AchtergrondVraag van de week
Is koken op inductie de oplossing nu het gas zo duur is? ‘Denk er toch maar goed over na’
Inductiekookplaten lijken de beste papieren te hebben voor de vervanging van je gasfornuis - geen overbodige luxe in tijden van torenhoge gasprijzen. Waar moet je allemaal op letten? De voor- en nadelen op een rij.
Elektrisch koken ging vroeger op verwarmingselementen die zelf heet werden. Nadeel was de traagheid bij opwarmen en afkoelen. De tweede generatie elektrische platen, keramisch en halogeen, was vlotter maar haalde het niet bij de regelbaarheid van gaspitten.
Toen kwam inductie. Inductiespoelen worden niet warm, ze genereren magnetisme. Dat zorgt ervoor dat (de juiste) metalen pannen heet worden en daardoor hun inhoud ook. De snelheid van opwarmen en afkoelen van inductie is verbluffend hoog. Je moet eraan wennen, maar dat gaat rap.
Er zijn nog meer voordelen: een inductieplaat is vlak en van glas. Afhankelijk van de kwaliteit is hij nogal, of helemaal, krasvrij; ideaal om schoon te houden. Als er geen pan op staat, is de glasplaat altijd koud, alleen als je een hete pan er net hebt afgetild is er wat restwarmte. Ideaal met kinderen in huis of voor vergeetachtige ouderen. Het gas aan laten komt niet meer voor, want een inductieplaat schakelt zichzelf uit als er geen pan meer op staat.
Allemaal overstappen op inductie dus? “Denk er goed over na”, zegt David Appelboom van een speciaalzaak in kookapparatuur. “Koken vertegenwoordigt hooguit 4 procent van het gasgebruik van een huis, dus qua duurzaamheid win je er niet heel veel mee.”
En de kosten van omschakelen zijn aanzienlijk. Een inductiefornuis is gemiddeld 1.000 euro duurder dan een vergelijkbaar gasfornuis. En vooralsnog kost energie uit gas de helft van die uit elektriciteit. Inductie geeft minder verspilling — er lekt geen hitte om je pan heen — maar toch ben je zeker enkele tientallen euro’s per jaar meer kwijt.
PACEMAKER IN DE WAR
Niet alle pannen zijn geschikt om op inductieplaten te koken. Ze moeten magnetisch gevoelig zijn en een vlakke bodem hebben. Als je nieuwe pannen koopt, let je best op het inductie-icoontje. Je kan je oude pannen ook eenvoudig zelf testen, houd er maar gewoon een magneetje bij. In de praktijk blijkt het mee te vallen, alleen kromgetrokken en aluminium pannen vallen af. Het is niet zo dat alleen duur materiaal geschikt is.
Het klinkt als hordes die te nemen zijn. Vervelender zijn de problemen met de aanraaktoetsen op de glasplaat; de gebruikelijke bediening van inductieplaten. Inductie is inmiddels al zeker zo’n twintig jaar op de markt en nog altijd klagen gebruikers over de falende bedieningstoetsen. Ze gaan te snel stuk en reageren dan niet goed of niet meer op je vinger. Ook niet-kapotte toetsen geven niet thuis wanneer je vingertoppen nat of vettig zijn.
Daarbij is de bediening omslachtig, even bijstellen gaat pas als je door drukken het systeem activeert en/of de juiste kookzone selecteert. Wel, dan kies je toch een plaat met draaiknoppen, zou je zeggen. Die bestaan helaas nauwelijks. Inductiefornuizen met ouderwetse draaiers zijn er wel, inbouwplaten niet.
Iets anders wat het noemen waard is: er zijn meldingen dat pacemakers van slag kunnen raken als ze te dicht bij het magnetisme van de inductiespoelen komen. “Raadpleeg bij twijfel de cardioloog”, is daarbij het te volgen advies.
Niettemin kunnen we concluderen dat inductie kiezen een uitstekend idee is voor nieuwbouwhuizen en wanneer je een compleet nieuwe keuken laat installeren. Als je sowieso van het gas af gaat, is er geen betere optie. Maar in andere situaties is overstappen eerder een politieke dan een praktische keuze. En een dure bovendien.