NieuwsWetenschap
Hoofdluizen leggen geheimen van eeuwenoude mummies bloot
Menselijk dna blijkt verrassend goed bewaard te blijven in ‘tijdcapsules’ geproduceerd door hoofdluizen, zo ontdekten wetenschappers na bestudering van de haardossen van duizenden jaren oude mummies. De resultaten bieden ons een inkijkje in het leven van oude volkeren.
In de filmklassieker Jurassic Park slagen wetenschappers erin het dna van dinosauriërs te bemachtigen uit in barnsteen gevangen prehistorische muggen. Vlak nadat de insecten het bloed van de reptielen opzogen, raakten ze gevangen in het hars van een boom, waardoor het genetisch materiaal van de dinosauriërs tientallen miljoenen jaren bewaard kon blijven. Het terugwinnen van het dino-dna uit de in barnsteen gevangen mug was een sterk staaltje science fiction, maar nu is het een internationale groep wetenschappers toch gelukt op vergelijkbare manier het dna te achterhalen van mensen die duizenden jaren geleden hebben geleefd.
De informatie werd in dit geval niet vastgelegd door muggen, maar door hoofdluizen. Deze parasieten plakken hun eitjes, de zogeheten neten, met een sterke ‘lijm’ aan het haar van mensen. Hierbij kunnen ook menselijke huidcellen ingekapseld worden. Aangezien het plakkerige goedje duizenden jaren intact kan blijven, vormt het een ‘tijdcapsule’ voor menselijk dna. Althans, wanneer het haar zelf ook bewaard blijft, wat vaak het geval is bij gemummificeerde mensen.
Verrassend veel informatie
De onderzoekers richtten zich op het haar van een aantal Zuid-Amerikaanse mummies. Bij twee exemplaren, die zo’n tweeduizend jaar geleden in het huidige Argentinië zijn overleden, troffen ze luizeneitjes in het haar aan. Het genetisch materiaal dat het team uit de luizenlijm kon halen, bleek het nodige over deze personen te onthullen. Zo konden de onderzoekers het geslacht van de twee bepalen en vonden ze een genetische link met andere Zuid-Amerikaanse volkeren, die erop wijst dat het volk waartoe de Argentijnse mummies behoorden oorspronkelijk in het Amazonegebied leefde.
“De grote hoeveelheid dna die we uit deze luizenlijm haalden, kwam echt als een verrassing voor ons,” zegt hoofdauteur Mikkel Winther Pedersen van de Universiteit van Kopenhagen. “Ik vind het frappant dat we met zo weinig materiaal toch al deze informatie over deze mensen hebben kunnen achterhalen.”
Ook paleogeneticus Marieke van de Loosdrecht van Wageningen University & Research, niet betrokken bij het onderzoek, is onder de indruk. “Het is een heel gedegen en grondige studie. We ontdekken steeds meer manieren waarop we genetische informatie van oude volkeren kunnen achterhalen en zo de menselijke geschiedenis genuanceerder kunnen reconstrueren. Dit is zeker een waardevolle toevoeging.”
Weerstand tegen onderzoeksmethode
Aangezien de mens al sinds zijn ontstaan luizen met zich mee draagt, worden er over de hele wereld mummies aangetroffen met luizeneitjes in het haar. De onderzoekers hopen dan ook een ‘goudmijn aan informatie over onze voorouders’ aan te kunnen boren. Zeker omdat huidige methoden, waarbij dna uit het binnenste van tanden en botten wordt gehaald, het skelet beschadigen, wat toekomstig onderzoek kan dwarsbomen.
De gebruikelijke onderzoeksmethode roept bovendien regelmatig weerstand op bij inheemse volkeren, die een spirituele band voelen met de overblijfselen van hun voorvaderen. Omdat uit de studie blijkt dat de ‘luizenmethode’ minstens evenveel genetische informatie oplevert, geldt dit als een alternatief waarmee onderzoekers ‘schadevrij’ hun handen op zeldzame overblijfselen kunnen leggen.
Luizeneitjes zelf zeggen ook nog wat
Daarnaast leveren de luizen zelf extra inzichten op. Omdat het dna dat werd gevonden in de luizeneitjes in het mummiehaar overeenkwam met het dna van exemplaren uit het Amazonegebied, konden de onderzoekers bevestigen dat het Argentijnse volk inderdaad hier vandaan was gemigreerd. Ook vertelt het gedrag van de luizen iets over de omgeving waarin hun dragers leefden. Zo zag men dat de luizeneitjes op een warme plek dicht tegen de hoofdhuid geplakt waren. Dat wijst er volgens het team op dat de twee mummies blootgesteld waren aan lage temperaturen toen ze stierven.
“Dat maakt studies als deze heel interessant,” zegt Van de Loosdrecht. “Je kunt mensen en hun cultuur niet los zien van hun omgeving. Gelukkig zijn er steeds meer onderzoekers die niet meer alleen naar het menselijk dna kijken, maar ook naar wat er om die mensen heen gebeurde.”