NieuwsEgypte
De farao die ‘te mooi was om uit te pakken’ geeft eindelijk geheimen prijs dankzij ct-scanner
Met zijn bloemenpracht en gezichtsmasker vinden egyptologen de gemummificeerde farao Amenhotep I al 130 jaar lang te mooi om uit te pakken. Met een ct-scanner kunnen ze nu toch onder de wikkels kijken, en dat werpt nieuw licht op de manier waarop latere priesters omgingen met de gemummificeerde koningen.
In tegenstelling tot de andere gemummificeerde koningen in de grote musea in Caïro, is de mummie van koning Amenhotep I nooit uitgepakt. Dankzij de ct-scanner kunnen wetenschappers anno 2021 het lichaam onder de wikkels toch onderzoeken, zonder de koning ervan te ontdoen. Amenhotep I is een van de meer dan veertig mummies die op deze manier wordt onderzocht in het Egyptian Mummy Project.
In Frontiers in Medicine schrijven de Egyptische onderzoekers dat de koning, die rond 1.500 voor Christus twintig jaar regeerde aan het begin van een lange, welvarende periode, jong stierf, rond zijn 35ste. De gouden gordel en de tientallen amuletten die hij bij zich draagt, zijn vermoedelijk maar een klein deel van de kostbaarheden waarmee hij oorspronkelijk werd begraven.
Rechterarm kruislings over de borst
Amenhotep I ligt erbij als een ware koning, met zijn rechterarm kruislings over zijn borst. Hij is het vroegste voorbeeld van deze ‘koninklijke houding’. Zijn linkerarm ligt wel langs zijn lichaam. Net als zijn hoofd is die ooit van zijn lichaam gescheiden, vermoedelijk door grafrovers. Later is dat, zo goed en kwaad als het ging, hersteld, zo blijkt uit de nieuwe scans. Door priesters, denken de onderzoekers, zo’n 400 jaar na zijn dood.
“In de koninklijke begraafplaats waar Amenhotep I lag, waren plunderaars aan het werk geweest. Zij spaarden de lichamen niet”, vertelt egyptoloog Daniel Soliman, zelf niet betrokken bij het onderzoek. “De priesters die rond die tijd de graven binnenkomen, willen kostbaarheden verzamelen. Die gebruiken ze opnieuw voor nieuwe begrafenissen; het is een minder welvarende tijd. Maar dit onderzoek laat goed zien dat dat niet de enige reden was. Ze bekommeren zich ook liefdevol over de lichamen. Ze herstellen ze, wikkelen ze opnieuw in en herbegraven ze op geheime locaties in rotsgraven.”
Geheim
Waar, dat blijft lang geheim, vertelt Soliman. “Maar aan het einde van de 19de eeuw verschijnen er ineens allerlei kunstschatten op de markt die niet bekend zijn van officiële opgravingslocaties. Opgediept door de lokale bevolking op de geheime herbegravingslocatie, zo blijkt na gewelddadige ondervragingen. In 1881 ruimt de Oudheidkundige Dienst de tempels binnen twee dagen leeg. Alles gaat naar Caïro, ook alle koningslichamen, inclusief Amenhotep I.”
Snel na die vondst worden veel mummies geopend en bestudeerd, aldus Soliman. “De rest volgt later. Maar niet Amenhotep I. Zijn ingewikkelde lichaam is zó mooi versierd met bloemen en een masker, dat onderzoekers het zonde vinden om aan te tasten.”
Wel wordt er vanaf het begin van de 20ste eeuw röntgenonderzoek gedaan, waaruit onder andere blijkt dat de linkeronderarm was afgebroken. Dat de priesters de arm later weer vastmaakten aan het lichaam, net als het hoofd, was tot nu toe niet bekend.
Werden de wikkels in 1881 nog zonder bezwaar opengeknipt, tegenwoordig denken egyptologen meer na over de ethische implicaties van mummie-onderzoek. Soliman: “Het blijft een vreemde gewaarwording om het lichaam van iemand die daar nooit om heeft gevraagd, te bestuderen. Geslachtsdelen worden létterlijk opgemeten.” CT-scannen noemt hij een een verbetering. “Je bekijkt nog steeds ongevraagd het lichaam van een ander, maar je laat het in ieder geval intact.”