Opvoeding
De was en de plas, je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen
Journalist Pam van der Veen voert dagelijks een strijd om haar kinderen mee te laten draaien in het huishouden. Pakt ze het verkeerd aan? En hoe doen andere ouders dat? "Als ik zie hoe mijn dochter de was opvouwt, met al die kreukels, denk ik: laat maar."
Als ik mijn zevenjarige dochter vraag haar barbies op te ruimen, kijkt ze me verontwaardigd aan. "Waarom doe je dat niet zelf?", vraagt ze. Even ben ik met stomheid geslagen. Waar moet ik beginnen met uitleggen dat het woord 'zelf' in dit kader niet op zijn plaats is? Dat het om háár speelgoed gaat, en dat zij dus de 'zelf' is die dit moet opruimen? "Ik ben je huisslaaf toch niet?", steek ik van wal. Ik zie haar denken: hoezo niet? Met ferme tegenzin neemt ze de collectie halfontklede barbies in ogenschouw die tot in de uithoeken van de woonkamer ligt. "Oké, samen dan", zwicht ik. Op mijn knieën kruip ik over de vloer om de poppenjurkjes en plastic pumps bijeen te harken. Als ik even later opkijk, is mijn dochter verdwenen.
"Hoe vaak je moeders niet hoort roepen: 'Ik ben jullie slaaf niet.' Maar als kinderen zelden iets in huis hoeven te doen, hebben ze geen idee wat je ermee bedoelt", zegt orthopedagoog Mariëlle Beckers. "Pas als je ze eens laat helpen dweilen of afwassen, snappen ze hoeveel werk dat is. En daar kun je het best zo vroeg mogelijk mee beginnen. Laat ze hun steentje bijdragen aan het huishouden, met taakjes die zijn aangepast aan hun leeftijd. Dan leren ze van jongs af aan dat je een gezin samen draaiende houdt."
Was het maar zo eenvoudig. Bij mij thuis voer ik dagelijks een strijd om mijn kinderen in beweging te krijgen. Om ze 'bij het huishouden te betrekken', zoals dat pedagogisch heet. In de praktijk komt dat vooral neer op ondoelmatige orders, krachteloze dreigementen en halfbakken sancties. Dat doen andere ouders beter, blijkt uit een rondvraag onder vrienden en bekenden.
"Hun eigen kamer doen ze sinds hun zesde. De tafel afruimen zodra ze konden lopen. En vanaf hun veertiende hebben ze elk een eigen kookdag per week", zegt een moeder. "Mijn zoon van elf brengt sinds een paar jaar oud papier, plastic en glas weg", zegt een tweede. Een derde heeft met haar dochter afgesproken dat ze vanaf haar zevende meehelpt in het huishouden: eigen bed opmaken, de tafel dekken en afruimen en in het weekend zelf haar brood smeren." Over de regel van een andere ouder kan geen misverstand bestaan: "Vanaf een jaar of zes ruimen ze vóór het avondeten allemaal vijftien dingen op. Vijftien legoblokjes telt niet."
Preek
Ik hoor ook andere geluiden. Een kennis geeft schaamtevol toe dat ze pas sinds haar scheiding haar twee kinderen taakjes geeft. "Toen hun vader en ik nog samen waren, gingen we er met zijn allen gewoon van uit dat ik alles deed. Nu we met zijn drieën in een huis wonen, moeten zij ook hun bijdrage leveren." Een andere vriendin geneert zich er niet voor dat haar dochter zelden iets heeft hoeven doen. "Ik ben gewoon slecht in delegeren. Laat mij het maar lekker zelf doen, dan gaat het wel zo snel. En precies zoals ik het wil. Als mijn dochter op haar manier de was ophangt, met al die vouwen en kreukels, laat dan maar zitten. Met als gevolg dat haar inbreng nu, op haar dertiende, minimaal is. Soms voel ik me al te veel een sloof en steek ik weer maar eens een preek af. Want ik ben dan misschien niet consequent, ik vind ook dat ze onderhand wel zelf kan verzinnen dat ze iets zou moeten doen in huis."
Opvoedexpert Eva Bronsveld, auteur van De opvoedkalender, raadt aan op jonge leeftijd te beginnen met taakjes geven. "Zeker als je zelfstandigheid belangrijk vindt. Daarmee geef je je kind al vroeg eigen verantwoordelijkheid - en jij hoeft niet alles alleen te doen. Dat vergt natuurlijk enige investering, want een kind dat net de vaatwasser leert inladen, kost meer tijd dan het oplevert. Maar op den duur pluk je er de vruchten van."
Een kind dat van jongs af aan helpt in het huishouden, krijgt meer zelfvertrouwen, zegt orthopedagoog Beckers. "En het wordt voorbereid op het echte leven. Als je op kot gaat, is het best handig als je weet hoe de stofzuiger werkt."
De universiteit van Harvard kijkt nog verder in de toekomst: volgens onderzoek uit 2016 worden kinderen die regelmatig helpen in het huishouden later vaak betere werknemers. Ze hebben namelijk al op jonge leeftijd geleerd om de handen uit de mouwen te steken en samen te werken. Ook zouden ze empathischer reageren en beter in staat zijn taken individueel tot een goed einde te brengen.
Maar er zijn meer goede redenen om je kinderen al vroeg in te schakelen, weet Beckers. Dat helpt ze namelijk bij de ontwikkeling van de uitvoerende hersenfuncties zoals impulsbeheersing, concentratie, flexibiliteit en prioriteiten stellen. "Als je kinderen veel uit handen neemt, kunnen ze minder met die vaardigheden oefenen. Maar bereid je samen een maaltijd, dan leren ze dingen die niet alleen nodig zijn om te kunnen koken, maar bijvoorbeeld ook om taken te initiëren en een planning te bedenken."
Zakje geld
En dan is er nog die ene heikele kwestie: je kind betalen voor huishoudelijk werk. Op Pinterest circuleren tekstborden met taakjes als 'badkamer poetsen' en 'oprit vegen'. Onder elke taak hangt een zakje geld, dat het kind kan pakken als het klusje is geklaard. "Een beetje gek", zegt Beckers. "Voor een extra taak als de auto wassen: oké. Maar die andere klusjes horen gewoon bij de opvoeding."
Bronsveld kan zich er wel iets bij voorstellen. "Je kunt het zien als een zakelijke benadering waarmee je kinderen voorbereidt op het werkende bestaan. Op de lange termijn ondergraaf je zo wel hun intrinsieke motivatie. Want zonder geldelijke beloning gaan ze het dus nooit meer uit zichzelf doen. En hoe moet dat dan als ze op zichzelf wonen? Ga je ze dan nog steeds betalen als ze hun huis hebben opgeruimd?"
Zo doet u het
• Begin jong. Zodra een kind kan lopen, kan het afval in de prullenbak gooien of spelenderwijs een stofdoek hanteren.
• Wees niet te beschermend. Een driejarige kan best groentjes helpen snijden met een niet al te scherp mes.
• Maak van de boodschappen inruimen of de was opvouwen een gezellige activiteit. Mits je het de juiste aandacht geeft, geniet een jong kind net zoveel van samen opruimen als van samen knutselen.
• Leg geen taak op als straf en maak er geen machtsstrijd van. Daarmee krijgt opruimen een negatieve lading.
• Wees niet al te kritisch op de uitvoering. In het begin gaat het rommelig en kost het tijd, maar oefening baart kunst.
• Geef vooral afgebakende taakjes. 'Veeg de garage' is overzichtelijker dan 'ruim de kamer op'.
• Na gedane arbeid samen een spelletje spelen kan. Maar: je geeft daarmee ook het signaal dat opruimen stom is, en dat er daarna snel iets leuks moet volgen. Maak liever een spel van opruimen zelf.
Voor iedere leeftijd een taakje
• 2 tot 3 jaar
Speelgoed in een doos doen, vieze kleding in de wasmand, vuilnisbak legen, tafel dekken
• 4 tot 5 jaar
Tafel of vloer schoonvegen, bed opmaken, keukentafel afruimen, borden afdrogen
• 6 tot 7 jaar
Vloer dweilen, afwasmachine leegruimen, aardappels schillen, onkruid wieden
• 8 tot 9 jaar
Lamp vervangen, afstoffen, ei bakken, hond uitlaten
• 10 tot 11 jaar
Badkamer poetsen, stofzuigen, eenvoudig koken, gras maaien
• 12 jaar en ouder
Boodschappen doen, strijken, oppassen op broertjes of zusjes, auto wassen