Astronomie
Eindelijk snappen we hoe kosmische nevels hun maffe vorm krijgen
Nieuw onderzoek laat zien waarom de zogeheten planetaire nevels die astronomen door hun telescopen waarnemen, eruitzien alsof Moeder Natuur met een spirograaf het hemelgewelf heeft ondertekend.
Van rare vlinderpatronen en reusachtige ogen tot beelden die nog het meest doen denken aan ontploffende siervuurpijlen: planetaire nevels behoren zonder twijfel tot de spectaculairste beelden die de kosmos ons voorschotelt. Hoe dergelijke nevels − die ondanks hun naam niets met planeten te maken hebben − hun opmerkelijke vormen krijgen, was tot nog toe niet bekend. Een artikel dat astronomen donderdag publiceerden in vakblad Science brengt daar eindelijk verandering in.
Planetaire nevels ontstaan doordat oude sterren hun buitenste gaslagen afstoten. Wanneer de sterren dat gas vervolgens van binnenuit belichten, levert dat de mooie beelden op. Omdat sterren zelf bolvormig zijn, verwachtten astronomen dat de gaslagen die de sterren loslaten ook bolvormige nevels zouden opleveren. Maar dat blijkt niet het geval, zoals decennia aan kosmische foto’s bewijzen.
Sterrenwind
In hun artikel laten de astronomen voor het eerst zien dat de opmerkelijke vormen van planetaire nevels al ontstaan wanneer oude sterren het eerste gas beginnen uit te stoten in de vorm van zogeheten sterrenwind. “We ontdekten dat in die sterrenwind dezelfde patronen ontstaan die je later ook terugziet in planetaire nevels”, zegt astronoom en coauteur Alex de Koter van de Universiteit Amsterdam).
Volgens De Koter suggereert die vondst dat zowel de vorm van de sterrenwind als die van de nevels dezelfde oorzaak heeft: buursterren of grote planeten die met hun zwaartekracht de uitgestoten gaslagen door elkaar husselen. Op die manier ontstaan hun chaotische verschijningsvormen.
Volgens de auteurs is het bovendien mogelijk om aan de hand van de vorm van de sterrenwind of planetaire nevel te bepalen wat voor planeet of ster de gaslagen overhoop heeft gehaald. Bijzonder, want die compagnons kon je tot nu toe onmogelijk opsporen, zegt De Koter. Daarvoor zijn de sterren simpelweg te helder: ze schijnen wel duizend keer zo fel als de zon en onttrekken alles dat in de buurt staat aan het zicht. “Deze vondst geeft ons nu voor het eerst een manier om planeten te ontdekken rond dit soort sterren, in de nadagen van hun evolutie.”