De wereldbevolking krimpt na 2064. Wie doet dan nog het werk?
Tegen het eind van de eeuw krimpt en vergrijst de wereldbevolking. Dat heeft grote sociale en economische gevolgen.
Over veertig jaar lopen er bijna tien miljard mensen op aarde rond, maar daarna neemt het aantal weer af. Waar andere studies de wereldbevolking zien doorgroeien, verwachten Amerikaanse demografen dat rond 2064 een keerpunt wordt bereikt en het er in 2100 nog ‘maar’ 8,8 miljard zijn.
De mensheid biedt over tachtig jaar een totaal andere aanblik, schrijven ze in het medisch tijdschrift The Lancet. De gemiddelde leeftijd stijgt van 32,6 naar 46,2 jaar. Nu staan er tegenover elke tachtig-plusser zes jongeren onder de vijftien. Straks zijn het drie tachtigplussers tegenover twee vijftien-minners. Ook de spreiding van mensen over het aardoppervlak zal drastisch veranderen. In Afrika groeit de bevolking nog door; ten zuiden van de Sahara verdrievoudigt ze zelfs, van ruim één naar ruim drie miljard. Maar de meeste landen zien hun inwonertallen afnemen. In landen als China en Japan, maar ook Zuid-Europese landen als Italië, Spanje en Portugal gaat het om meer dan een halvering.
Een jaar geleden schatten de Verenigde Naties nog dat het aantal mensen deze eeuw zou doorgroeien tot bijna elf miljard. Ook andere instituten komen op zulke groeicijfers uit. Al die studies zijn volgens de Amerikaanse demografen, verbonden aan de Universiteit van Washington, gebaseerd op te rigide modellen. Daarin spelen slechts drie factoren een rol: vruchtbaarheid, levensverwachting en migratie. Voor die factoren wordt een meerjarige trend berekend en die trend wordt doorgetrokken.
Vrouwen met een hogere opleiding, stellen kinderen krijgen uit
Zo simpel zijn die factoren niet, schrijven de Amerikanen. De vruchtbaarheid bijvoorbeeld – het aantal kinderen per vrouw – hangt af van het onderwijs dat meisjes krijgen en van de mogelijkheden voor anticonceptie. Maar als vrouwen de kans krijgen een hogere opleiding te volgen, stellen ze de komst van kinderen uit. Dat heeft weer gevolgen voor het vruchtbaarheidscijfer. In veel modellen is dat cijfer de verhouding tussen het aantal in een jaar geboren kinderen en het aantal vrouwen in de vruchtbare leeftijd. Daarin zie je het uitstel van het eerste kind niet terug. De Amerikanen kijken daarom naar het aantal kinderen die vrouwen hebben gekregen die in een bepaald jaar vijftig zijn geworden.
Terwijl andere studies veelal constateren dat de vruchtbaarheid nooit verder daalt dan 1,75 (2,1 is nodig om het inwoneraantal gelijk te houden), zien de Amerikanen dat de vruchtbaarheid kan kelderen, tot zelfs 1,2 in Italië of Polen. Zelfs in Niger, waar een vrouw nu gemiddeld zeven kinderen krijgt, zakt de vruchtbaarheid tot 1,8 in 2100. Althans, volgens deze modellen.
De Amerikanen geven toe dat er een grote onzekerheid zit in hun berekeningen. Zo ramen zij de wereldwijde vruchtbaarheid in 2100 op 1,66. Als ze er een tiende naast zitten, scheelt dat 500 miljoen mensen. En dan hebben ze het nog niet eens over onbekende factoren gehad, of factoren met een onberekenbare impact, zoals oorlogen of klimaatverandering. Daarbij vergeleken stelt de huidige pandemie, met tot nu toe een half miljoen doden, niet veel voor.
Na 2050 keldert de Chinese beroepsbevolking
De prognose heeft grote gevolgen voor de economische ontwikkeling. Zo is China hard op weg om over tien, twintig jaar de Verenigde Staten te passeren als economische grootmacht. Maar na 2050 keldert de Chinese beroepsbevolking zo enorm – van 950 naar 357 miljoen – dat de VS die koppositie in 2100 kunnen terugpakken. Maar dan moeten de Amerikanen op hun beurt hun werkpotentieel op peil houden door de komst van migranten te blijven aanmoedigen.
Het is de vraag hoeveel rek in de migratie zit. Op wereldschaal krimpt de vijver met arbeidskrachten. Nu is de beroepsbevolking nog in de meerderheid: gemiddeld kunnen vijf mensen ook vier niet-actieven onderhouden – jongeren, maar vooral ouderen. In 2100 is die verhouding precies omgedraaid. “De wereld kan hier alleen maar gezond uit komen als ze de grenzen open houdt en de arbeid eerlijk verdeelt”, zeggen de onderzoekers in een begeleidend persbericht.