. “Het kan mooi en krachtig zijn als ouders ergens volmondig ‘ja’ op zeggen. Dat is geen toegeven”, zegt Bronsveld. Het wordt pas verwarrend als ouders een grens trekken, misschien omdat ze denken dat het hoort, maar door protest van kindlief alsnog overstag gaan. “Omdat ze diep vanbinnen denken: tja, hoe erg is dit eigenlijk? Dat is toegeven.”
Bronsveld vergelijkt het hebben van regels met het plaatsen van een hek. “Een kind zal proberen over dat hek te klimmen, er onderdoor te kruipen, het desnoods in brand te steken. Het is fijn voor een kind om te weten: bij mijn ouders heeft dat geen zin. Als dat hek één op de tien keer tóch een poort blijkt, zullen ze blijven proberen.” Vermoeiend voor ouder én kind. Haar advies? “Zet zo min mogelijk hekken. Elke dag vijftien hekken bewaken gaat niet. Denk na over wat je écht belangrijk vindt.”
Voor ouders die het ingewikkeld vinden om te weten wanneer ze streng moeten zijn of de teugels mogen vieren, heeft Beckers een tip. “Neem in gedachten drie mandjes: groen, oranje en rood. Alles wat goed gaat, komt in het groene mandje. Dingen die aandacht verdienen maar die geen prioriteit hebben, zoals je kind leren zijn jas aan de kapstok te hangen, doe je in het oranje mandje. In de rode mand komen zaken die je echt wilt aanpakken: zonder kijken de straat oversteken of ruzies tussen broer en zus die uit de hand lopen.” Wat je belangrijk vindt, verschilt per ouder. Door zorgvuldig te kiezen, is het makkelijker consequent te zijn.
“En wees als ouder lief voor jezelf”, adviseert Beckers. “Als je een rotweek hebt, laat je sommige dingen even gaan. Geloof me: kinderen ‘verpest’ je echt niet zomaar.”