Jean-Jacques Cassiman in Burundi voor identificatie geëxecuteerde koning
Een Leuvens team van forensische experts onder leiding van professor Jean-Jacques Cassiman en leden van het DVI-identificatieam van de federale politie zijn sinds zondagavond in Burundi om er op vraag van de Burundese regering te proberen de overblijfselen te identificeren van Charles Ntare V Ndizeye. Hij was de laatste Burundese koning die in 1966 werd afgezet door dictator Micombero en in 1972 op diens bevel werd gedood.
Aanleiding voor deze vraag is het feit dat Burundi op 1 juli 2012 de viering van de vijftigste verjaardag van zijn onafhankelijkheid in het teken wil stellen van nationale verzoening en in het kader daarvan de voormalige koning een eervolle begrafenis wil schenken. Charles Ntare Ndizeye duwde in 1966 op negentienjarige leeftijd zijn vader Mwambutsa IV van de troon, maar werd enkele maanden nadien door een militaire coup afgezet. In 1972 werd hij in Oeganda opgepakt en uitgeleverd aan Burundi.
Cassiman had in Burundi al gesprekken met enkele ministers en leden van de koninklijke familie. Leden van het DVI-team en een KUL-archeologe zijn naar een kerkhof buiten een militair kamp in Gitéga vertrokken waar de koning volgens getuigen begraven ligt. Ook een site in het militair kamp is een mogelijke begraafplaats. Mogelijk ligt Ndizeye begraven in een massagraf. Als de stoffelijke resten van de koning kunnen worden opgegraven, rest de vraag of er DNA van voldoende kwaliteit aanwezig zal zijn. Om te kunnen identificeren zal er ook DNA worden verzameld van de zus van de koning en van zijn overleden moeder. Cassiman voerde dergelijk onderzoek al eerder uit rond Lodewijk XVII.