Games van de week
Deze vijf videogames zouden nú in uw handen moeten zitten
Een nieuwe aflevering van liefst viér bekende spelseries, en een snerpend mooie indiegame: u hebt deze weken letterlijk uw handen vol met de betere videogames. Al beginnen we ons overzicht van nieuwe games met een titel die ons onverwacht teleurstelde.
Assassin's Creed: Odyssey (★★☆☆☆)
Gamebedrijven proberen constant de leepste trucs uit om u ook ná het neertellen van uw zuurverdiende zestig tot zeventig euro nog méér geld afhandig te maken met downloadable content. Maar wat het Franse Ubisoft nu doet met zijn nieuwe game Assassin's Creed: Odyssey is wel een bijzonder cynische truc van Vuile Jef.
In deze elfde aflevering van de langlopende reeks, waarin u deze keer terechtkomt in het oude Griekenland ten tijde van de Peloponnesische Oorlog (431VC), moet uw spelerpersonage constant ervaringspunten verdienen om een steeds hoger 'level' te bereiken. Van één tot vijftig, zodat hij ook de latere missies (en de krachtigere vijanden, die daarin figureren) aankan. En dat kan, zacht gezegd, eventjes duren. 'Gelukkig' heeft de game in zijn aanbod aan downloadbare uitbreidingen een op het eerste gezicht onschuldige optie om voor tien euro de voortgang van dat levelen met vijftig procent te verhogen.
Volledig naar eigen keuze, dus. Maar dan blijkt de game zo'n venijnige structuur te hebben dat u die optie op een bepaald moment toch maar neemt: anders gaat het werkelijk tergend langzaam vooruit. Als klap op de vuurpijl verplichten ze u, ongeveer halfweg het verhaal, ineens ook om een bijzonder moeizame klim te maken van een personageniveau van ongeveer 23 naar - jawel - 32 voordat u de volgende verhaalmissie kunt inzetten.
Het verhoogde alleen maar ons chagrijn over andere elementen die ons stoorden. De op commedia dell'arte lijkende overgesticulatie in het acteerwerk, bijvoorbeeld. Of het feit dat de game eerder op een versie 2.0 van voorganger Assassin's Creed: Origins lijkt dan op een waarachtig nieuw product. We zitten nog maar een jaar na de zachte reboot van Assassin's Creed, dat sinds vorig jaar als een reeks van role playing games (in plaats van actiegames) moet worden gespeeld, en de nieuwe aflevering is weer precies dat: gewoon een nieuwe Assassin's Creed. Op zich niet zo erg - het telkens nieuwe historische decor is altijd al de grote ster geweest in deze serie - maar we merken dat de makers een aantal spelsystemen uit de vorige (onder meer in het upgraden van uw wapens en uitrusting) weer wat hebben afgevlakt.
Nieuwigheden die wél in Odyssey zitten, zoals een keuzemogelijkheid in de dialoogscènes en de optie om uw personage romances te laten beginnen, zijn bovendien magertjes. Het dialoogsysteem bevat weinig echte consequenties, en de romances zijn niet uitgevlooid: in essentie kunt u uw vrouwelijke of mannelijke protagonist - voor het eerst kan u kiezen - een promiscue leven laten leiden, maar er kan geen betekenisvolle vrijage worden opgebouwd. Hoeft op zich ook niet, natuurlijk, en we gniffelden even toen ons vrouwelijke hoofdpersonage Kassandra de uitnodiging kreeg (en, euh, aannam) om deel te nemen aan een pot groepsseks. Maar waarom zijn niet zowel een snelle wip als een betekenisvolle relatie mogelijk, zoals in games als Mass Effect of Dragon Age?
Die grote en kleine slagen in het water zijn extra erg omdat Assassin's Creed: Odyssey aan zijn basis een uitstekend verzorgde videogame is. De historisch accuraat nagebouwde, rijke spelwereld van het oude Griekenland nodigt u constant uit om te kijken wat voor architectonische of natuurlijke wonderen er weer achter de volgende heuvel liggen. Het omstandige verhaal, dat uit drie door elkaar lopende metavertellingen bestaat, is ook beter dan ooit gestructureerd en verteld. En met Kassandra speelden we met het levendigste, meest complexe Assassin's Creed-personage sinds Ezio Auditore uit de tweede tot vierde game.
Eigenlijk kunt u het zichzelf heel simpel maken. Kijk naar de video onderaan, waarin we tijdens een gevecht twee tegenstanders vlak na elkaar “This is Sparta!”-gewijs van een klif schoppen, en u weet meteen of Assassin's Creed: Odyssey al dan niet iets voor u is. Die schop is namelijk het opwindendste nieuwe element in een game die voorts een gewone verderzetting is van de aflevering van vorig jaar, en af en toe struikelt over zijn geforceerde vernieuwingen.
Uit op PlayStation 4, Xbox One en pc.
My Memory Of Us (★★★★☆)
Herinnert u zich die diep in de ziel snijdende scène uit Steven Spielbergs Schindler's List, die met dat joodse kind met het rode jasje wiens kleur eventjes door de monochrome wereld van de film door wist te priemen? Het is een visuele metafoor die handig opnieuw werd aangegrepen door de Poolse studio Juggler Games, wiens snerpende debuutgame My Memory of Us u twee jonge kinderen laat besturen doorheen een wereld die pijlsnel is ingezakt in de duistere poel van het fascisme.
Dat laatste wordt niet uitgebeeld met nazisymbolen, maar door die zonet al aangehaalde metaforische laag nog wat verder te trekken: soldaten van het bezettingsleger zijn bijvoorbeeld robots, en de hele omgeving is een soort steampunkversie van een Europese grootstad in de jaren 50. Het wordt vrij snel duidelijk dat de dertigers die achter My Memory of Us zitten een tijdloos - en vandaag zelfs actueel - verhaal willen vertellen met hun game.
U stuurt de kinderen doorheen een tweedimensionaal speelveld, waar u sluipsequenties moet ronden, kamers moet doorzoeken en niet al te diepgaande omgevingspuzzels moet oplossen. Maar de ambities van My Memory of Us zitten niet noodzakelijk in het brengen van de meest uitdagende game, of het innoveren op gebied van gameplay. Vertelling en symboliek primeren, en alles werd in een verdomd mooie visuele vormgeving verpakt: een asgrauwe variant op de animatiestijl van vroege Walt Disney- en Tex Avery-tekenfilms. En de klassieke joodse vioolmuziek op de achtergrond herinnert ons uiteindelijk tòch nog aan een groot leed uit de nog veel te recente geschiedenis dat we nooit meer mogen laten terugkomen.
Uit op PlayStation 4, Xbox One en pc.
Forza Horizon 4 (★★★★☆)
De opwindendste racegame die u dit jaar zult spelen - en wellicht zelfs een van de opwindendste games tout court - is Forza Horizon 4. Wat nog niet zo heel lang geleden erg vreemd was om te zeggen over een gamereeks die de tweede viool speelt naast Microsofts 'grote' Forza Motorsport-serie. Maar waar die laatste de afgelopen jaren enorm is gestagneerd in zijn ontwikkeling - het is bij iedere editie gewoon een betere simulatie, zonder nog al te veel aandacht voor plezier op de baan - ging de B-serie net de tegenovergestelde richting in: technologie werd vrolijk gepikt van de hoofdreeks, maar hier wordt er wèl nog geïnnoveerd in de pret die de game op tafel brengt.
Die innovatie zit onder meer in de constante livecontent die wordt toegevoegd aan de game, zodat u iedere keer dat u uw Xbox of computer doet ronken een compleet frisse ervaring krijgt. Of in details, zoals de keuze om een beetje snelheid in te boeten voor visuele details, of omgekeerd.
Ook de omgeving waarin deze nieuwe aflevering u brengt - het wegennet van het landelijke én stedelijke Groot-Brittannië - wordt meer betoverend bij iedere bocht die u maakt, en met de speciale automobielen waarmee u kunt rijden, worden ook de petrolheads onder de gamers op hun wenken bediend. Als u nog een racegame zoekt om u de komende maanden mee zoet te houden: dit is 'm!
Uit voor Xbox one en pc.
Super Mario Party (★★★☆☆)
Een van de succesfactoren van Nintendo - zo viel ons te binnen tijdens het spelen van Super Mario Party - is dat de gamedesigners van de Japanse reus op een of andere manier een morzel van de condition humaine weten te vangen in de ervaring die ze leveren. Het kwam bijvoorbeeld weer naar boven in Slap-a-Razzi, een minispelletje in de nieuwe collectie waarin u elkaar met meerdere spelers in een ronde arena moet verdringen om zo groot mogelijk op de foto te staan. Het is een komisch effect dat zijn doel niet mist, en zo zitten er wel meer in deze inmiddels vijftiende editie (huiskamer- en handheldversies samengeteld) van Nintendo's reeks bordspellen-met-minigames.
Nieuw is dat het bordspel-element van deze editie wat meer vrijheid toelaat: het toont zich eerder in een dambord- dan een ganzenbordopstelling, met een open ruimte in plaats van een strak uitgelijnd pad. Het laat een iets tactischere manier van spelen toe. Ook hebben de designers met enig aplomb de duizenden jaren oude spelmechaniek van het teerlingwerpen wat bijgevezen: er zijn dobbelstenen voorhanden met bijvoorbeeld alleen maar zevens en nullen tegen hun zijden, wat de opbrengst-verliesratio danig verandert. Maar de sterren van de game zijn natuurlijk opnieuw de tachtig minigames die na iedere dobbelsteenronde moeten worden gespeeld, en die de gebruikelijke Nintendo-hilariteit in de huiskamer brengen.
Uit voor Nintendo Switch.
Mega Man 11 (★★★☆☆)
Hoe hou je een gamefranchise die al zo'n dertig jaar meeloopt relevant? Soms door geen al te grote gok te wagen, en te blijven bij de elementen waarmee de eerste games uit de reeks een klassieker werden.
De Japanse gamemaker Sega besefte dat vorig jaar door zijn Sonic-personage - na meer dan een decennium van mislukte moderne comebacks - ineens weer in zijn allerklassiekeste vorm naar het scherm te brengen met Sonic Mania. Dat soort herbronning zit nu ook aan de basis van Mega Man 11, voor het eerst in acht jaar nog eens een nieuwe game rond een van de bekendste personages uit de stal van het eveneens uit het land van de rijzende zon stammende gamehuis Capcom.
Mega Man 11 biedt ongegeneerd ouderwetse, aartsmoeilijke 2D-platformgameplay, waarbij het aantal gevaren die tegelijkertijd op het scherm komen snel nogal overweldigend wordt. Maar met een bloedmooie faux-3D-vormgeving, en een strak aanpasbare moeilijkheidsgraad die de game toch nog een beetje leefbaar maakt voor onervaren spelers, gooiden de makers daar ook een relevante laag vernieuwing overheen.
Uit voor PlayStation 4, Xbox One, Nintendo Switch en pc.