AchtergrondVraag van de Week
Hoe stop je met snurken?
Snurken is een onderschat probleem. Niet alleen voor de bedpartner, ook voor de snurker. Hoe raak je er vanaf?
Maar liefst één miljard mensen kampen met een medisch snurkprobleem. “In België vind je 580.000 zware snurkers”, schetst dr. Miche De Meyer, verbonden aan AZ Jan Palfijn Gent en de slaapkliniek van UZ Brussel. “Hun spieren ontspannen ter hoogte van de bovenste luchtwegen, waardoor hun keelholte nauwer wordt en de weerstand van de ingeademde lucht groter. Wie apneus doet, stopt meermaals per uur of minuut met ademen omdat de luchtstroom naar de longen afneemt. En telkens schiet je even wakker. De gevolgen zijn legio: extreme vermoeidheid, concentratiestoornissen, overgewicht en hartritmestoornissen.”
Niet-medisch snurken, met minder dan vijf apneus per nacht, treft maar liefst 4 miljard volwassenen. Ook nefast voor de bedpartner, die het snurken vaak jarenlang moet verdragen, met hulp van oordoppen of slaappillen. “Iemand die rustig in- en uitademt produceert 25 à 30 decibel. Het snurkrecord ligt op 93 decibel, net een haardroger die naast je oor ligt te blazen”, zegt De Meyer. “Meestal zijn het vrouwen die het snurken om de lieve vrede negeren. Hoewel zij hun partner doorgaans snel naar de dokter sturen, speelt hier een schaamtegevoel. Snurken wordt te weinig besproken, zowel thuis als bij de huisarts of relatietherapeut. Apart slapen is al helemáál een taboe.”
De bedpartner speelt een cruciale rol als klokkenluider, maar ook de huisarts moet meer doen. “Eerstelijnsartsen zijn al overbevraagd, maar toch zouden ze twee vragen moeten stellen: snurkt u? Voelt u zich overdag regelmatig vermoeid? Bij tweemaal ‘ja’ moet de alarmbel afgaan. Snurkgedrag dat langer dan vijf dagen aanhoudt en waarmee geen verkoudheid of sinusitis is gemoeid, moet onderzocht worden”, stelt De Meyer. “Eén slaaponderzoek in een slaapkliniek krijg je terugbetaald, maar er zijn lange wachttijden.”
Er zijn meer extreme snurkers dan 20 jaar geleden. Dat heeft alles te maken met onze levensstijl. “Stijgend alcoholgebruik en een pover eet- en beweegpatroon leiden tot een snurkpandemie. Vetinfiltratie in de spieren of vetophoping onder de kin neemt toe, hoewel overgewicht geen voorwaarde is om te snurken. Een slappe huig kan iedereen krijgen.” Zelfs kinderen blijven niet gespaard. Een op de tien zaagt ’s nachts een boompje om. “Dat ligt vaak aan vergrote keelamandelen of neuspoliepen, maar ook hier speelt overgewicht een belangrijke rol”, zegt prof. dr. Stijn Verhulst (UZA). “We opereren waar mogelijk, maar soms zijn de apneus nog altijd niet verdwenen en moeten kinderen, soms zelfs baby’s, ’s nachts een CPAP-masker dragen dat continu lucht blaast. Die druk verhelpt de vernauwing in de keel.”
Zo’n CPAP-masker is bij volwassenen het meest gebruikte hulpmiddel. Een slaapbeugel is een nieuwere methode, waarbij de onderkaak en tong wat naar voren worden geduwd. “Lapmiddeltjes zoals sprays, kinbanden of antisnurkolie doen niets”, weet De Meyer. “Niet iederéén raakt verlost van snurken, maar een goede diagnose kan veel verhelpen.”