AchtergrondHet weer
Meimaand valt in het water: wat is er aan de hand met ons weer?
Grijs, druilerig en fris: de meimaand stemt vooralsnog niet vrolijk, ook al mogen we sinds vorige week onder een tot paraplu gedegradeerde parasol op een terras zitten. Toch is het weer dat we geserveerd krijgen, niet uitzonderlijk.
Toen je vanochtend naar buiten keek, leek het wel of de herfst al was aangebroken. Winterse onderhemdjes en regenjassen zijn medio mei nog massaal van de partij. Is dit nog normaal, en hoelang zal dit weer nog aanhouden? We kloppen aan bij VTM-weerman en meteoroloog David Dehenauw.
Zijn oordeel, kort samengevat: dat die regenjas in deze tijd van het jaar nog van pas komt, is normaal. Maar dat onderhemdje had al opgeborgen mogen zijn. Dat we het huidige weer als abnormaal ervaren, heeft een oorzaak: we zijn het niet meer gewoon.
▶ Bekijk: David Dehenauw over de natte, koude meimaand:
Droger na Pinksteren
Dehenauw: “Door een opeenvolging van lagedrukgebieden krijgen we deze week elke dag kans op onweer, behalve donderdag. De temperatuur blijft steken rond de 16 graden, plaatselijk krijgen we 18 graden. Vrijdag, zaterdag en zondag krijgen we opnieuw een reeks buien en schommelen de temperaturen rond de 14 à 15 graden, op pinkstermaandag gaan we naar 16 graden. Zomerweer is tot het einde van de maand niet in zicht, maar na Pinksteren houden we het wel droger.”
Uitzonderlijk voor midden mei is dit weer niet, alleen zijn we het sinds het voorjaar van 2017 niet meer gewend. De maanden april en mei waren sinds dan droger dan normaal. “We vergeten snel, maar zo’n natte meimaand zijn we ooit wel gewend geweest. Het onweerseizoen begint in ons land in mei en duurt tot september, april is gemiddeld een drogere maand dan mei. De gemiddelde neerslag in mei in Ukkel bedraagt 66,5 liter per vierkante meter. Vorig jaar kregen we slechts 5,4 liter, minder dan een tiende van de normale waarde. Nu zitten we voor de maand mei aan 31 liter, een vrij normale waarde in de helft van de maand.”
Temperatuur
Zou het dan aan de kilte liggen dat we het weer van de voorbije weken zo vervloeken? Dehenauw: “Normaal moeten we rond deze tijd aan een maximumtemperatuur van 18 graden zitten. De gemiddelde temperatuur (dag en nacht) voor deze meimaand bedraagt nu 10,9 graden, terwijl we normaal recht hebben op een gemiddelde van 13,6 graden. We komen dus 2,7 graden tekort, en dat voelen we. Gezien er de komende tien dagen weinig verandering in zicht is, zal de maand mei niet aan haar normale gemiddelde temperatuur komen.”
“Ook in de maanden januari en april lag de gemiddelde temperatuur dit jaar lager dan normaal. Grosso modo waren de eerste vijf maanden van dit jaar gemiddeld flink kouder dan de eerste vijf maanden van vorig jaar. De kans dat 2021 het warmste jaar sinds de metingen wordt, is niet zo groot meer. Het warmste jaar ooit was 2020, met een jaargemiddelde van 12,2 graden. In 2019 kregen we een jaargemiddelde van 11,5 graden, 2018 was iets warmer met een gemiddelde van 11,9 graden.”
Je zou kunnen zeggen dat we een kort geheugen hebben en bijgevolg enkel vergelijken met vorig jaar. Dehenauw: “Wat neerslag betreft, zitten we niet in een uitzonderlijke periode, maar het is wel frisser dan we mochten verwachten.”
Wat ook meespeelt in ons aanvoelen van het weer is dat we net een week geleden, na maandenlang isolement, een soort bevrijding kregen terwijl het weer weigert dat gevoel te weerspiegelen. Dehenauw: “De terrassen gingen weer open en het begon te regenen. Was het 22 graden geweest en onweerachtig, zouden we dat minder hinderlijk gevonden hebben dan 15 graden met regenbuien. Bovendien was het de voorbije weken ‘s nachts droger en vielen de meest intense buien in de namiddag en de vooravond, precies de momenten waarop we graag een terras bezoeken.”
Grondwater
Nog een geluk dat we op die manier ons grondwaterpeil op een geruststellend niveau krijgen, dacht je vanochtend? Think again, want we zijn er nog niet. Ook al regent het af en toe stevig, het water van die korte, hevige buien stroomt gewoon af.
“Hevige stortregens helpen niet, we hebben langdurige regen nodig”, zegt Katrien Smet, woordvoerster van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). “Daarnaast hebben we in ons land veel lintbebouwing en een hoge bevolkingsdichtheid, met veel beton. Onze ruimtelijke ordening speelt ons parten op het vlak van grondwaterstanden.”
De voorbije drie maanden waren in ons land droger dan gemiddeld. “Gelukkig was april een koude maand, waardoor er minder verdamping van water was.” Uit de recentste cijfers van de VMM blijkt dat de grondwaterstanden in vergelijking met maart op 87 procent van de meetplaatsen verder zijn gedaald. Bovendien begonnen we met een achterstand aan het winterseizoen door de droogte van de afgelopen zomer en najaar. Het enige wat ons nog voor waterschaarste kan behoeden, is een natte zomer. Maar niet getreurd: nog 23 keer slapen en we mogen weer binnen schuilen in de horeca.