achtergrond
Hoe de trol het internet kapot maakt
Las u het ook vorige week? De trol van de ouders van de vermiste Madeleine McCann heeft zelfmoord gepleegd. En nee, dat was geen ruftend en kwijlend monstertje, maar een doorsnee dame van middelbare leeftijd. Maar dan wel één met een dwangmatige voorliefde voor internetgestook en -pesterijen. Internettrollen: wie zijn ze en wat drijft hen?
De betekenis van de benaming 'trol' is nog het best te begrijpen als je weet waar het woord vandaan komt. To troll, in het Engels, betekent onder meer 'vissen met behulp van een achter een boot door het water gesleept lokvisje'. Tijdens de Vietnamoorlog deden gevechtspiloten ook aan 'trolling': het triggeren van de grondradars van luchtdoelraketinstallaties door erover te vliegen. Op dat moment wisten de piloten waar die zich bevonden en konden ze toeslaan. En dat is exact wat een internettrol doet: op fora en commentaarsecties een lijntje uitwerpen en hopen dat er iemand toehapt. Reacties uitlokken en dan genadeloos toeslaan.
Het doel van een trol? Dat staat eigenlijk gelijk aan het middel, en dat is in een notendop: ruzie stoken op die fora, emotionele reacties uitlokken, mensen tegen elkaar opzetten, mensen isoleren en zwartmaken, valse informatie verspreiden of de aandacht trekken op een vaak niet ter zake doend onderwerp. Klinkt herkenbaar? Extreem pestgedrag, op school of op het werk, voldoet vaak aan een vergelijkbare omschrijving.
Machiavellistisch
Canadese onderzoekers achterhaalden vorige maand dat trolgedrag op het internet vaak inderdaad samengaat met zorgwekkende persoonlijkheidskenmerken, zo schrijven ze hun artikel in het wetenschappelijke tijdschrift Personality and Individual Differences. Ze analyseerden het online gedrag van twee groepen van ruim 1.200 internetgebruikers en bevroegen hen ook om meer te weten te komen over hun persoonlijkheid. De conclusie was dat zij die zich graag inlieten met 'trolling' ook de meest narcistische, sadistische, psychopatische en Machiavellistische trekken hadden.
"De associaties tussen sadisme en de GAIT-scores (Global Assessment of Internet Trolling) waren zo sterk dat gesteld kan worden dat online trollen prototypes zijn van doorsnee sadisten," zo poneren de onderzoekers. "Zowel trollen als sadisten voelen een sardonisch genoegen bij de ellende van anderen. Sadisten willen gewoon plezier en het internet is hun speelterrein."
Publiek 'stelen'
Voorbeelden zijn legio. Vorige week beheerste de zelfdoding van Brenda Leyland de Britse kranten. Leyland was een volbloed trol, die zich volledig gericht had op de ouders van de vermiste Madeleine ('Maddie') McCann. Sinds 2010 postte ze maar liefst 4.625 tweets, die zowat allemaal gemene commentaar op de familie McCann bevatten. Het cynische aan dit verhaal is dat Leyland vermoedelijk de dood werd in gedreven door pro-McCann-trollen, die haar op haar beurt via het internet afdreigden.
Of er is het verhaal van 'weev', de racistische, neonazistische hacker en trol Andrew Auernheimer. Die had zich in 2007 gericht op de Amerikaanse programmeur en game-ontwikkelaar Kathy Sierra. Hij zorgde er onder meer voor dat haar adres en persoonlijke gegevens online beschikbaar werden, met de valse bewering dat ze een voormalige prostituee was. De situatie escaleerde dermate dat Sierra doodsbedreigingen kreeg.
Onlangs nog schreef Sierra haar akelige ervaringen met trollen neer op haar weblog, een tekst die door het magazine Wired integraal werd overgenomen. Haar analyse is dat trollen niet kunnen leven met de populariteit van een specifiek doelwit. In de redenering van trollen trappen de volgers/lezers/kijkers/luisteraars in 'gladde praatjes' van hun doelwit. "Je 'steelt' een publiek", aldus Sierra. "Vanuit hun boze, gefrustreerde oogpunt is het idee dat andere naar je luisteren te gek voor woorden. Vanuit hun emotiegestuurde visie heb je geen lezers, maar volgers die jou vereren. En dat kan niet toegelaten worden. Je moet gestopt worden. En als ze jou niet stoppen, kunnen ze tenminste je levenskwaliteit ruïneren."
Kale woede
Bijzonder interessant wordt het als je de eigen analyse van een jarenlange trol, die Vox onlangs publiceerde, daarnaast legt. Hij startte jaren geleden met trollen, tijdens zijn puberteit, en zag daarin haast iets nobels. "De wereld was die plaats die zichzelf te serieus nam. Maar de manier om daarboven te staan was om haar ijdelheid te viseren, om hen voor schut te zetten die dachten dat ze te kalm waren en te veel de controle hadden om ooit zenuwachtig te worden van iets kleinzieligs. Wij engageerden ons. We hadden doel. Of het de moeite waard was, is een totaal andere kwestie."
Maar volgens hem is die betekenis van trollen totaal verloren gegaan. Trollen is niet meer het aanpakken van figuren die zichzelf te serieus nemen. "De trollen van vandaag zijn de roodaangelopen versies, zij die het niet kunnen hebben dat er gelachen wordt met hun wereldbeeld." Het beeld van de bange, blanke man dus. "Het motief is niet meer gesublimeerd. Het is kale woede. Trollen openbaren dezer dagen niet meer de ijdelheden van deze wereld, de wereld openbaart de ijdelheid van de trollen. Ik weet niet of het ooit teruggaat naar hoe het was."
Overschreeuwd
Hoe je die roodaangelopen internettrollen aanpakt? 'Don't feed the trolls' is in die context een vaak gehoorde frase. Negeren is de boodschap, want wie reageert op een trol, 'voedt' die. Kathy Sierra is daar zelf bijzonder pessimistisch over. Zij ziet de trol altijd winnen, of je nu het internet voorgoed terzijde legt, je de aantijgingen en pesterijen negeert (want dan escaleren ze alleen maar) of terugvecht.
De ironie daarvan is dat internet, ooit de grootste vrijplaats voor eender welke visie en eender welk idee, deels met dank aan de anonimiteit, stilaan verwordt tot een plek waarin net de macht die anonimiteit misbruikt wordt. Dat is ook de analyse van The Guardian-journaliste Suzanne Moore, naar aanleiding van de McCann-trol: "Zonder enig gevoel van wederkerigheid of verantwoording creëren we geen alternatief voor de mainstream media, maar slechts een antisociaal medium waarin steeds dezelfde hiërachieën de bovenhand halen en dezelfde mensen overschreeuwd worden."
De Amerikaanse econoom Noah Smith, die zichzelf onlangs openbaarde als een internettrol van de oude stempel, vindt ook dat de trollen van tegenwoordig het internet kapot maken voor iedereen. "Misschien is het wel altijd waar geweest dat het internet alleen draaglijk kan gemaakt worden voor de grote massa's van de mensheid als je de trollen droogweg de kop indrukt - zowel de slimme, goedbedoelende trollen als de boosaardigde, domme exemplaren. Als dat het geval is, maakt dat me triest. Dat betekent weer een plaats minder om door de voorspelbaarheid van het dagelijkse leven te breken en onnozeliteiten los te laten op de wereld. Misschien denk ik ooit terug aan de cowboydagen van het internet, als aan een vergankelijk moment van vrijheid. Een Wilde Westen dat floreerde totdat bandieten en rabauwen er de lange arm der wet naartoe lokten."