Tech
Facebook en Apple op ramkoers over het online volgen van iPhone-gebruikers
Met paginagrote advertenties in Amerikaanse kranten zoekt Facebook frontaal de aanval met techrivaal Apple. De inzet: Apple gaat het lastiger maken klanten online te volgen.
‘We nemen de handschoen tegen Apple op en komen op voor kleine bedrijven overal ter wereld.’ Aldus de kop boven gigantische advertenties in de grote Amerikaanse kranten the New York Times, the Washington Post en the Wall Street Journal. De boodschap van Facebook: kleinere bedrijven die afhankelijk zijn van online advertenties om nieuwe klanten te bereiken, worden een oor aangenaaid door Apple.
Facebook criticizes Apple’s iOS privacy changes with full-page newspaper ads https://t.co/KO1rUCNAC6 pic.twitter.com/G2WsXpZ6uV
— The Verge (@verge) 16 december 2020
Dat de belangen van Facebook en Apple op gespannen voet met elkaar staan is al langer duidelijk. Dat het tussen de twee niet zo goed botert ook. Maar niet eerder werd een ruzie tussen de twee zo groot en zo openlijk uitgevochten.
Inzet van de ruzie is een aanpassing die Apple begin volgend jaar doorvoert in zijn besturingssystemen voor iPhones en iPads. Deze zogenoemde App Tracking Transparency-functie moet ervoor zorgen dat consumenten minder makkelijk voor advertentiedoeleinden gevolgd kunnen worden via de apps die ze gebruiken. Vergelijkbaar met cookies in browsers gebeurt dit op grote schaal ook via apps op mobiele apparaten. Eerder stelde Apple al paal en perk tegen dit tracken via zijn browser Safari, nu gaat hetzelfde gebeuren met apps.
Eigenaren van iPhones en iPad zullen dan bij iedere app expliciet toestemming moeten geven dat ze gevolgd willen worden bij al hun online activiteiten, of dat nou via apps of sites gebeurt. Facebook speelt een belangrijke rol in dit spel, omdat Facebook als tussenpersoon optreedt voor bedrijven die adverteren. Facebook verzamelt data en kan adverteerders zo specifieke doelgroepen aanleveren.
Logisch dus dat Facebook al langer ageert tegen de plannen van Apple. In de kern komen in de ruzie de verschillende belangen van de twee giganten aan de oppervlakte. Facebook verdient – net als Google – vooral geld met online advertenties. Apple verdient veel geld met hardware, met betaalde online diensten en met zijn appstore. Het profileert zich juist als privacy-voorvechter.
Keuzevrijheid
Facebook wil dus gepersonaliseerde online advertenties, Apple heeft daar geen belang bij en zegt op te komen voor de belangen van zijn gebruikers: ‘Zij moeten weten wanneer hun gegevens worden verzameld en gedeeld via andere apps en websites. En ze moeten de keuze hebben om dat toe te staan of niet.’
Volgens Facebook zal dit een ‘vernietigend’ effect hebben op kleinere bedrijven. In een campagne laat het bedrijf dit soort bedrijven aan het woord. ‘We proberen alleen maar te overleven’, zegt bijvoorbeeld de eigenaar van koffietent Henry’s House of Coffee in San Francisco. ‘Die gepersonaliseerde advertenties op Facebook werken echt heel goed voor ons.’ Facebook wijst op een studie van Deloitte waaruit blijkt dat dit soort kleinere bedrijven 60 procent minder omzet zullen behalen als ze niet meer gericht kunnen adverteren.
Te grote macht
Het is niet het enige punt waarop de twee bedrijven op ramkoers liggen. Vanaf deze week verplicht Apple appontwikkelaars exact te vermelden welke gegevens ze verzamelen. Dat wordt expliciet in de App Store vermeld. Het idee is dat consumenten zo een betere keus kunnen maken. Facebook vindt dat Apple een te grote macht met zijn App Store heeft en zo zijn eigen apps bevoordeelt. Apple’s eigen apps zoals iMessage staan immers al standaard op iPhones geïnstalleerd.
Facebook heeft zich tevens openlijk geschaard achter Epic Games. De maker van de populaire game Fortnite ligt overhoop met Apple vanwege de commissie die Apple vraag bij aankopen die binnen apps worden gedaan. Om aan de aanzwellende kritiek tegemoet te komen, heeft Apple recent besloten de commissie voor kleinere bedrijven te verlagen van 30 naar 15 procent.