De Nieuwe Mens
Is Facebook ons aan het radicaliseren?
De algoritmes van Google bepalen mee hoe we naar de wereld kijken. En de sociale media zijn wapens geworden in de strijd om de publieke opinie. Is de nieuwe mens een gemanipuleerde mens? Of kunnen we de technologie ook gebruiken om ons aan misleidende krachten te onttrekken?

Feministen zijn seksueel verknipte manwijven. Nationalisten zijn rechtse plomperds met heimwee naar de jaren 30. En vluchtelingen zijn parasieten die zich niet alleen aan onze welvaart, maar ook aan onze vrouwen komen laven. We leven – om het donzig uit te drukken – in gepolariseerde tijden. Het vraagteken lijkt vervangen door het uitroepteken. Fulmineren is het nieuwe discussiëren.
Opiniemakers leggen de oorzaak van ons gebrek aan wellevendheid opvallend vaak bij de sociale media. En ze doen dat niet zelden in bewoordingen die al even onbehouwen zijn als het taalgebruik dat ze aanklagen. ‘Facebook is een beerput van gescheld en polarisering.’ ‘Twitter is de open riool van onze maatschappij.’ ‘Instagram is een potsierlijke parade van poseurs.’
Hebben de wijsneuzen op de opiniepagina’s een punt? Transformeert het verdienmodel van de sociale media ons onvermijdelijk in betweterige kemphanen? Wouter van Noort, technologiejournalist bij NRC Handelsblad, is geneigd te denken van wel. “Sociale media sluiten ons op in de echokamer van ons eigen gelijk. Op Facebook omringen we ons bijna uitsluitend met gelijkgestemden: we krijgen op onze tijdlijn enkel dingen te zien waar we het al eens mee zijn. Daardoor raken we nog meer overtuigd van ons eigen gelijk. En zetten we ons nog meer af tegen andersdenkenden.”
Ondanks hun ‘We Are The World’-achtige beloftes verdelen de sociale media ons meer dan dat ze ons met elkaar verbinden? “Zo is dat”, beaamt Van Noort. “Facebook en Twitter maken de opinies van onze peers zichtbaar en versterken onze neiging om ons daaraan te conformeren. Zo wordt de publieke opinie opgesplitst in clubjes van gelijkgezinden. Uit onderzoek blijkt dat bijna elke wijk in Amsterdam een eigen politieke identiteit heeft: je hebt een GroenLinkse wijk, een DENK-wijk, een PVV-wijk... De bewoners van die wijken zijn volledig doordrongen van hun eigen denkbeelden. En bestrijden in groepsverband mensen met afwijkende opinies.”
“Je zou kunnen zeggen: prima, onze democratie is net gebaat bij de botsing van ideeën. En dat klopt, maar dan moeten de ideeën wel botsen. En dat doen ze vandaag niet. Of toch niet op een betekenisvolle manier. Er wordt wel van alles geroepen, maar niemand maakt de synthese. Daar schiet de democratie weinig mee op.”
Fake news
Om te vermijden dat de nieuwe mens een enggeestige mens wordt, ontwikkelen onderzoekers van de UGent momenteel een algoritme dat onze filterbubbel uit elkaar moet doen spatten. Het algoritme zou geen rekening houden met de populariteit van een artikel, maar enkel met de inhoud ervan: komen er voldoende opinies aan bod of niet? Mooi van de UGent, vindt Wouter van Noort, maar: “Hoe goed de onderzoekers het ook bedoelen: ook in hún algoritme zullen waarden en vooroordelen verwerkt zijn.”
Katleen Gabriels, universitair docente filosofie en ethiek aan de TU Eindhoven, sluit zich daarbij aan. “Een algoritme is nooit neutraal. In de Google-algoritmes, bijvoorbeeld, zijn maatschappelijke stereotypen verwerkt. Zo zouden advertenties voor goedbetaalde jobs minder vaak op de schermen van vrouwen verschijnen dan op die van mannen. En het ergste is: we hebben dat niet eens door. Het bewijst hoe makkelijk onze kijk op de wereld beïnvloed kan worden.”
Dat de technologie mogelijkheden biedt om in ons hoofd te kruipen en ons gedachtegoed te kapen, blijkt ook uit de overweldigende hoeveelheid ‘alternative facts’ die we al een paar jaar over ons uitgestort krijgen.
“En het gaat er in de toekomst alleen maar erger op worden”, zegt technologieondernemer Peter Hinssen. “Fake news is niks in vergelijking met wat ons nog te wachten staan. Ken je Lyrebird? Dat is een setje van algoritmes waarmee je om het even welke stem kan namaken op basis van één minuut aan bronmateriaal. Met één minuut uit een speech van Bart De Wever kun je een volstrekt geloofwaardig, maar totaal vervalst geluidsfragment creëren waarin De Wever zogezegd toegeeft dat het Vlaams-nationalisme een achterhaalde ideologie is. En met de software van Face2Face kun je mensen in YouTube-video’s dingen laten zeggen die ze nooit gezegd hebben.”
“Geloof me: we staan voor waarachtigsheidsissues zoals we er nog nooit gekend hebben. Authenticiteit zal in de toekomst steeds belangrijker worden: who’s genuine and who’s not? Bedrijven die met behulp van de blockchaintechnologie zullen kunnen uitmaken wat echt is en wat niet, zullen veel geld verdienen.”
Tot het zover is, voert Facebook een bij voorbaat verloren strijd tegen de vele als nieuwsberichten vermomde leugens: zelfs met een leger van tienduizend factcheckers krijgt Mark Zuckerberg amper 1 procent van het nieuwsaanbod op zijn platform gecontroleerd. Dweilen met de kraan open noemen ze dat in de analoge wereld.
Rogier De Langhe, economiefilosoof aan de UGent: “Facebook heeft geen controle meer over het platform dat het heeft gecreëerd. Het enige wat het volgens mij nog kan doen, is het netwerk zélf nieuwsberichten laten controleren. Ik zou bijvoorbeeld kunnen zeggen: ‘Op economisch gebied verlaat ik mij op Geert Noels. Als Noels zegt dat een bericht fake is, hoef je het mij niet te tonen.’ En op politiek gebied zou ik vervolgens opiniërend hoofdredacteur van De Morgen Bart Eeckhout kunnen mandateren. Enzovoort. Tot ik een hele resem deskundigen heb aangeduid. Zo ontstaat er een liquide vorm van gezag die wellicht efficiënter is dan het Ministerie van Waarheid dat Facebook nu probeert te installeren.”
Weg met Weinstein
Voor u denkt dat de technologie ons herleidt tot machteloze doelwitten in een steeds brutaler wordende informatieoorlog: er is ook goed nieuws. Ons ontzag voor the powers that be brokkelt namelijk sneller af dan een ijsschots op Antarctica. Als de digitalisering in onze hoofden al één nieuw idee heeft gedeponeerd, dan wel de overtuiging dat we voor de organisatie van de samenleving steeds minder afhankelijk zijn van klassieke hiërarchieën.
Rogier De Langhe: “De digitalisering heeft het makkelijker gemaakt om elkaar te vinden en met elkaar samen te werken. De klassieke machtsstructuren worden steeds meer vervangen door digitale netwerken. Kickstarter maakt de bank als leningverstrekkend instituut overbodig. En de #MeToo-beweging is mogelijk gemaakt door Twitter, niet door de één of andere overheidsinstantie die zich bekommert om slachtoffers van seksuele intimidatie.”
Het nietige individu slaat terug, zoals Bart Eeckhout onlangs schreef? Connectiviteit is de nieuwe machtsfactor? “Absoluut”, zegt De Langhe. “Doordat we ons beter dan ooit kunnen verenigen, kunnen we de machthebbers weerwerk bieden. In een hiërarchisch gestructureerde maatschappij kun je het aantal informatiestromen beperken en een deel van de informatie voor jezelf houden. In de horizontaal georganiseerde samenleving van vandaag lukt dat niet meer.
"Gevolg: de bazen zijn minder machtig geworden. Als je vroeger als jonge actrice in Hollywood aankwam, stelde je vast dat alle wegen naar de top via Harvey Weinstein liepen. Vandaag zijn er duizenden manieren om het daar te maken: Justin Bieber werd beroemd nadat hij een filmpje van zijn deelname aan een zangwedstrijd op YouTube had gezet. De technologie heeft de macht van figuren als Weinstein doen eroderen en die van gewone stervelingen doen toenemen.”
Dat we ons in netwerken kunnen verenigen, heeft volgens De Langhe nog een ander voordeel: het stelt ons in staat op een verfrissende manier naar problemen te kijken. “Neem nu de opwarming van de aarde. Ik geloof niet dat de oplossing voor dat probleem van de natiestaten zal komen. Staten zijn ooit opgericht om de kolonisatie makkelijker te laten verlopen. Om andere gebieden in de wereld te exploiteren en elkaar te beconcurreren. Het is ondenkbaar dat ze plots samen rond het kampvuur zullen gaan zitten en zeggen: ‘Makkers, laten we onze eigenbelangen vergeten en zij aan zij tegen de klimaatverandering strijden.’
"Ik heb meer vertrouwen in de collectieve wijsheid van netwerken: die kunnen de belangen van de natiestaten negeren en op een open-source-achtige manier oplossingen formuleren.”
Kunnen bottom-up-initiatieven in alle sectoren van de maatschappij top-down-structuren vervangen? Zullen nationale overheden straks enkel nog hun eigen overbodigheid etaleren? Wouter van Noort is er toch niet helemaal van overtuigd. “Het is heel populair om te zeggen dat overheden nutteloos zijn geworden. Maar je kunt niet álles aan digitale netwerken overlaten.
"Zie ook: de huidige heisa over ‘initial coin offerings’. Een initial coin offering is een ongereguleerde vorm van crowdfunding waarbij een start-up met de blockchaintechnologie zijn eigen virtuele munt uitbrengt en aan investeerders verkoopt. Een alternatieve zoektocht naar kapitaal, zeg maar. Best innovatief. Alleen geven initial coin offerings blijkbaar op grote schaal aanleiding tot fraude en oplichterij. Het toont aan dat netwerken niet zaligmakend zijn.
“Ik denk trouwens dat we soms ook de impact van digitaal activisme overschatten. Als maatschappelijke bewegingen zich enkel via sociale media organiseren, zijn ze vaak nogal vluchtig. Occupy Wall Street heeft niet tot betekenisvolle veranderingen geleid. Het is heel gemakkelijk om op je sofa met de smartphone in de hand actie te voeren. Maar als er écht geprotesteerd moet worden – als de goede zaak bloed, zweet en tranen vraagt – dan zeggen we toch vaak: ‘Nah. Ik ga nog een potje Netflix kijken.’”
Universeel brein
Toch ziet het ernaar uit dat de digitalisering ons politieke bewustzijn flink heeft aangescherpt. Steeds meer mensen vragen zich af of de technologie ons niet kan helpen om de parlementaire democratie te vervangen door een besluitvormingssysteem dat minder last heeft van partijpolitiek gekonkel. Artificiële-intelligentie-systemen, hoor je weleens, zijn veel beter geschikt om een rationeel beleid uit te stippelen dan onze politici met al hun tekortkomingen.
Francis Heylighen, cyberneticus aan de VUB en gespecialiseerd in het onderzoek naar zelforganiserende systemen, heeft zo zijn twijfels. “AI-systemen kunnen in data patronen ontwaren. Dat maakt hen zeer geschikt om de gevolgen van bepaalde beslissingen te berekenen. Een beetje zoals het Planbureau vandaag doet, alleen nog grondiger. Maar wat AI-systemen níét kunnen, is weten wat goed of slecht is. Geen enkele computer kan ons vertellen wat wij willen. Dat kunnen alleen wij zelf.”
Kunnen we AI-systemen dan niet met onze waarden injecteren? Een beetje programmeur heeft dat toch zo gefikst? “Nee”, zegt Heylighen. “Je zal altijd dingen over het hoofd zien, waardoor het systeem belachelijke beslissingen zal nemen. Stel dat je een AI-systeem programmeert om mensen gelukkig te maken. En dat je het leert dat een glimlach een goede indicator is van geluk. Dan is het mogelijk dat het systeem overal smileys zal gaan tekenen, in de volle overtuiging dat het van de wereld een gelukkiger plek aan het maken is. Het is een illusie om te denken dat AI-systemen menselijke waarden kunnen overnemen.”
Qua alternatief voor de parlementaire democratie gelooft Heylighen meer in collectieve dan in artificiële intelligentie. “We zouden een sociaal netwerk kunnen maken waarin we aanduiden welke mensen we vertrouwen: ons lief, onze beste vrienden, onze ouders, noem maar op. Al die mensen duiden op hun beurt aan wie zíj vertrouwen, tot iedereen geconnecteerd is door een netwerk van vertrouwensrelaties.
“Als over een voorstel gestemd moet worden, wordt dat in het hele netwerk aangekondigd. Wie inhoudelijk over het voorstel kan oordelen, stemt. Wie er niets van afweet, stemt niet. Maar degenen die stemmen, doen dat niet alleen voor zichzelf, maar ook voor de mensen die hen – rechtstreeks of onrechtstreeks – hun vertrouwen hebben gegeven. Op die manier zal competentie zwaarder doorwegen. Als het voorgelegde voorstel over technologie gaat, zal mijn stem meer gewicht in de schaal leggen. Als het over voetbal gaat, zal een sportjournalist meer zijn stempel drukken.
“Zo kunnen we met technologie onze collectieve intelligentie benutten. In theorie is het perfect mogelijk om een global brain te maken: een universeel, probleemoplossend systeem dat de belangen van de natiestaten overstijgt.”
Sektes van Silicon
Global brain: het is een term die zo uit de wereldverbeterende mission statements van Mark Zuckerberg en Larry Page geplukt had kunnen zijn. Silicon Valley-iconen hebben namelijk de neiging om zich behalve als ondernemers ook als verlossers van de mensheid te gedragen. Volgens Franklin Foer, de auteur van Ontzielde wereld, willen Zuckerberg en co. de wereld herscheppen naar hun ideaalbeeld. “Ze dromen van een global community en willen met behulp van de technologie zelfs de dood overwinnen.”
Zijn techondernemers profeten in het diepst van hun gedachten? Of dienen hun idealistische praatjes enkel om hun commerciële doelstellingen te camoufleren?
Wouter van Noort: “Ook al klinken hun woorden groots en meeslepend, hun daden zijn vaak te herleiden tot eigenbelang. Als Mark Zuckerberg India van gratis internet voorziet, is dat onder de voorwaarde dat de Indiërs het internet betreden via Facebook. Silicon Valley-ondernemers willen niet zomaar de wereld verbeteren. Ze geloven dat de wereld beter wordt als zíj beter worden. Laten we dus maar opletten met het blind achternalopen van de grote techbedrijven.”
Mark Coeckelbergh, technologiefilosoof aan de universiteit van Wenen, is het daar volstrekt mee eens. “De technologische toekomstvisioenen van mensen zoals Elon Musk worden nauwelijks ter discussie gesteld. En dat is een probleem. Want Musk en konsoorten mogen dan technisch onderlegd zijn, ze hebben vaak geen oog voor sociale en ethische kwesties.”
“Na de Tweede Wereldoorlog hebben we gezegd: we moeten strijden tegen elke vorm van totalitarisme. En terecht. Alleen lijken we te denken dat potentiële despoten enkel politici kunnen zijn. En dat is niet zo. Het totalitaristische denken situeert zich vandaag veeleer in de technologische hoek. Het is dan ook hoog tijd dat we bedrijven zoals Facebook en Google een stuk kritischer gaan benaderen.”